Natuur in al haar variaties is een populair onderwerp in de media. Op Foodlog verschijnen dagelijks artikelen waarin natuur, natuurinclusieve landbouw, natuurbescherming of natuurvriendelijkheid aandacht krijgen. Biologische tuinder en natuurliefhebber Jopie Duijnhouwer heeft er zijn gedachten bij: is natuur iets dat we maken of dat we laten gebeuren?
Twee recente artikelen trokken mijn aandacht: een column van ecoloog Patrick Jansen (WUR) in Trouw en een interview met Liesbeth Bakker (NIOO-KNAW) over rewilding. Beide teksten roepen de vraag op wat we onder natuur verstaan. Is er in Nederland natuur en wat is de positie van de mens in of ten opzichte van 'de natuur'?
Wildernis- versus cultuurnatuur
Het gebruik van het begrip natuur introduceert verschillende problemen. Tegenover de 'wildernisnatuur' staat cultuur, dat wat door mensen gemaakt is. En het Nederlands landschap is volledig door mensen gemaakt. De grofweg 100 generaties Nederlanders die in deze delta woonden en leefden hebben bossen gekapt, beken gereguleerd, moerassen drooggelegd, veengebieden afgeplagd, woeste gronden ontgonnen en bossen weer aangeplant. Geen vierkante meter is ongemoeid gebleven, zelfs de Delta en het Waddengebied worden op allerlei manieren geëxploiteerd of gemanipuleerd.
Met dat alles samen hangt de vraag of mensen tot de natuur horen of daar buiten staan.
Wat in Nederland natuur genoemd wordt, is in feite een lappendeken van landschapsmusea, zoals Patrick Jansen het omschrijft: gemengd loofbos uit de tijd vóór de mens ging kappen, heide als resultaat van overexploitatie van de zandgronden aan het eind van de 19de eeuw, blauwgraslanden, etc.
Dat wordt mooi geïllustreerd door onderzoek naar pollen in afzettingen van sommige meren. De ontwikkeling in de vegetatie in de tijd is voor bijvoorbeeld het Uddelermeer vastgelegd in pollendiagrammen die de metersdikke lagen sediment van deze oude pingo hebben opgeleverd: een perfect vegetatiearchief over een periode van 10.000 jaar.
Als er in dit pollendiagram één constante aan te wijzen is, is het wel verandering, die voor een deel te maken heeft met klimaatverandering, en in de laatste 3.000 jaar met menselijke activiteit. Dat zijn niet veel meer dan 100 generaties en vermoedelijk heeft geen enkele generatie het landschap achter gelaten zoals het die aangetroffen heeft. Daardoor zal ook de fauna continu veranderd zijn. Typisch Nederlandse weidevogels als kievit, grutto en tureluur zijn van origine steppevogels. Waarschijnlijk komen de meeste van deze soorten van de Russische steppes. Ze konden pas in Nederland neerstrijken toen het bos gekapt was en er wei- en akkerland voor in de plaats kwam. Hetzelfde geldt overigens voor soorten als de huismus en waarschijnlijk ook de boerenzwaluw.
Daartegenover staan de grote zoogdieren die door onze verre voorouders intensief bejaagd werden en verdwenen zijn. Onderwijl gedogen we het kleinere grut als edelhert en wild zwijn soms plaatselijk. Over de wolf kan ik maar beter zwijgen. Biodiversiteit is belangrijk zolang het voor Homo economicus leuk blijft.
Omdat bijna alle natuurgebieden in feite een lappendeken van landschapsmusea zijn, kan maar heel weinig aan “de natuur” overgelaten kan worden. De natuurlijke situatie (de situatie zonder menselijk ingrijpen) van Nederland is bos, en als je ergens een hoekje grond vergeet, staat het binnen een paar jaar vol zaailingen van berk of wilg. Natuurlijk grasland komt in Nederland niet voor, met uitzondering van schorren. Om heide of blauwgrasland in stand te houden moet er regelmatig geplagd of gemaaid worden.
