Elly Michiels is varkenshouder. Ze deelt haar gedachten naar aanleiding van Foodlogs vleesdebat en wat daarna gebeurde. Kort samengevat: boerenbobo’s en NGO’s maken Kanonenfutter van boeren en publiek.
Ik lees de discussies op Foodlog graag en als de tijd me gegund is, lever ik ook graag mijn bijdrage; soms met alle reacties van dien. Ik vond het dan ook jammer om er in Wageningen niet bij te kunnen zijn, maar ik heb het #vleesdebat online gevolgd. Naar aanleiding van wat er toen gezegd is en de ontwikkelingen die er bij NVV en LTO op volgden, bekruipt mij de gedachte dat we net als tijdens WO I nog steeds vastzitten in een loopgravenoorlog.
Generaals achter het front
Het debat zorgde voor winst, zei een flink aantal mensen. Als varkenshouder zie ik die winst niet. Net als tussen 1914 en 1918 liggen de frontlijnen al een aantal jaren vast en wee het gebeente van die soldaat die terug wil van het front. Hij wordt door zijn maten afgeschoten als deserteur.
De generaals bevinden zich aan beide zijden ver achter het front. De troepen worden naar eigen goed dunken ingezet; slachtoffers lijken geen enkele rol te spelen. De frontofficieren aan beide zijden zien voldoende van the big picture om zelf het vege lijf te kunnen redden. De frontsoldaat vecht zich dood, zonder zich nog te herinneren waarom die oorlog ooit begonnen is en zonder zicht op het einde ervan.
Boerenbobo’s
Ik vertaal het beeld. Het simpele bestaansrecht van de Intensieve Veehouderij is de inzet van de oorlog die we voeren. Met aan de ene kant de slachterijen en voerfabrikanten als de generaals, die weliswaar een kant kiezen, maar vanuit een veilige positie achter het front.
De boer vecht aan het front en heeft inmiddels niets meer te verliezen. Hij heeft zijn hele hebben en houden ingezet in deze oorlog. Ontsnappen uit zijn rol als Kanonenfutter aan het front is zowel persoonlijk als naar het boerencollectief een vorm van deserteren. Slechts een enkeling weet door de linies heen veilig grondgebied te bereiken.
De boer is nauwelijks bewapend. Met zijn kennis bereikt hij geen groot effect omdat buitenstaanders zijn scherpschutterij niet begrijpen. Af en toe schieten boerenstandsorganisatie een losse flodder af. Het geeft een knal; de tegenstander schrikt even maar uiteindelijk verandert er niets.
NGO’s en politici
De grote NGO’s, het andere leger, werken niet anders. Als generaals motiveren en manipuleren ze het publiek met hun propaganda. Zoals het een echte narcist betaamt, zijn ze na al die tijd in hun eigen definitie van duurzaamheid gaan geloven. Boeren vergaten immers te vertellen hoe het zat zodat hun nieuwe waarheid door een groot gedeelte van de bevolking inmiddels wordt geslikt als zoete koek. Sterker nog, zo werd het publiek ongemerkt ingelijfd bij het leger van de tegenstander.
De frontofficieren aan de kant van de NGO’s zijn van ander kaliber dan die aan de kant van de boeren. Onder het mom van de publieke stemming in Nederland heeft menig politicus zich in laten lijven als officier in het leger van de NGO’s. Wie herkozen wil worden, roept immers wat het publiek wil horen.
Wapens heeft onze tegenstander ruim voorhanden. Wet- en regelgeving worden zonder terughoudendheid ingezet. Propaganda fungeert prima om die via het publiek aan het front af te dwingen.
Het grootwinkelbedrijf staat aan de zijlijn. Het is gebaat bij een langdurige oorlog want dat schept de beste omstandigheden voor overproductie en lage inkoopprijzen. Graag wassen de winkeliers hun handen in onschuld en roepen ze om het hardst dat zij geen partij zijn in het conflict. Maar zoals de spreekwoordelijke derde hond, lopen zij wel met de meeste benen heen.
De rol van de banken komt zeker niet op de laatste plaats. Zij lijken te gaan voor de partij van de winnaars. Na eerst het zaad voor de oorlog te hebben helpen planten door boeren steeds meer te laten produceren, trekken zij nu in rap tempo hun handen af van de soldaten in het front. Natuurlijk zullen ze nog wel enkele notabelen aan boerenzijde de hand boven het hoofd houden. Voor het overgrote deel verlenen zij echter lipservice aan de propagandamachine van de tegenstander.
