Het aantal kleine winkeliers loopt in België in rap tempo terug. Slagers, bakkers, groente- en viswinkels verdwijnen steeds verder uit straatbeeld. In heel wat (deel)gemeenten is het nu al tevergeefs zoeken naar een lokale voedingswinkel, schrijft RetailDetail.

Geen 'one-stop-shop'
Cijfers van de kleine zelfstandigenorganisatie NSZ laten zien dat de dalende trend de afgelopen vijf jaar is doorgegaan. Het aantal slagers daalde in die periode met 11%. Bakkers zagen hun aantal met 6% afnemen. Het bestand groentewinkels en viswinkels daalde met 7%, respectievelijk 13%.

Hoe dat komt? "De concurrentie met supermarkten en superettes. Deze laatste namen de afgelopen jaren in aantal stevig toe en zijn vaak ook open op zondag. Die winkels verkopen onder meer brood, vlees, charcuterie, groeten, fruit en vis, maar bieden de klant een 'one stop shop' waardoor hij geen verschillende winkels moet bezoeken", zegt Christine Mattheeuws van NSZ.

De wedergeboorte van de (deeltijds) marktkoopman
Onderwijl gaat het prima met de markt en de marktkoopman, die eveneens een factor blijken in het verdwijnen van de buurtwinkeliers. Een markt is ook een vorm van one-stop-shop ook al moet je er een aantal keren afrekenen. Maar de markt is ook vooral hip en biedt lokale en ambachtelijke producten. De markt is zo succesvol dat het aantal kraamverkopers de afgelopen 5 jaar met 12% is toegenomen. Opmerkelijk: twaalf jaar geleden was slechts 10% van de marktkramers actief in een tweede beroep. Inmiddels is dat al ruim 40%. Zulke marktkooplui verdienen hun geld alleen op vrijdag en zaterdag, dé dagen waarop mensen naar de markt gaan.

De redactie.be maakte een TV-reportage op de markt, die het programma weer 'hip' doopt.

Fotocredits: still, deredactie.be/VRT
Dit artikel afdrukken