Het is dan ook ongemakkelijk om te spreken over natuurbouw en natuurherstel: over welke natuur hebben we het? Is natuur het gemengd loofbos dat het overgrote deel van Nederland zou bedekken als de mens niet ingrijpt, of het kaalgevreten land van de Oostvaardersplassen, heide, blauwgrasland?
Natuur in Nederland is duur. De kosten voor natuur- en landschapsbeheer bedroegen in 2017 zo’n €1,2 miljard, voor een gebied van ongeveer 740.000 hectare. Wie zich een idee wil vormen over hoe verknipt dit landschapsbeheer is, raad ik aan 5 minuten door dit document te bladeren. Het is bijna absurd om tot te lezen tot in welk mate van detail natuur beheerd wordt om de gewenste toestand te realiseren. Het is voor mij dan ook moeilijk om tot een andere conclusie te komen dan dat natuurbeheer in Nederland vooral neerkomt op grootschalig tuinieren.
Het interview met Liesbeth Bakker daarentegen is een verademing. Haar uitgangspunt, rewilding, is het beheer aan 'de natuur' over te laten. In feite wil zij het wensbeeld (de grote paarse heide) los laten en de mens als manager van biodiversiteit een stapje terug te laten doen. Ze is tevens wijs genoeg om zich te realiseren dat er regelmatig ingegrepen zal moeten worden in gecreëerde incomplete ecosystemen, zoals de Oostvaardersplassen of de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Dit artikel afdrukken
Wat in Nederland natuur genoemd wordt, is in feite een lappendeken van landschapsmuseaVoor een moderne mens in de 21ste eeuw wordt het beeld van natuur gevormd door de camera van David Attenborough of National Geographic. Met beelden die de suggestie wekken van een oernatuur, uit een tijd voor de mens over de planeet zwierf. Natuur als dat deel van de wereld waaruit de mensen weggedacht zijn. In Nederland heeft Ruben Smit met De Nieuwe Wildernis zijn bijdrage geleverd aan dit beeld, met als ondertitel 'ongerepte wildernis in een dichtbevolkt land'.
Wildernis- versus cultuurnatuur
Het gebruik van het begrip natuur introduceert verschillende problemen. Tegenover de 'wildernisnatuur' staat cultuur, dat wat door mensen gemaakt is. En het Nederlands landschap is volledig door mensen gemaakt. De grofweg 100 generaties Nederlanders die in deze delta woonden en leefden hebben bossen gekapt, beken gereguleerd, moerassen drooggelegd, veengebieden afgeplagd, woeste gronden ontgonnen en bossen weer aangeplant. Geen vierkante meter is ongemoeid gebleven, zelfs de Delta en het Waddengebied worden op allerlei manieren geëxploiteerd of gemanipuleerd.
Met dat alles samen hangt de vraag of mensen tot de natuur horen of daar buiten staan.
Wat in Nederland natuur genoemd wordt, is in feite een lappendeken van landschapsmusea, zoals Patrick Jansen het omschrijft: gemengd loofbos uit de tijd vóór de mens ging kappen, heide als resultaat van overexploitatie van de zandgronden aan het eind van de 19de eeuw, blauwgraslanden, etc.
Dat wordt mooi geïllustreerd door onderzoek naar pollen in afzettingen van sommige meren. De ontwikkeling in de vegetatie in de tijd is voor bijvoorbeeld het Uddelermeer vastgelegd in pollendiagrammen die de metersdikke lagen sediment van deze oude pingo hebben opgeleverd: een perfect vegetatiearchief over een periode van 10.000 jaar.
Het pollendiagram van het Uddelermeer laat een verschuiving zien van een dennen/berkenbos zo’n 10 tot 12.000 jaar geleden naar een eiken/beukenbos (vanaf 9.000 jaar geleden). Heidepollen verschijnt vanaf 3.000 jaar (zeg maar 100 generaties) geleden. Roggepollen worden gevonden vanaf de Romeinse tijd. Daarna is er de henneppiek mooi zichtbaar, van rond 1600-1700. Hennep werd vooral gebruikt voor touw, zeil en kleding.
