Een onderzoek van Natuurmonumenten toont aan dat er een generatieverschil is in kennis van veelvoorkomende planten en dieren. Jongeren herkennen minder vaak soorten zoals de margriet of de merel dan ouderen. Volgens Natuurmonumenten is dit een zorgwekkende trend, vooral nu de natuur steeds meer onder druk staat. Minder natuur leidt tot minder kennis.
Natuurmonumenten liet een onderzoek uitvoeren naar de herkenning van veelvoorkomende Nederlandse planten- en vogelsoorten onder verschillende leeftijdsgroepen. Het doel was te achterhalen hoe groot de kennis en betrokkenheid van mensen is bij de natuur. Ruim 1.000 deelnemers kregen afbeeldingen van planten en vogels te zien en moesten aangeven welke ze herkenden. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat slechts 25% van de jongeren een margriet of korenbloem herkent, tegenover 75% van de 55-plussers. Ook herkennen jongeren vogels zoals de merel en vink minder vaak.

Uit het oog, uit het hart
De trend baart Natuurmonumenten zorgen. De organisatie denkt dat het verlies aan kennis te maken heeft met de achteruitgang van de natuur. Zo is in de afgelopen jaren 76% van de insecten verdwenen en wordt bijna de helft van de bestuivers bedreigd. Deze afname in biodiversiteit heeft een direct effect op hoe mensen de natuur ervaren. Natuurmonumenten spreekt van "uit het oog, uit het hart".

Hoewel de meerderheid van de Nederlanders zich zorgen maakt over de staat van de natuur, komt slechts een klein deel van de jongeren daadwerkelijk in actie. Slechts 18% van de jongeren draagt actief bij aan het bevorderen van biodiversiteit door bijvoorbeeld meer planten in hun tuin of op hun balkon te plaatsen. Dit terwijl er in Nederland naar schatting zo'n 56.000 hectare aan tuinen en balkons beschikbaar is, waar de natuur een belangrijke boost kan krijgen.

Laat de natuur leven
Campagnes van de natuurvereniging richten zich op het vergroten van kennis en betrokkenheid, zoals ‘Laat de natuur leven’. Dit zijn kleine acties, zoals het zaaien van inheemse bloemen, die een groot verschil kunnen maken voor bijen, vlinders en vogels om de winter door te komen. Ook richten ze zich op het betrekken van kinderen, bijvoorbeeld door hen een eigen stukje natuur te laten beheren. Met deze aanpak wil Natuurmonumenten zorgen voor een hernieuwde verbinding tussen mensen en de natuur.