Olie-expert Matthieu Auzanneau staat aan het hoofd van de denktank The Shift Project, die zich bezighoudt met energievraagstukken. In een interview met Matthieu Jublin van de Franse nieuwssite LCI zegt deze olie- en energiespecialist te vermoeden dat de gele hesjes een teken zijn van een impasse. Het moderne groeimodel is gebaseerd op een systeem waarin werken, wonen en consumeren ver van elkaar af zijn komen te liggen omdat we dachten voor eeuwig te kunnen beschikken over een overvloed aan energie. Dat model is volgens Auzanneau aan het einde van zijn Latijn.
Ruim vier maanden na de start van de gele hesjes-beweging, gaan de demonstraties nog altijd door; vandaag telt Frankrijk de 21e protestzaterdag. De prijzen van autobrandstoffen aan de pomp zijn gestegen. De Franse CO2-taks is opgeschort en het debat over de ecologische transitie schiet alle kanten op. Volgens Matthieu Auzanneau, auteur van Oil, Power and War en directeur van de denktank The Shift Project die gespecialiseerd is in energievraagstukken, beleeft Frankrijk waarschijnlijk zijn eerste energieopstand. De oliespecialist ziet de gele hesjes als 'klokkenluiders' die laten zien hoe ons op fossiele brandstoffen gebaseerde groeimodel vastloopt.
LCI: De gele hesjes komen voort uit de protesten over de hoge benzinekosten en zien de prijzen aan de pomp alweer verder stijgen. Moeten zij zich zorgen maken over hun toekomstige energiekosten?
Matthieu Auzanneau: Ja. Het feit dat mensen zich ver van de stadscentra hebben kunnen vestigen en toch werk hebben, is gebaseerd op een soort transactie: "Ik kan op zoek naar een lage vierkante meterprijs, want de benzineprijs is acceptabel". Je moet er rekening mee houden dat de brandstofprijzen vaak en heftig gaan fluctueren. Dat komt niet door belastingbeleid, maar wordt bepaald door schommelingen in de markt. Die hebben ontwrichtende gevolgen zoals bijvoorbeeld de situatie in het ernstig verarmde Venezuela laat zien. Naast deze veranderende dynamiek in het aanbod, krijgen we structureel te maken met schaarser wordende olievoorraden, die de prijs van olie per vat kunnen laten stijgen.
Het stedenbouwkundige plannings- en ontwikkelingsmodel dat uitgebreide en verspreide voorsteden mogelijk heeft gemaakt, met name dankzij de lage olieprijs, gaat op de helling. De gele hesjes-beweging is daar een voorbode van. Deze mensen, die zijn aangemoedigd om zich in een flinke straal om de steden heen te vestigen, zitten gevangen in een stijging van de brandstofprijzen. Die worden niet bepaald door belastingen, maar door de olieprijs. De olie zelf is vier keer zo duur als aan het eind van de jaren negentig. Met zekerheid valt te zeggen dat de gele hesjes-beweging niet de eerste energieopstand in de wereld is, maar wel in Frankrijk. Daarom is het een historische beweging.
De beweging houdt de wind dus in de zeilen?
Afgezien van de demonstranten, heb je te maken met al die Fransen die de beweging nog altijd steunen en aan het eind van de maand moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Het zal echt niet vanzelf stoppen.
Kun je zeggen dat de gele hesjes tegen ecologie zijn?
Ik heb nog nooit een geel hesje of iemand anders horen zeggen dat ze zich niets gelegen laten liggen aan de wereld die ze aan hun kinderen nalaten. Er zijn pogingen gedaan om de ecologen en gele hesjes als tegengestelden neer te zetten, maar dat klopt niet en is nog dom ook. Het politieke debat over deze kwestie heeft zich nog onvoldoende kunnen ontwikkelen en begrijpt nog niet dat er maatregelen denkbaar zijn die zowel bescheiden huishoudportemonnee's als het milieu weer wat lucht kunnen geven. Iedere oplossing die eraan bijdraagt dat we ons anders organiseren om ons te verplaatsten of te verwarmen, is tenslotte een vorm van energiesoberte en dus tevens een financiële besparing.
Hoe zouden die oplossingen eruit zien?
Met een nationale, goed doorgesproken, democratische en coherente strategie is het bijvoorbeeld mogelijk om alternatieven voor de eigen personenauto voor te stellen. Als we het slimmer organiseren, kunnen mensen zich blijven verplaatsen zoals ze vandaag de dag gewend zijn: neem de fiets of elektrische fiets naar een bushalte, maak gebruik van carpooling of neem de trein..... Bij Shift Project hebben we dit onderzocht en weten we dat voor een dergelijke strategie maar beperkte investeringen nodig zijn en dat mensen zich daarmee uitstekend kunnen verplaatsen en tegelijkertijd honderden euro's per jaar en per huishouden kunnen besparen.
