Er is een brede maatschappelijke roep om minder pesticiden te gebruiken, niet alleen vanuit milieudeskundigen en medici, maar ook onder boeren en hun afnemers klinkt dat geluid luid en duidelijk. De inzet van beslissingsmodellen, natuurlijke vijanden en verbeterde technieken heeft eraan bijgedragen dat tegenwoordig minder en bovenal minder schadelijke chemie wordt gebruikt dan twintig jaar geleden. Erg schadelijke middelen zoals Paraquat en chloorpyrifos zijn al decennia verboden in Europa, en de toelatingseisen worden nog steeds strenger. Geen andere chemische stoffen worden zo uitgebreid onderzocht op effecten voor mens en milieu als gewasbeschermingsmiddelen. Zelfs een potentieel risico is al voldoende reden om een stof af te wijzen. Europa hanteert hierbij strengere normen dan veel andere regio’s in de wereld.

Ondanks kritische berichtgeving in de pers is de landbouw vandaag de dag aantoonbaar veiliger en milieuvriendelijker dan voorheen. Boeren ervaren echter frustratie. Hun inspanningen worden niet erkend en ze blijven overladen worden met kritiek. Ze zijn de grote gifspuiters in de ogen van kritische media als bijvoorbeeld Zembla. Dat geluid en beeld heeft zich gevestigd onder het publiek. Toch is het feitelijk waar dat Nederland behoort tot de koplopers in het verminderen van pesticiden. Ook is het feitelijk waar dat verdere reductie de risico’s op oogstverlies flink vergroot.

Ongewenste stoffen in oppervlaktewater
Niet alleen de agrarische sector zou verantwoordelijkheid moeten dragen voor een schonere omgeving. Alle chemische middelen, van hormonen tot medicijnen, dragen bij aan vervuiling. Pesticiden zijn vaak een noodzakelijk kwaad, net als medicijnen voor mens en dier.

De vermindering van pesticiden in oppervlaktewater laat zien hoeveel de landbouw is verbeterd. Door beter gebruik en toepassingen is de vervuiling met gewasbeschermingsmiddelen gedaald naar slechts 10% van het niveau van begin deze eeuw: van 140 ton naar 14 ton per jaar. Dit staat in schril contrast met de vervuiling door humane medicijnen, die inmiddels 190 ton per jaar bedraagt en blijft stijgen. Deze stoffen beïnvloeden het waterleven ingrijpend, zoals blijkt uit gedrags- en zelfs geslachtsveranderingen bij waterdieren.

Ook diergeneesmiddelen, zoals antivlooienmiddelen met stoffen die in de landbouw al verboden zijn (bijv. Fipronil en Imidacloprid), dragen bij aan de vervuiling. Andere vervuilers, zoals PFAS, zware metalen en stikstof, spelen eveneens een rol.

Wat betreft glyfosaat: uit metingen blijkt dat het gebruik ervan in oppervlaktewater met 95% is afgenomen. Dit komt vooral doordat gemeenten en burgers het niet meer mogen gebruiken, omdat zij verantwoordelijk waren voor het merendeel van de vervuiling. Dat neemt niet weg dat Roundup, met glyfosaat als actieve stof, een van de meest gebruikte middelen in de landbouw blijft. Onderzoek wijst echter uit dat het mogelijk is het gebruik verder te verminderen. Moeten we een verbod willen als er nog potentieel is om het gebruik sterk terug te dringen?

Biologische fruitteelt levert doorgaans 30-50% minder productie dan conventionele teelt. Bij onbespoten teelt kan dit verlies oplopen tot 50-90%
Is onbespoten voedsel haalbaar?
De roep om voedsel zonder pesticiden is begrijpelijk, maar nagenoeg geen enkele teelt is geheel onbespoten. Ook de biologische landbouw gebruikt gewasbeschermingsmiddelen, zij het van natuurlijke oorsprong. Die kunnen eveneens schadelijk zijn voor niet-doelorganismen, al blijven ze minder lang in het milieu aanwezig.

Tegelijk geldt dat het volledig afschaffen van chemische middelen leidt tot flinke opbrengstverliezen. Biologische fruitteelt levert doorgaans 30-50% minder productie dan conventionele teelt. Bij onbespoten teelt kan dit verlies oplopen tot 50-90%. Om heel Europa te voeden met biologische of onbespoten teelt, is significant meer grond nodig. Dat staat haaks op de wens om meer grond voor natuur vrij te maken, al helemaal in Nederland.

Biologisch voedsel is bovendien duurder. Uitbreiding van de biologische productie zonder die verplicht te stellen voor alle boeren, zal leiden tot prijsdalingen omdat de vraag in de vrije markt niet groot genoeg is. Voor boeren is dat een ramp. Zij hebben de hogere prijzen nodig om rendabel te kunnen blijven telen en hebben - zoals in de wandelgangen wordt gezegd - oud-Eurocommissaris en Green Deal architect Frans Timmermans daar voor gewaarschuwd.

Groente en fruit als medicijn
De reductie van gewasbeschermingsmiddelen leidt nu al tot lagere opbrengsten en kwaliteitsverlies, wat de prijzen opdrijft. Een overstap naar biologische productie zou dit verder verergeren. Groenten en fruit spelen een bewezen rol in het verlagen van ziekterisico's zoals hart- en vaatziekten, kanker en diabetes type 2. WHO en het Voedingscentrum raden aan om ten minste 450 gram per dag te eten. In sommige landen gelden nog hogere aanbevelingen.

De realiteit is echter dat de gemiddelde Nederlander slechts 60% van de aanbevolen hoeveelheid consumeert. De consumptie van fruit daalde recent met 8%. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, want voldoende groente en fruit kunnen leiden tot aanzienlijk minder ziektegevallen. Duurdere groente en fruit zullen daar niet aan bijdragen. Integendeel.

De discussie over pesticiden raakt dus niet alleen vragen over milieu en blootstelling, maar ook de preventieve volksgezondheid door gezonde voeding. Conventioneel geteelde groenten en fruit bevatten minimale residuen, die binnen strenge veiligheidsnormen vallen. Het is onethisch om consumenten weg te jagen van reguliere producten naar duurdere biologische alternatieven, als dit leidt tot een lagere consumptie van groente en fruit.

Voorkom eendimensionale discussie
Een verbod op pesticiden zou door de hogere prijzen kunnen leiden tot meer zieken in plaats van minder. Net als medicijnen voor mens en dier zijn gewasbeschermingsmiddelen een noodzakelijk kwaad. De focus moet blijven liggen op het verminderen van gebruik en het verbeteren van weerbaarheid van het gewas. Het is echter goed om niet alleen na te denken over de weerbaarheid van het gewas, maar ook over de weerbaarheid van de consument. We streven naar zo min mogelijk zieken en zo min mogelijk medicijngebruik. Groente en fruit spelen een cruciale rol in de weerbaarheid van de mens. Daarom moet de betaalbaarheid en toegankelijkheid van deze producten voorop staan. Alleen dan kunnen we een zinvolle, genuanceerde discussie voeren over pesticiden.

Jan Peeters is verbonden aan de Proeftuin Randwijk, waar hij zich richt op onderzoek en ontwikkeling in de fruitteelt. Proeftuin Randwijk werkt aan verbetering van de technieken om de duurzaamheid van zowel conventionele als biologische teelt te verbeteren. Peeters werkt tevens voor Fruitconsult, een adviesbureau voor de fruitteelt, waar hij zijn expertise inzet op het gebied van teelt en bemesting.
Dit artikel afdrukken