Aan zowel de zijde van het publiek als die van de boeren zullen de nodige slachtoffers te betreuren zijn. Boeren zullen failleren. Burgers zullen heel veel meer voor hun vlees moeten gaan betalen. Verblind door valse voorlichting weten zij niet dat de nationale agro-sector tot ’s werelds top behoort als het gaat om efficiënt omspringen met de schaarse middelen die moeder aarde ons ter beschikking stelt. We dreigen weg te gooien wat goed is en verder verbeterd moet worden: betaalbaar en duurzaam vlees. Daar hebben we door overproductie een wegwerpartikel van gemaakt, terwijl het grote waarde heeft. Daar moet het gesprek over gaan.
Kerst 1914
Te goedkoop en te gemakkelijk - die woorden komen bij mij op als ik terugkijk naar de praatsessie van het grote #vleesdebat. Van een echte confrontatie tussen de werkelijke frontsoldaten en wat zij voor elkaar kunnen betekenen, was geen sprake. Er is inmiddels sprake van een vervolg. Ik hoop op een debat tussen ‘gewone’ consumenten die met hun winkelkarretje van nu de keuzes van straks maken, het ‘gewone’ kritische publiek dat ook op Foodlog zijn stem laat horen en de ‘gewone’ boer die elke dag als primaire producent gevangen zit tussen regels, financiële verplichtingen en mensen die veel willen maar zich te weinig realiseren dat zij de werkelijke keuzes in handen hebben.
Hopelijk zijn we in dat volgende echte debat met z’n allen dit keer wel bereid om te leren hoe we ervoor staan en welke keuzen we nu samen kunnen maken!
Wat er toe doet is of de frontsoldaten bereid zijn toenadering tot elkaar te zoeken. Persoonlijk hoop ik op een Kerst staakt-het-vuren zoals in 1914. Dat maakte geen einde aan de oorlog, maar had met wat meer initiatief vanuit de frontofficieren aan beide zijden zeker wel meer kunnen worden.
Fotocredits: Christmas Truce, Wikimedia
Dit artikel afdrukken
Generaals achter het front
Het debat zorgde voor winst, zei een flink aantal mensen. Als varkenshouder zie ik die winst niet. Net als tussen 1914 en 1918 liggen de frontlijnen al een aantal jaren vast en wee het gebeente van die soldaat die terug wil van het front. Hij wordt door zijn maten afgeschoten als deserteur.
De generaals bevinden zich aan beide zijden ver achter het front. De troepen worden naar eigen goed dunken ingezet; slachtoffers lijken geen enkele rol te spelen. De frontofficieren aan beide zijden zien voldoende van the big picture om zelf het vege lijf te kunnen redden. De frontsoldaat vecht zich dood, zonder zich nog te herinneren waarom die oorlog ooit begonnen is en zonder zicht op het einde ervan.
Boerenbobo’s
Ik vertaal het beeld. Het simpele bestaansrecht van de Intensieve Veehouderij is de inzet van de oorlog die we voeren. Met aan de ene kant de slachterijen en voerfabrikanten als de generaals, die weliswaar een kant kiezen, maar vanuit een veilige positie achter het front.
De bobo’s lijken niet te begrijpen dat ze na de oorlog verantwoording moeten afleggen over hun opstellingAan het front leiden de bobo’s van LTO en NVV de troepen. Als frontofficieren zien zij net voldoende van het grote plaatje om voor zichzelf en enkele anderen van de upper-class in onze sector, een veilige plaats te bedingen. Om de moraal van de troepen niet te bederven, vergeten ze de manschapen te vertellen dat velen niet van het front terug zullen keren en dus hun bedrijf zullen moeten beëindigen. De bobo’s lijken niet te begrijpen dat ze na de oorlog verantwoording moeten afleggen over hun opstelling.
De boer vecht aan het front en heeft inmiddels niets meer te verliezen. Hij heeft zijn hele hebben en houden ingezet in deze oorlog. Ontsnappen uit zijn rol als Kanonenfutter aan het front is zowel persoonlijk als naar het boerencollectief een vorm van deserteren. Slechts een enkeling weet door de linies heen veilig grondgebied te bereiken.
De boer is nauwelijks bewapend. Met zijn kennis bereikt hij geen groot effect omdat buitenstaanders zijn scherpschutterij niet begrijpen. Af en toe schieten boerenstandsorganisatie een losse flodder af. Het geeft een knal; de tegenstander schrikt even maar uiteindelijk verandert er niets.
