Hertzberger houdt niet van koken. Ze vindt het zonde van haar tijd. De dertig minuten die ze dagelijks bespaart door géén aardappels te schillen en te koken, géén broccoli schoon te maken en te stomen, en géén vlees, vis of vegaburger te bakken, besteedt ze liever aan televisie kijken, slapen of het schrijven van een artikel.
Nu zou je over het nut van televisie kijken kunnen discussiëren, maar slapen en het schrijven van een artikel zijn beslist buitengewoon zinvolle tijdsbestedingen. Wie zou niet graag dagelijks dertig minuten cadeau krijgen om aan dergelijke zaken te besteden? Zoals mijn moeder placht te verzuchten, wanneer zij aan het einde van een lange dag werken en huishouden nog lang niet alles gedaan had wat zij wilde doen: ‘Was de dag maar van elastiek; dan zou ik hem kunnen oprekken.’
Tijd is het nieuwe geld. Hoe minder we ervan hebben, hoe sterker onze verwachting dat het de oplossing biedt voor onze problemen. En hoewel ik Hertzberger dus volkomen kan volgen in haar zucht naar extra tijd, vraag ik me af: zijn slapen en artikelen schrijven werkelijk zinvoller dan het bereiden van een verse maaltijd?
Wees gerust, hier volgt geen pleidooi voor het terugdraaien van de industriële revolutie. Net als Hertzberger, besteed ik het maken van mijn kleding liever uit aan een fabriek, dan zelf achter een weefgetouw te kruipen. Net als zij, ben ik de uitvinders van was- en afwasmachine dankbaar. Ik prijs mij gelukkig met ingeblikte tomaten. Met diepvriesspinazie. Met hagelslag. En ik kan meneer von Liebig, die in 1840 het bouillonblokje uitvond, wel zoenen.
Nee, de recente hipheid van moestuinieren, kippen houden en varkens knuffelen ten spijt, wil volgens mij niemand terug naar een autarkisch voedselvoorzieningssysteem. ‘Het volledig verwerpen van hightechvoedsel lijkt bijna een stap terug in de ontwikkeling van de mensheid’, schrijft Hertzberger. Ik zou het nog sterker willen uitdrukken: dat ís een stap terug.
Maar wie heeft het over volledig verwerpen? Een dergelijk radicale houding ten opzichte van technologie kun je zelfs de topchefs, masterchefs en Jamie Olivers van deze wereld – waarvan Hertzberger betoogt dat zij ‘ervoor kiezen om culinair in de Middeleeuwen te blijven’ – niet verwijten. Heeft Jamie Oliver, naast de kookprogramma’s waarin hij vers en puur propageert, niet een complete industrieel gefabriceerde productlijn, van pesto tot pasta tot salsa tot kruidenmix? Wordt in programma’s als Topchef en Masterchef niet kwistig geraspt, gemalen en gepureerd in keukenrobots?
Nogmaals, niemand (nou ja, op een paar utopisten na wellicht) wil terug naar het pre-industriele tijdperk. Maar betekent dat automatisch dat wij richting het hightech-voedseltijdperk willen dat Rosanne Hertzberger ons als ideaal probeert voor te spiegelen? Willen wij bij Albert Heijn straks niet eens meer kunnen kiezen uit twee soorten aardappelen, maar wel uit 150 soorten kant- en klare stoommaaltijden?
Hertzberger stelt een grenzeloos vertrouwen in voedingsindustrie en overheid. Wat de eerste fabriceert en de tweede goedkeurt, is boven elke twijfel verheven. Dat E-nummers ongezond zouden zijn is een leugen. Dat er mayonaise bestaat met slechts 6 procent vet is een zegen. Becel-brood met 40 procent minder zout een wonder der vooruitgang.
Ik ben geen microbioloog, noch voedingstechnoloog, noch anderzins ter zake kundig geschoold. Maar heeft het verleden ons niet geleerd dat ook de voedingsindustrie en overheid zich wel eens kunnen vergissen? Dat zij slechts gelijk hebben tot het tegendeel bewezen is? Dat zij soms andere belangen hebben dan wij, consumenten?
Herinnert u zich de margarines vol transvetzuren die wij braaf op ons brood smeerden, omdat ze zoveel gezonder waren dan roomboter? Zou het theoretisch mogelijk kunnen zijn dat aspartaam – waarover Herzberger opmerkt dat het in deze obese samenleving wellicht nog niet zo’n kwaadaardig alternatief voor suiker is - in de toekomst toch daadwerkelijk kankerverwekkend blijkt?
Mijn eigen relatie tot voedsel is een stuk gecompliceerder. Als ik honger heb, denk ik weliswaar ook: er moet brandstof in, maar vervolgens gaan mijn gedachten naar de soep met balletjes van mijn oma, naar de sardientjes die ik ooit at in de haven van Saint Jean de Luz, en naar de kaaspannenkoeken die ik voor mijn zonen bak en zij als de grootste culinaire ontdekking ter wereld beschouwen. Ik denk, kortom, aan eten dat niet alleen mijn maag zal vullen, maar ook mijn hart.