Als er in dit pollendiagram één constante aan te wijzen is, is het wel verandering, die voor een deel te maken heeft met klimaatverandering, en in de laatste 3.000 jaar met menselijke activiteit. Dat zijn niet veel meer dan 100 generaties en vermoedelijk heeft geen enkele generatie het landschap achter gelaten zoals het die aangetroffen heeft. Daardoor zal ook de fauna continu veranderd zijn. Typisch Nederlandse weidevogels als kievit, grutto en tureluur zijn van origine steppevogels. Waarschijnlijk komen de meeste van deze soorten van de Russische steppes. Ze konden pas in Nederland neerstrijken toen het bos gekapt was en er wei- en akkerland voor in de plaats kwam. Hetzelfde geldt overigens voor soorten als de huismus en waarschijnlijk ook de boerenzwaluw.
Daartegenover staan de grote zoogdieren die door onze verre voorouders intensief bejaagd werden en verdwenen zijn. Onderwijl gedogen we het kleinere grut als edelhert en wild zwijn soms plaatselijk. Over de wolf kan ik maar beter zwijgen. Biodiversiteit is belangrijk zolang het voor Homo economicus leuk blijft.
Natuurinclusieve landbouw (NIL) lijkt mij een tegenspraak in termen. Landbouwers en veetelers zijn continu bezig hun omgeving (waterpeil, nutriëntenvoorziening, flora en fauna) te manipuleren. Het streven van NIL is de scherpe kantjes van het landbouwsysteem af te halen, maar heeft niets met natuur te maken, al zijn het buitengewoon sympathieke maatregelen die zeker een positief effect kunnen hebben op de populaties van sommige insecten en vogels.
Omdat bijna alle natuurgebieden in feite een lappendeken van landschapsmusea zijn, kan maar heel weinig aan “de natuur” overgelaten kan worden. De natuurlijke situatie (de situatie zonder menselijk ingrijpen) van Nederland is bos, en als je ergens een hoekje grond vergeet, staat het binnen een paar jaar vol zaailingen van berk of wilg. Natuurlijk grasland komt in Nederland niet voor, met uitzondering van schorren. Om heide of blauwgrasland in stand te houden moet er regelmatig geplagd of gemaaid worden.
Het is dan ook ongemakkelijk om te spreken over natuurbouw en natuurherstel: over welke natuur hebben we het? Is natuur het gemengd loofbos dat het overgrote deel van Nederland zou bedekken als de mens niet ingrijpt, of het kaalgevreten land van de Oostvaardersplassen, heide, blauwgrasland?
In feite wil Bakker het wensbeeld (de grote paarse heide) loslaten en de mens als manager van biodiversiteit een stapje terug te laten doenWensnatuur is duur, laat het aan de natuur over
Natuur in Nederland is duur. De kosten voor natuur- en landschapsbeheer bedroegen in 2017 zo’n €1,2 miljard, voor een gebied van ongeveer 740.000 hectare. Wie zich een idee wil vormen over hoe verknipt dit landschapsbeheer is, raad ik aan 5 minuten door dit document te bladeren. Het is bijna absurd om tot te lezen tot in welk mate van detail natuur beheerd wordt om de gewenste toestand te realiseren. Het is voor mij dan ook moeilijk om tot een andere conclusie te komen dan dat natuurbeheer in Nederland vooral neerkomt op grootschalig tuinieren.
Het interview met Liesbeth Bakker daarentegen is een verademing. Haar uitgangspunt, rewilding, is het beheer aan 'de natuur' over te laten. In feite wil zij het wensbeeld (de grote paarse heide) los laten en de mens als manager van biodiversiteit een stapje terug te laten doen. Ze is tevens wijs genoeg om zich te realiseren dat er regelmatig ingegrepen zal moeten worden in gecreëerde incomplete ecosystemen, zoals de Oostvaardersplassen of de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wow. Wat een goed weloverwogen stuk weer van Jopie.
Klopt als een bus: Natuurbeheer bestaat niet.
Natuur, natuurlijk evenwicht, biodiversiteit ontstaat als je ervan afblijft. Iedere menselijke ingreep werkt verstorend en schaadt het natuurlijke proces of leidt tot verlies van biodiversiteit.
Niet verwarren met bosbouw en exploitatie, dat is een vorm landbouw.