NGO’s en politici
De grote NGO’s, het andere leger, werken niet anders. Als generaals motiveren en manipuleren ze het publiek met hun propaganda. Zoals het een echte narcist betaamt, zijn ze na al die tijd in hun eigen definitie van duurzaamheid gaan geloven. Boeren vergaten immers te vertellen hoe het zat zodat hun nieuwe waarheid door een groot gedeelte van de bevolking inmiddels wordt geslikt als zoete koek. Sterker nog, zo werd het publiek ongemerkt ingelijfd bij het leger van de tegenstander.
De frontofficieren aan de kant van de NGO’s zijn van ander kaliber dan die aan de kant van de boeren. Onder het mom van de publieke stemming in Nederland heeft menig politicus zich in laten lijven als officier in het leger van de NGO’s. Wie herkozen wil worden, roept immers wat het publiek wil horen.
Wapens heeft onze tegenstander ruim voorhanden. Wet- en regelgeving worden zonder terughoudendheid ingezet. Propaganda fungeert prima om die via het publiek aan het front af te dwingen.
Na eerst het zaad voor de oorlog te hebben helpen planten door boeren steeds meer te laten produceren, trekken de banken nu in rap tempo hun handen af van de soldaten in het frontGrootwinkelbedrijf en banken
Het grootwinkelbedrijf staat aan de zijlijn. Het is gebaat bij een langdurige oorlog want dat schept de beste omstandigheden voor overproductie en lage inkoopprijzen. Graag wassen de winkeliers hun handen in onschuld en roepen ze om het hardst dat zij geen partij zijn in het conflict. Maar zoals de spreekwoordelijke derde hond, lopen zij wel met de meeste benen heen.
De rol van de banken komt zeker niet op de laatste plaats. Zij lijken te gaan voor de partij van de winnaars. Na eerst het zaad voor de oorlog te hebben helpen planten door boeren steeds meer te laten produceren, trekken zij nu in rap tempo hun handen af van de soldaten in het front. Natuurlijk zullen ze nog wel enkele notabelen aan boerenzijde de hand boven het hoofd houden. Voor het overgrote deel verlenen zij echter lipservice aan de propagandamachine van de tegenstander.
We dreigen weg te gooien wat goed is en verder verbeterd moet worden: betaalbaar en duurzaam vlees. Daar hebben we door overproductie een wegwerpartikel van gemaaktAlleen verliezers
Aan zowel de zijde van het publiek als die van de boeren zullen de nodige slachtoffers te betreuren zijn. Boeren zullen failleren. Burgers zullen heel veel meer voor hun vlees moeten gaan betalen. Verblind door valse voorlichting weten zij niet dat de nationale agro-sector tot ’s werelds top behoort als het gaat om efficiënt omspringen met de schaarse middelen die moeder aarde ons ter beschikking stelt. We dreigen weg te gooien wat goed is en verder verbeterd moet worden: betaalbaar en duurzaam vlees. Daar hebben we door overproductie een wegwerpartikel van gemaakt, terwijl het grote waarde heeft. Daar moet het gesprek over gaan.
Kerst 1914
Te goedkoop en te gemakkelijk - die woorden komen bij mij op als ik terugkijk naar de praatsessie van het grote #vleesdebat. Van een echte confrontatie tussen de werkelijke frontsoldaten en wat zij voor elkaar kunnen betekenen, was geen sprake. Er is inmiddels sprake van een vervolg. Ik hoop op een debat tussen ‘gewone’ consumenten die met hun winkelkarretje van nu de keuzes van straks maken, het ‘gewone’ kritische publiek dat ook op Foodlog zijn stem laat horen en de ‘gewone’ boer die elke dag als primaire producent gevangen zit tussen regels, financiële verplichtingen en mensen die veel willen maar zich te weinig realiseren dat zij de werkelijke keuzes in handen hebben.
Hopelijk zijn we in dat volgende echte debat met z’n allen dit keer wel bereid om te leren hoe we ervoor staan en welke keuzen we nu samen kunnen maken!
Wat er toe doet is of de frontsoldaten bereid zijn toenadering tot elkaar te zoeken. Persoonlijk hoop ik op een Kerst staakt-het-vuren zoals in 1914. Dat maakte geen einde aan de oorlog, maar had met wat meer initiatief vanuit de frontofficieren aan beide zijden zeker wel meer kunnen worden.