Hiermee wil ik de stoommaaltijden van Albert Heijn niet volledig buitenspel plaatsen (er is een tijd en plaats voor alles). Ik zeg alleen dat voedsel als brandstof, als iets wat je tot je neemt om het systeem op peil te houden, mijn honger niet stilt.
Eten heeft te maken met cultuur, met familiebanden, met tradities, met herinneringen, met heel veel dingen die ons als mens definiëren. Wie de maaltijd als een optelsom van nuttige nutriënten beschouwt, veronachtzaamt de inbedding ervan in onze beschaving. Homerus al deelde mensen in naar het voedsel dat zij aten. In Odysseus beschrijft hij de vreemde volkeren die hij op zijn reizen tegenkomt als melk-eters, als lotus-eters, als wortel-eters, als zaden-eters, als wild-eters en als schildpadden-eters.
‘De mens is wat hij eet’ is een oud aforisme dat ons niet alleen kan helpen naar het verleden te kijken, maar ook naar de toekomst. Als je niet meer weet wat je eet, weet je dan nog wie je bent?
Stel dat de wensdroom van Rosanne Hertzberger waarheid wordt, stelt u zich een wereld voor waarin wij verlost zijn van de vers-en-puur-terreur, stel dat al ons voedsel uit een fabriek komt, anoniem, kant- en klaar, we hoeven als het ware alleen nog maar te kauwen, te slikken en amen te zeggen; hoe zou Homerus ons dan genoemd hebben?
Noch Jamie Oliver, noch een van de kooktelevisieprogramma’s waar Hertzberger tijdens het verorberen van haar magnetronmaaltijd zo graag naar kijkt, noch ikzelf zal haar ervan kunnen overtuigen dat koken leuk is. Dat lijkt me ook niet nodig. Ieder z’n ding. Maar waar ik haar wel van zou willen overtuigen is dat koken weldegelijk een zinvolle tijdsbesteding is. Minimaal zo zinvol als televisie kijken, slapen of artikelen schrijven.
Wie kookt bevindt zich in een lange traditie van mensen die verantwoordelijkheid nemen voor het eigen welzijn, en het welzijn van geliefden. Wie ook nog eens puur en vers kookt, met duurzame, integere producten, zorgt er bovendien voor dat die traditie bewaard blijft voor toekomstige generaties. Dat noem ik geen tijdverspilling. Dat noem ik wijsheid.
Dit stuk is de volledige versie van een ingekorte tekst van Janneke Vreugdenhil in NRC Handelsblad van vanavond (p. 2). Janneke reageert op Rosanne Hertzberger die afgelopen zaterdag in de NRC een warm pleidooi hield voor eten uit pakjes, bakjes en zakjes. Hertzberger pakte in haar stuk het pleidooi van Karin Luiten voor een Nationale Anti Pakjes Avond aan. Karin reageerde vanavond eveneens in de NRC met de tekst Proef en oordeel zelf. Haar tekst werd wel integraal opgenomen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik vond vandaag dit ebook over koken met passie geschreven door een chef met 20 jaar kookervaring.
Dit ebook geeft een duidelijke uitgebreide video begeleiding wat de cursus nog duidelijker en laagdrempeliger maakt.
In de cursus leer je:
De juiste gereedschappen leert te gebruiken.
Beter met verschillende smaken kunt omgaan
Verschillende kooktechnieken leert toepassen.
Plezier te hebben bij het bereiden van voedsel.
Gezonder te koken.
Verschillende vis en vlees bereidingen.
En nog veel meer…
Alvast veel kook en natuurlijk eetplezier!
Mvg,
Wil
aanvulling aan nick: sorry, al googelend bespeur ik dat mijn zgn nieuwe stelling een oude koe is, op 5 december vroeg dick veerman zich al af hoe je romantische alfa's en materie deskundige beta's (plus nog de gamma's) aan een tafel kreeg, hij vond de kloof zo diep, ik was dus, om in culinaire termen te spreken, wel erg fris van de lever en weinig origineel.
