Dat zegt Kartika Liotard, Europarlementariër voor Verenigd Links. Ze is tegen en onderbouwt de rationaliteit van haar standpunt met brieven van Nederlandse vleesproducenten. Ook zij pleiten tegen het toestaan van kloonvlees. Volgens Liotard moeten we tegen zijn vanwege het dierenleed dat klonen impliceert. Gekloonde dieren zouden slechts een kleine kans hebben op een gezonde geboorte. Slechts 9 à 10 procent zou levend ter wereld komen. Dat zegt ze in de de NRC van vrijdagavond jl. Het artikel volgt op gesprekken in het Europarlement over de toelating van Amerikaanse kloontech dieren. Of de cijfers helemaal kloppen is de vraag, maar een feit is dat kloondieren op dit moment nog een hoog risico op afwijkingen hebben en dat zelfs broertjes heel verschillend ter wereld kunnen komen.

Nederland wil het vlees verbieden, maar het sperma van kloondieren toestaan. Absurd zegt Liotard. En terecht, want als je tegen bent ben je tegen het sperma. Kloondieren kosten een vermogen en worden gefokt voor de vleeseigenschappen van hun nakomelingen. Ouder- en niet slachtdieren zijn het doel. Juist het sperma moet het geld opleveren, niet het vlees.

Moeten we nou voor of tegen zijn? Weet u het? Niemand weet het, want ook wetenschappers weten het niet. Maar zelfs slagers en melk- en vleesboeren zijn tegen. Waarschijnlijk omdat de publieke opinie niet voor is.

Het Nederlandse Bureau Schuttelaar beweerde onlangs niettemin dat 'een vijfde van Nederland geen probleem heeft met het klonen van dieren'. Een rare formulering, want ruim 70% is tegen zoals zelfs het kabinetsgezinde PowNed het aanmerkelijk correcter formuleerde. Het bureau deed zijn beweringen bij de presentatie van een onderzoeksdocument voor het Consumentenplatform. Het rapport werd bekostigd door de Rijksoverheid.

Onderstaand het door Schuttelaar opgestelde persbericht:

PERSBERICHT

Vijfde Nederlanders vindt klonen dieren geen probleem

Den Haag, 17 maart – Bijna een vijfde van de Nederlanders heeft geen moeite met het klonen van dieren, vooral als deze dierlijke biotechnologie wordt benut voor de gezondheidszorg of een betere opbrengst van dierlijke producten. 70% is echter tegenstander van klonen. Dit blijkt uit onderzoek onder 1000 respondenten.Het wereldberoemde kloonschaap Dolly en haar creator, de Ierse wetenschapper Ian Wilmut

Het klonen van dieren is een belangrijk politiek thema. In Brussel is deze week overleg over het al dan niet verbieden van deze vorm van biotechnologie. De Europese Commissie komt waarschijnlijk met voorstellen voor regelgeving. Het kabinet wil in dat kader een maatschappelijke discussie over klonen van dieren.

Onder klonen van dieren verstaan we het reproductief klonen. Dit is het klonen met de bedoeling een genetisch identieke kloon te creëren die kan uitgroeien tot een volwaardig organisme. Dit kan via embryosplitsing of kerntransplantatie. Op dit moment zijn er wereldwijd ongeveer 20 diersoorten gekloond. Deze toepassing kan van nut zijn voor bijvoorbeeld voedselproductie, medicijnen, sport (toppaarden) of het voorkomen van uitsterving van diersoorten.

Uit het consumentenonderzoek komt naar voren dat mannen veel minder moeite hebben met klonen dan vrouwen (78% versus 61%). Ouderen zijn vaker tegen (75%). Als redenen om tegen klonen te zijn, noemt men vooral ‘niet ingrijpen in de natuur’ en ‘dieren in hun waarde laten.’


Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten niets weten van klonen en niettemin in duidelijke meerderheid tegen zijn. Toch werden de onderzoeksresultaten positief gepresenteerd.
Dit artikel afdrukken