Fotocredits: Christmas Truce, Wikimedia
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Nog eentje voor Elly: gemiddeld inkomen per bedrijf voor 2014 in snijbloementeelt gestegen naar bijna 75 000 euro, in pot- en perkplanten naar 106 000 euro (bron: agrimatie.nl). Ik vind het niet slecht, sterker nog, ik teken voor nog zo'n jaar.
Henric, helaas voor jouw maar ik weet heel goed waar ik over praat maar daar verder over discussiëren heeft hier zeker geen toegevoegde waarde meer. En eens: ondernemen is geen spelletje maar keiharde werkelijkheid. Het verschil wellicht tussen ons beiden is dat ik geloof in gelijke kansen mits eerlijke omstandigheden, coöperatief zijn en jij misschien meer van het individu bent. Dat mag maar daardoor wellicht wel verschil van gedachten. Gelukkig is dat iets wat nog wel mag in NL waardoor een platform als Foodlog mogelijk is ;-)
Elly, ik vind dat je een mooi artikel geschreven hebt, maar wat betreft de tuinbouw (en zeker de veiling) weet je niet waar je over praat.
Uit je #28 krijg ik de indruk dat je vindt dat iedereen die gewoon goed zijn best doet een goede boterham moet verdienen. Dat kan, maar niet als zelfstandig ondernemer. Het is geen spelletje.
Als ik heel veel geld verdien (was het maar waar overigens) omdat mensen mijn bloemen kopen, dan kopen ze die van een ander niet. Jammer voor die ander, maar dan doet hij misschien iets niet goed.
Henric #27 : de tuinbouw, ongeacht welke sector heeft het zwaar. Je kunt beweren dat het anders is maar ik zit hier in Noord Limburg midden erin en zie vrienden, bekenden het niet redden. Degenen die het redden zijn degenen die het geluk hebben het uitgangsmateriaal te leveren voor een ander, in de tuinbouw is dat zo en in de dierhouderij is dat zo. Sommigen hebben voorlopig nog even een extra voordeel omdat ze failliete bedrijven voor een prikkie hebben kunnen opkopen maar zodra dat voordeel weg is, komt de volgende klapper. En de veiling is ook veel buitenkant en een manier om de prijzen "kunstmatig" in leven te houden maar dat willen we natuurlijk niet hardop benoemd hebben. Bloembollen eigenaren hebben een riant inkomen idd maar ze draaien de nek om van degenen die tegen uitgemolken tarieven moeten planten en oogsten en worden na het binnenhalen van die oogst wel heel gemakkelijk aan de kant gezet.
De slimme eigenaren zijn helaas degenen die het voordeel van connecties hebben, vaak een gunstige financiële positie door een bepaald verleden of weten, door inmiddels zoveel bv's te hebben opgericht, een weg te vinden waardoor allerlei manieren bedacht kunnen worden om extra's binnen te halen. Ik heb moeite met deze vorm van ondernemen omdat dat altijd ten koste van iemand anders gaat en het voordeel altijd bij de machtigen zal blijven.
Dan wat betreft je spiegel: ik wil helemaal geen spiegel voorhouden maar ik wil er wel in kunnen kijken en mezelf in de ogen kunnen zien. En wat ik zie is dat velen dat niet kunnen of wegkijken. Stoere praatjes zijn leuk maar uiteindelijk geen oplossing tenzij we helemaal koersen op de IK en het ons niet kan schelen hoe de collega's erbij staan. Kan... maar niet mijn manier...
Dick#25, we hebben het hier al vaker over gehad, maar even kort dan. In de tuinbouw is een groot verschil tussen de sierteelt en de groenteteelt. In de sierteelt hebben we via de bloemenveiling een prachtig afzetsysteem, dat vraag en aanbod bij elkaar brengt. Weinig aanbod en/of veel vraag betekent hoge prijzen en andersom. Eerlijk, transparant, niks aan doen.
In de groenteteelt hadden we dat ook, maar dat is onder leiding van jouw naamgenoot Cees vakkundig om zeep geholpen. Daardoor is de koppeling tussen vraag en aanbod zoek geraakt. Dientengevolge (ondersteund door veel te veel beschikbaar geld en mensen met borden voor hun kop) was het mogelijk dat het aanbod enorm groeide. Nu is er al jaren teveel, en vindt langzaam maar zeker een koude sanering plaats. Die biedt weer kansen aan slimme ondernemers, die begrijpen wat er aan de hand is. Niet eerlijk, niet transparant, maar ook hier niks aan doen wat mij betreft.