Met welke argumenten kunnen we het model veranderen dat zoveel mensen zo prettig vinden?
Het is een model dat niet alleen rampzalig is voor toekomstige generaties, maar ook economisch zeer inefficiënt blijkt te zijn. De privé-auto vreet een grote hap uit het huishoudbudget. Wat de andere grote post in de energie-uitgaven van een huishouden betreft, verwarming, is het nog eenvoudiger. Met beperkte investeringen in de energie-efficiëntie van gebouwen - die niet bij de huurders in rekening gebracht worden - is het mogelijk zowel gele hesjes als milieuactivisten tevreden te stellen.
Dat klopt, want er is geen reden om te zeggen dat de staat de CO2-taks niet als voorwendsel gebruikt om huishoudens met lage inkomens geld uit de zak te kloppen. Wij hebben daar nadrukkelijk op gewezen. De brandstofbelasting laat €35 miljard in de overheidskas vloeien. Daar stelt de overheid maar €2 miljard tegenover aan compensatiemaatregelen om huizen te isoleren of minder vervuilende voertuigen te kopen. Om op dit terrein consistent te zijn is er een volwassen discussie op nationaal niveau nodig.
Hoe kun je het publiek bewuster maken van zijn afhankelijkheid van olie?
De energie- en materiële besparingen waar ik het over heb, zijn besparingen die je met eenvoudige boerenslimheid kunt realiseren. Maar zuinig zijn betekent niet dat je koud moet lijden in de winter of thuisblijft. De protesten waren niet van de lucht toen roken in restaurants zou worden verboden. Toen het verbod er eenmaal was, was het een even onvermijdelijk als begrijpelijk feit. Onze samenleving is als een roker die drie pakjes per dag wegpaft en blijft zeggen: "Ik moet stoppen". We kennen de diagnose, en president Emmanuel Macron zei het heel goed: we zijn afhankelijk van fossiele brandstoffen. Maar het stellen van de diagnose is niet hetzelfde als het accepteren van de therapie. We hebben nog niet collectief kunnen zeggen dat er een probleem is met de privé-auto, of met de manier waarop we ons land inrichten.
Dat is precies dezelfde vraag. De economische logica op huisnoudniveau kan worden omgezet naar nationaal niveau. Het Franse handelstekort beloopt €60 miljard. Dat bedrag komt overeen met het geld dat we uitgeven om in het buitenland olie en gas te kopen. Besparing op olie- en gasgebruik betekent dus dat we als Frankrijk boerenslim met energie om moeten leren gaan. Een zuinigere economie is een rijkere, robuustere economie. Al dertig jaar lang steken we ons in de schulden in de hoop die met onze toekomstige groei te kunnen afbetalen. We zitten vast in een tredmolen. Veel mensen voelen aan dat we eruit moeten stappen, maar dat is nog niet doorgedrongen in de hele samenleving. We bevinden ons in de tienerfase: we zijn altijd gevoed geweest door een overvloed aan energie, maar beginnen ons te realiseren dat we op eigen benen moeten leren te staan.
Dit interview door Matthieu Jublin verscheen op 24 maart 2019 op LCI.fr en is, met toestemming van de auteur, door Foodlog vertaald en licht bewerkt.
Dit artikel afdrukken
LCI: De gele hesjes komen voort uit de protesten over de hoge benzinekosten en zien de prijzen aan de pomp alweer verder stijgen. Moeten zij zich zorgen maken over hun toekomstige energiekosten?
Matthieu Auzanneau: Ja. Het feit dat mensen zich ver van de stadscentra hebben kunnen vestigen en toch werk hebben, is gebaseerd op een soort transactie: "Ik kan op zoek naar een lage vierkante meterprijs, want de benzineprijs is acceptabel". Je moet er rekening mee houden dat de brandstofprijzen vaak en heftig gaan fluctueren. Dat komt niet door belastingbeleid, maar wordt bepaald door schommelingen in de markt. Die hebben ontwrichtende gevolgen zoals bijvoorbeeld de situatie in het ernstig verarmde Venezuela laat zien. Naast deze veranderende dynamiek in het aanbod, krijgen we structureel te maken met schaarser wordende olievoorraden, die de prijs van olie per vat kunnen laten stijgen.
De gele hesjes wijzen op iets dat een probleem is geworden, een maatschappijmodel dat uitgaat van onbeperkte groeiStaan de gele hesjes aan de wieg van de eerste energie-opstand in Frankrijk?