Bij het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek, WSL vond ik de volgende informatie.
Om de natuurbossen en de soorten die daarvan afhankelijk zijn in stand te houden, zijn er sinds de jaren negentig steeds meer natuurbosreservaten aangewezen. Wij zijn belast met de wetenschappelijke observatie van de ontwikkeling van deze bossen en hun biotische gemeenschappen.
Oerbossen - bossen die echt onaangetast zijn door de mens - bestaan nauwelijks nog in Zwitserland. Meer dan 800 bossen die al tientallen jaren niet meer worden beheerd, ontwikkelen zich nu als natuurlijke bosreservaten, nagenoeg zonder menselijk ingrijpen, zonder aanplant. In samenwerking met de ETH Zürich onderzoeken wij al vele jaren hoe 49 van deze reservaten zich ontwikkelen en vergelijken wij ze met beheerde bossen. Ook met collega's in andere landen doen wij onderzoek in oerbossen, bijvoorbeeld oerbeukenbossen in de Oekraïense Karpaten. Dit levert waardevolle vergelijkende gegevens op.
Dood hout habitat (pdf, 12 pagina's).
Een typisch kenmerk van oerbossen, is de grote hoeveelheid dood hout. Bomen sterven af door ouderdom of als gevolg van natuurverschijnselen ziekten en plagen of concurrentie. In beheerde bossen wordt de overgrote meerderheid van de bomen geoogst vóór hun natuurlijke dood.
Dood hout maakt het voortbestaan mogelijk van talrijke soorten die daarvan afhankelijk zijn (xylobionten). Grotere hoeveelheden dood hout en late stadia van ontbinding zijn bijzonder waardevol.
In beheerde bossen ontbreekt deze voor de veeleisende xylobiontensoorten vaak. Velen van hen zijn daarom bedreigd. Deze zeldzame soorten zijn dan ook indicatoren voor de biodiversiteit. In de reservaten wordt een soortenmonitoring uitgevoerd van xylobiontkevers en schimmels. Het onderzoek toont aan dat het aantal zeldzame soorten in dood hout in bosreservaten hoger is dan in commerciële bossen.
Nog een paar wetenswaardigheden.
- 32% van de oppervlakte van het land is bebost.
- Zwitserland heeft de op twee na grootste productie van boshoning en bijenwas in Europa.
- In Zwitserland worden 24 bosbewonende zoogdiersoorten bedreigd waaronder de lynx en de oehoe.
Jopie Duijnhouwer 100 punten, het is wat Nico Gerrits al jaren schrijft.
Het kost een hoop maar daar hebben ze wel wat voor, dit noemen ze berekende schade, overschrijding KDW ofwel van achter de laptop slechte natuur verzinnen.
De komende 10 jaar kost het maar E 1.140.000,= per "werk"dag EXTRA dus dat valt best mee, overigens nog los van de aankoop van nog meer tuintjes ofwel voormalige boerderijen.
Het is zeker een heel opmerkelijke reflectie omdat je ze zo niet veel hoort. Ik weet echter niet of Jopie daarmee de visie van Nico Gerrits op stikstof steunt versus die van Johan Vollenbroek.
Het zou buitengewoon spannend zijn als Nico en Johan hun visie zouden willen geven op deze tekst.
De gedachte van de tekst heeft een aantal lagen. Jopie is niet zo van God's water over God's akker. Wat hem betreft zijn er wel degelijk grenzen aan menselijke arrogantie - zo ken ik hem tenminste.
Jopie gaf hier onlangs dit pijnlijke voorbeeld van wensnatuur die spontane natuur vernielde.
Het zou interessant zijn als Jaap Graveland er ook wat over kan zeggen.
#2 Joep, "Natuur, natuurlijk evenwicht, biodiversiteit ontstaat als je ervan afblijft. Iedere menselijke ingreep werkt verstorend en schaadt het natuurlijke proces of leidt tot verlies van biodiversiteit."
En hoe zie jij het ontstaan van de biodiversiteit ten tijde van de grutto en andere weidevogels, en "Verkade"?
#4, Dick, in de draad die jij aanhaalde heb je ook Nico en Johan opgeroepen te reageren?