aan nick: dat vind ik nu eens leuk, "ik ken de dame niet", dat komt natuurlijk vooral omdat we allebei in ander sferen leven, de belgische en de nederlandse, want vandaag stond hier weer in de volkskrant een groot artikel met kleurenfoto van haar, met onderschrift- Louise Fresco, op een na hoogste vrouw in NL-, uit de omschrijving bleek dat niet de langste, maar de invloedrijkste op bestuurlijk gebied bedoeld werd, me dunkt,en behalve op dat gebied is ze in haar vakgebied, voedsel/landbouw met stip de nummer een ( ze was , onder vele anderen,tot voor kort onder-directeur van de fao). ik ken deze blog pas een paar dagen, en reageerde omdat ik de discussies, als oud-wageninger, zo goed ken en wel een beetje mis sinds ik uit dat milieu weg ben. vandaar mijn reactie hierboven, met de noot over louise die twee jaar geleden al een vroege hertzberger/kant en klaar propagant bleek te zijn. en ik vond nog meer van haar over dit issue, in het filosofiemagazine 6, jaar 2006, in een interview zegt ze daar dat k&k;maaltijden best goed waren, maar....jammer dat je dan bij inkoop,bereiden en eten niet meer weet wat je eet, je niveau van culinair bewustzijn laag blijft, je het intellectuele plezier van eten gaat missen. als louise boven haar potje kokende bonen gebogen staat, vraagt ze zich niet af, moet er misschien een takje laurier bij, een scheutje azijn (laat staan welke ) of wat creme fraiche, maar ziet ze het schuim opkomen en herkent dat met haar beta-intellect als gedenatureerde eiwitten (lees na in de column zoals hierboven genoemd, zie 10 dec). herkent u dit aspect van eten en maaltijden beleven, die intellectuele, bewuste, cerebrale? over smaak heeft louise het nauwelijks, kookboeken bladert ze hoogstens even verveeld door (zegt ze van zichzelf), om zich te ergeren? slow food, culinaire snufjes, boerenmarkten en biologische teelt is niet aan haar besteed, ze waarschuwt ons voor de valse romantiek ervan. ik ken die attitude wel,ik herinner hoe in mijn vroege jeugd mijn vader in, bijv., franse rstaurants ook altijd een gesprek begon met de obers over het hoe en wat van de coq au vin die op het menu stond (was het een gerecht van de streek? moest het perse haan zijn, of kon je er ook kip voor gebruiken? welke soort wijn moest erbij? tot mijn moeder hem dan aanstootte en maande om op te scheppen en het eten niet op te houden,wat hij dan ook wel deed, maar het gesprek en de informatie vond hij duidelijk veel interessanter dan de coq zelf). in verband met deze observatie zou ik de volgende stelling willen wagen: voedsel/voedselproduktie en eten/koken hebben niets met elkaar te maken, zijn twee heel verschillende werelden, met verschillende attitudes, psyches,talen; mensen van die werelden verstaan elkaar niet en mijden elkaar zelfs. er fladdert hier op deze site een enkele keer wel eens iemand met koksmuts op of keukenschort voor voorbij, en er zijn ook wel uitzonderingen als jamie olivier, davidson en blijker en (want ik heb wat zitten googlen) nick trachet (stimmt das?), maar dat blijven toch grote uitzonderingen.mee eens?
Dirk Z., ik ken de dame niet.
Opwarmkost wordt hier enkel gegeten dor vrij zielige alleenstaanden en bejaarden met beperkte mobiliteit. Wie niet sociaal geïsoleerd is, zal het resturant boven de opwarmkost verkiezen. De kwaliteit is doortgaans beter, voor vergelijkbare prijzen (er zijn hier al chinezen met een dagschotel vanaf 4.5 euro). Dan hoef je de vaat ook niet te doen en niet te sleuren met pakjes, zakjes en bakjes. Voor de mensen met beperkte mobiliteit zijn er leveringen aan huis door verschillende restaurants en instellingen als het OCMW (bijstand). Dat laatste is ook nog goedkoop, maar wel vers bereid. Geen enkele reden om opwarmkost te kopen die door mijn bejaarde moeder afgedaan wordt als "te weinig groente, teveel saus en te zout"
aan nick: even ter verduidelijking, dick veerman's vraag ging niet over de tijd om te koken, maar om te discussieren over dat koken, grappig dat misverstand, heeft het te maken met de bourgondische inslag van jullie belgen, dat je je niet eens kunt voorstellen dat koken of opwarmen een dilemma kan zijn? in dit verband een leuke anecdote; een jaar of 10 geleden was ik met vrienden in belgenland en belandden we tegen lunchtijd in een eenvoudig restaurant, waar we om een kopje soep vroegen. was er helaas niet, geen soep vandaag dus, vlak voordat we weggingen vroeg een van ons of ze dan geen pakjes soep in voorraad hadden. ja, was het antwoord, dat was geen probleem, maar dat mocht je een goede gast toch niet aandoen? pakjessoep? en dan te weten dat je zelfs in eersteklas nederlandse restaurants schaamteloos tomaten-, asperge- of champignonsoep van pakjes (dat is het wel zo,n beetje) voorgeschoteld krijgt. vraagje: liggen jullie nu nog steeds voor, of zijn wij nu zo achterlijk? en dan nog wat nick, laat louise, de voedselkeizerin, niet horen of weten dat u ze <ene L.Fresco> belieft te noemen!