Het stedenbouwkundige plannings- en ontwikkelingsmodel dat uitgebreide en verspreide voorsteden mogelijk heeft gemaakt, met name dankzij de lage olieprijs, gaat op de helling. De gele hesjes-beweging is daar een voorbode van. Deze mensen, die zijn aangemoedigd om zich in een flinke straal om de steden heen te vestigen, zitten gevangen in een stijging van de brandstofprijzen. Die worden niet bepaald door belastingen, maar door de olieprijs. De olie zelf is vier keer zo duur als aan het eind van de jaren negentig. Met zekerheid valt te zeggen dat de gele hesjes-beweging niet de eerste energieopstand in de wereld is, maar wel in Frankrijk. Daarom is het een historische beweging.
De beweging houdt de wind dus in de zeilen?
Afgezien van de demonstranten, heb je te maken met al die Fransen die de beweging nog altijd steunen en aan het eind van de maand moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Het zal echt niet vanzelf stoppen.
Met beperkte investeringen in de energie-efficiëntie van gebouwen - die niet bij de huurders in rekening gebracht worden - is het mogelijk zowel gele hesjes als milieuactivisten tevreden te stellenVoor mij zijn de gele hesjes klokkenluiders: ze wijzen op iets dat een probleem is geworden, een maatschappijmodel dat uitgaat van onbeperkte groei, een model zonder grenzen.
Kun je zeggen dat de gele hesjes tegen ecologie zijn?
Ik heb nog nooit een geel hesje of iemand anders horen zeggen dat ze zich niets gelegen laten liggen aan de wereld die ze aan hun kinderen nalaten. Er zijn pogingen gedaan om de ecologen en gele hesjes als tegengestelden neer te zetten, maar dat klopt niet en is nog dom ook. Het politieke debat over deze kwestie heeft zich nog onvoldoende kunnen ontwikkelen en begrijpt nog niet dat er maatregelen denkbaar zijn die zowel bescheiden huishoudportemonnee's als het milieu weer wat lucht kunnen geven. Iedere oplossing die eraan bijdraagt dat we ons anders organiseren om ons te verplaatsten of te verwarmen, is tenslotte een vorm van energiesoberte en dus tevens een financiële besparing.
Hoe zouden die oplossingen eruit zien?
Met een nationale, goed doorgesproken, democratische en coherente strategie is het bijvoorbeeld mogelijk om alternatieven voor de eigen personenauto voor te stellen. Als we het slimmer organiseren, kunnen mensen zich blijven verplaatsen zoals ze vandaag de dag gewend zijn: neem de fiets of elektrische fiets naar een bushalte, maak gebruik van carpooling of neem de trein..... Bij Shift Project hebben we dit onderzocht en weten we dat voor een dergelijke strategie maar beperkte investeringen nodig zijn en dat mensen zich daarmee uitstekend kunnen verplaatsen en tegelijkertijd honderden euro's per jaar en per huishouden kunnen besparen.
Met welke argumenten kunnen we het model veranderen dat zoveel mensen zo prettig vinden?
Het is een model dat niet alleen rampzalig is voor toekomstige generaties, maar ook economisch zeer inefficiënt blijkt te zijn. De privé-auto vreet een grote hap uit het huishoudbudget. Wat de andere grote post in de energie-uitgaven van een huishouden betreft, verwarming, is het nog eenvoudiger. Met beperkte investeringen in de energie-efficiëntie van gebouwen - die niet bij de huurders in rekening gebracht worden - is het mogelijk zowel gele hesjes als milieuactivisten tevreden te stellen.
De brandstofbelasting laat €35 miljard in de overheidskas vloeien. Daar stelt de overheid maar €2 miljard tegenover aan compensatiemaatregelen om huizen te isoleren of minder vervuilende voertuigen te kopenMet de CO2-taks lukte dat niet...
Dat klopt, want er is geen reden om te zeggen dat de staat de CO2-taks niet als voorwendsel gebruikt om huishoudens met lage inkomens geld uit de zak te kloppen. Wij hebben daar nadrukkelijk op gewezen. De brandstofbelasting laat €35 miljard in de overheidskas vloeien. Daar stelt de overheid maar €2 miljard tegenover aan compensatiemaatregelen om huizen te isoleren of minder vervuilende voertuigen te kopen. Om op dit terrein consistent te zijn is er een volwassen discussie op nationaal niveau nodig.
Hoe kun je het publiek bewuster maken van zijn afhankelijkheid van olie?
De energie- en materiële besparingen waar ik het over heb, zijn besparingen die je met eenvoudige boerenslimheid kunt realiseren. Maar zuinig zijn betekent niet dat je koud moet lijden in de winter of thuisblijft. De protesten waren niet van de lucht toen roken in restaurants zou worden verboden. Toen het verbod er eenmaal was, was het een even onvermijdelijk als begrijpelijk feit. Onze samenleving is als een roker die drie pakjes per dag wegpaft en blijft zeggen: "Ik moet stoppen". We kennen de diagnose, en president Emmanuel Macron zei het heel goed: we zijn afhankelijk van fossiele brandstoffen. Maar het stellen van de diagnose is niet hetzelfde als het accepteren van de therapie. We hebben nog niet collectief kunnen zeggen dat er een probleem is met de privé-auto, of met de manier waarop we ons land inrichten.
