Het eerste signaal diende zich aan toen het ministerie van Landbouw Voedselzekerheid Visserij en Natuur (LVVN) aankondigde dat de provincies geen haast meer hoefden te maken met hun plannen voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Vandaag lekte via de NOS naar buiten dat het NPLG helemaal van de baan gaat. Het NPLG moest een aantal EU milieu- en natuurrichtlijnen decentraal realiseren. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Nitraatrichtlijn en de Kader Richtlijn Water. Stuk voor stuk richtlijnen waar Nederland niet onderuit kan, terwijl het uitvoeringskader nu aan de kant lijkt te zijn gezet.
Het NPLG, waarin provincies een centrale rol hadden bij de uitvoering van onze nationale verplichtingen aan EU-afspraken, wordt stopgezet zonder een duidelijk alternatief op dit moment. De provincies stuurden op 30 augustus een brief aan het ministerie van LVVN, waarin zij pleiten voor een nieuwe aanpak en aangeven welke problemen zij voorzien bij het stopzetten van het NPLG. Dat deden ze naar aanleiding van een debat over het stikstofbeleid en NPLG dat vandaag in de Tweede Kamer stond gepland.

Waarom stopt het kabinet het NPLG?
Het kabinet, waarin de partij van minister Femke Wiersma (BBB) en staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) een belangrijke rol speelt, heeft altijd kritisch gestaan tegenover het huidige natuur- en stikstofbeleid. Naast het stoppen van het NPLG, stemde de BBB al tijdens het demissionaire kabinet Rutte IV voor het budget om het programma grotendeels te schrappen. Van de oorspronkelijke €20 miljard bleef nog maar 5 miljard over voor landbouw en 500 miljoen per jaar voor boeren die natuurmaatregelen nemen. Het kabinet is van mening dat de provincies nu niet verder hoeven met hun plannen, die zij de afgelopen twee jaar in opdracht van oud-minister Van der Wal hebben uitgewerkt, omdat het een andere koers wil varen.

Argumenten van de provincies
De provincies zijn teleurgesteld over het besluit om het NPLG te stoppen en hebben hun zorgen en verzoeken samengebracht in een brief aan de bewindslieden van het ministerie van LVVN. Ze benoemen in hun brief een aantal punten waarover ze bezorgd zijn. Het eerste punt betreft de betrouwbaarheid van de overheid. De provincies hebben de afgelopen jaren veel tijd en geld gestoken in het ontwikkelen van hun plannen. Dat heeft verwachtingen gewekt bij hun partners in de regio, zoals boeren, natuurorganisaties en bedrijven.

Het tweede argument betreft samenhang. Het NPLG was bedoeld om een breed scala aan milieudoelen in samenhang te bereiken. De provincies wijzen erop dat deze integrale aanpak noodzakelijk blijft om de complexe uitdagingen in het landelijk gebied op te lossen. Het derde argument gaat over onduidelijkheid. De provincies benadrukken dat er snel duidelijkheid moet komen over hoe de grote opgaven rondom natuurherstel, stikstofreductie en ruimtelijke ontwikkeling alsnog worden aangepakt. Zij vragen om een alternatief programma met voldoende financiële middelen en een haalbare deadline.

Het vierde argument betreft geld. De provincies hadden juist om meer financiële steun gevraagd om hun plannen te kunnen realiseren. De huidige pot van €5 miljard voor landbouw en 500 miljoen voor natuurmaatregelen vinden zij onvoldoende om de uitdagingen aan te gaan. Naar schatting zou uitvoering van het NPLG €60 miljard gaan kosten. Door het schrappen van het NPLG, de budgetten en het gebrek aan een duidelijk alternatief vrezen de provincies dat er vertraging optreedt in de aanpak van de milieuproblemen. Ze dringen aan op snelle actie van het kabinet om te voorkomen dat de voortgang stilvalt.

De provincies zien het stoppen van het NPLG als een riskante stap die veel onzekerheid creëert. Ze pleiten voor een alternatief dat recht doet aan hun inspanningen en dat de grote opgaven in het landelijk gebied effectief kan aanpakken. Dat alternatief moet voldoen aan de volgende eisen: integrale aanpak op gebiedsniveau, financiële duidelijkheid en voldoende middelen, samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten en duidelijkheid voor boeren en andere grondgebruikers.

Vervolg en verwachtingen
De grote vraag is nu hoe het kabinet van plan is de doelen voor natuur, klimaat, stikstof en waterkwaliteit te behalen. Minister Wiersma heeft al aangegeven te onderzoeken of er uitzonderingen mogelijk zijn op de Europese regels. De verwachting is dat het kabinet binnenkort met nieuwe plannen komt, waarschijnlijk rond Prinsjesdag. De tijd is echter kort om zulke fundamentele beleidswijzigingen te kunnen doorvoeren. De provincies zien het stoppen van het NPLG als een riskante stap die te veel onzekerheid creëert.

Op 29 augustus moest minister Wiersma de Kamer mededelen dat haar wens om een hogere stikstofondergrens voor de verlening van vergunningen in het kader van de Natuurbeschermingswet (onderdeel van de Nederlandse implementatie van de VHR) niet haalbaar is. Binnen bestaande wettelijke kaders, die een vertakt geheel vormen, blijkt het niet gemakkelijk om veranderingen door te voeren, zoals al blijkt uit dit onderdeel van het bredere beleid dat de bewindslieden willen wijzigen. Provincies en boeren kijken gespannen uit naar de plannen die zij rond de Derde Dinsdag van september gereed hebben.




AANVULLING 5 september, 8:25 uur

Het Kamerdebat van gistermiddag verliep tumultueus. Er was duidelijke boosheid te horen binnen de coalitie en tussen CDA en BBB. Nieuwsuur deed verslag en sprak bovendien met CDA gedeputeerde Sterk uit Utrecht die haar kritiek niet onder stoelen of banken stak