Een zuinigere economie is een rijkere, robuustere economieMoeten we ons, naast energiezuiniger wonen en privé-mobiliteit, ook niet afvragen wat de afhankelijkheid van de hele economie van fossiele brandstoffen betekent?
Dat is precies dezelfde vraag. De economische logica op huisnoudniveau kan worden omgezet naar nationaal niveau. Het Franse handelstekort beloopt €60 miljard. Dat bedrag komt overeen met het geld dat we uitgeven om in het buitenland olie en gas te kopen. Besparing op olie- en gasgebruik betekent dus dat we als Frankrijk boerenslim met energie om moeten leren gaan. Een zuinigere economie is een rijkere, robuustere economie. Al dertig jaar lang steken we ons in de schulden in de hoop die met onze toekomstige groei te kunnen afbetalen. We zitten vast in een tredmolen. Veel mensen voelen aan dat we eruit moeten stappen, maar dat is nog niet doorgedrongen in de hele samenleving. We bevinden ons in de tienerfase: we zijn altijd gevoed geweest door een overvloed aan energie, maar beginnen ons te realiseren dat we op eigen benen moeten leren te staan.
Dit interview door Matthieu Jublin verscheen op 24 maart 2019 op LCI.fr en is, met toestemming van de auteur, door Foodlog vertaald en licht bewerkt.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Gecorrigeerd voor inflatie is de benzineprijs in Nederland de laatste 50 jaar nauwelijks veranderd. Is dat in Frankrijk anders?
Interessant, Jopie, is dan ook het door Rabobank (en andere instituten, maar die van Rabo is een betrouwbare analyse van de uitstekende economische analisten die daar van oudsher werken naast de business units) berekende feit dat het reële inkomen in Nederland de afgelopen 40 jaar niet is gestegen en de overheid daar steeds wat meer van neemt.
De grote vraag: waar betalen we onze mobieltjes, al die weekendtrips en de steeds nieuwe TV's enzo van die we 40 jaar geleden nog niet kochten?
Is dat in Frankrijk anders? Het land verarmde in termen van koopkracht na de jaren '60 van de vorige eeuw. Een studie van de INSEE (beslist serieus te nemen) toont aan dat het meevalt met armoede in Frankrijk, maar dat het gat met de 20% armsten in de samenleving groeit. Opvallend is dat nog altijd - zelfs na de ergste vernielingen van de gele hesjes in Parijs - nog altijd de helft van de Fransen hun lot lijkt te begrijpen. Een en ander in een land met een groot tekort en dus hoog niveau aan staatsleningen.
Blijft staan: waar we betalen de meerconsumptie van terwijl de inkomens niet echt stegen en welk effect heeft dat op onze perceptie van welvaart en het verschil met anderen een paar straten of wijken verderop?
Natuurlijk: je vraag is eigenlijk of die 4x zo hoge prijzen wel kloppen vanuit de na-oorlogse jaren waarin de Westerse economieen deze economie hebben opgebouwd. Zie deze grafiek met de historie van olieprijzen. Je ziet grilligheid en de grillen van de OPEC en de internationale economie. Door je oogharen kun je zien dat de schatting van de voorraden ook een rol speelt; als je zo wilt denken.
@Dick, je analyse klopt, maar is veel meer van toepassing op Nederland dan op Frankrijk. In Nederland daalde de koopkracht over een periode van 8 jaar in reële termen en tov het BBP. Frankrijk doet het een stuk beter, en voert de Europese ranglijst aan met uitzondering van de Scandinavische landen. Toch staat Nederland inThe World Happiness Report Nederland een stuk hoger dan Frankrijk (voor wat het waard is)
Verder weet ik weinig van de precieze invulling van de term reëel inkomen. Prijzen van voedsel, auto's en heel veel andere producten zijn gecorrigeerd voor inflatie gedaald en er zijn veel nieuwe 'onmisbare' producten bijgekomen.
De eendimensionale verklaringen, zoals door Auzanneau hierboven, zijn betrekkelijk. De realiteit is complex.
De Volkskrant bij monde van wetenschapsjournalist Maarten Keulemans is er uit: Het komt goed. Vermoedelijk achter betaalmuur.
We kunnen ons de luxe permitteren heren dankzij de waarde daling van ons voedsel. Wij zijn verslaafd aan goedkope energie en voedsel voor iedereen. Of andersom geredeneerd als de prijzen stijgen raakt het systeem ontwricht. Moeten we van macro naar micro economie en worden steden onleefbaar.