In een recent artikel op Foodlog kwam een duidelijk beeld naar voren over de lobby rond ultrabewerkt voedsel (UPF’s). Deze lobby, die ook wetenschappers voor zijn kar zou spannen, zou de gezondheidsgevaren van UPF’s proberen te bagatelliseren. Is de weerstand die ook uit academische hoek komt inderdaad aangedreven door slim lobbywerk vanuit de industrie, of is er iets anders aan de hand?
Om te beginnen is het belangrijk om duidelijk te krijgen wat UPF’s nu precies zijn. Voor veel mensen staat de term UPF gelijk aan zaken die we intuïtief classificeren als ongezond: “junkfood”, “lege calorieën”, “producten met veel suiker, vet en zout”, etc. Maar het UPF-concept kijkt niet naar de samenstelling van nutriënten, het beoordeelt de mate van bewerking.
Zo is een traditioneel brood geen UPF, maar kan datzelfde brood wel een UPF worden vanwege de toevoeging van een bepaald ingrediënt. Een zelfgebakken taart is geen UPF, een taart uit de supermarkt is dat vaak wel. Traditioneel bier is geen UPF, gin - vanwege de distillatie – per definitie wel. Veel producten die we “junkfood” noemen zijn overigens ook UPF’s, want die producten worden vaak ook met een aantal toevoegingen gemaakt. Er is dus een grote overlap tussen “junkfood” en “UPF”, maar er zijn ook grote verschillen.
Een analyse per productgroep kan hier al wat duidelijkheid scheppen. In dit soort analyses komt vrij consistent naar voren dat de negatieve associaties rond UPF’s vooral worden veroorzaakt door frisdranken en bewerkte vleeswaren. En omdat we die productgroepen relatief veel consumeren leggen ze veel gewicht in de schaal. Andere productgroepen zoals brood en plantaardige alternatieven tonen niet direct een risico.
![](/files/algemeen/subgroep-UPF.jpg)
Credits: The Lancet
Kevin Hall als bewijs
Naast observationele data is er ook beperkte data uit randomized controlled trials (RCTs). De bekendste RCT rond UPF’s is een studie uit het lab van Kevin Hall. Die studie ontdekte dat wie een ultrabewerkt dieet volgde veel meer calorieën tot zich nam dan wie een minimaal bewerkt dieet volgde.
De studie wordt vaak aangehaald als het ultieme bewijs dat UPF’s een gezondheidsrisico vormen. Maar ook deze studie heeft een aantal forse beperkingen. Het UPF-dieet in de studie had per gram voedsel bijvoorbeeld bijna dubbel zoveel calorieën, alsook een andere textuur. Twee zaken waarvan al langer bekend is dat ze een flinke invloed hebben op calorie-inname. Een andere studie vergeleek bijvoorbeeld harde en zachte producten. Die studie concludeerde dat niet de mate van bewerking, maar de zachtheid van producten zorgde voor overconsumptie.
Maar hoe zit het dan met de industrie die achter de schermen de touwtjes in handen heeft? Dat verhaal lijkt weinig basis te hebben in de realiteit. Een mooi voorbeeld is de ophef over de Nordic Nutrition Recommendations (NNR). Deze richtlijnen waarschuwen, net zoals veel andere richtlijnen, niet specifiek voor de gevaren van UPF’s. “Succesvolle lobby door de UPF-industrie”, was de conclusie van velen.
![](/files/algemeen/website_NNR.png)
Credits: Nordic Nutrition Recommendations , Norden.org
De onderzoekers achter de NNR concludeerden dat het categoriseren van voedsel als UPF niets toevoegt aan de bestaande classificaties en aanbevelingen. En wie naar een doorsnee voedingsadvies kijkt, snapt waarom. Zaken als snoep, bewerkte vleeswaren en frisdranken worden al ontraden. Er is al een sterke focus op producten zoals groenten en fruit. Wie de richtlijnen volgt, vermijdt dus automatisch al de UPF’s waarvan we weten dat ze schadelijk zijn. Zo’n richtlijn kun je onmogelijk zien als een lobbydocument uit de voedingsindustrie.
Voordelen van UPFs
Een laatste punt dat nog niet aan bod is gekomen, is dat het bewerken van voedsel ook veel voordelen kan hebben. Je kunt voedsel langer houdbaar maken, de voedselveiligheid verbeteren, duurzamere producten maken, de kostprijs van producten drukken, vitamines en mineralen toevoegen, etc. Maatregelen, zoals een waarschuwing of UPF-belasting, zouden dus ook tal van negatieve effecten kunnen hebben.
Er zijn zeker al interessante inzichten voortgekomen uit onderzoek naar UPF’s, en er staan nog meer interessante onderzoeken gepland. Het UPF-label is in die zin een interessant onderzoeksinstrument. Maar voor consumenten lijkt het label toch eerder verwarrend dan nuttig. Om tot die analyse te komen, hoef je echt geen spreekbuis van de industrie te zijn.
Dit artikel afdrukken
Zo is een traditioneel brood geen UPF, maar kan datzelfde brood wel een UPF worden vanwege de toevoeging van een bepaald ingrediënt. Een zelfgebakken taart is geen UPF, een taart uit de supermarkt is dat vaak wel. Traditioneel bier is geen UPF, gin - vanwege de distillatie – per definitie wel. Veel producten die we “junkfood” noemen zijn overigens ook UPF’s, want die producten worden vaak ook met een aantal toevoegingen gemaakt. Er is dus een grote overlap tussen “junkfood” en “UPF”, maar er zijn ook grote verschillen.
De discussie gaat vooral over producten die nog niet in beeld waren, zoals volkorenbrood uit de supermarkt, waarvan voorheen werd gezegd dat ze oké of zelfs gezond warenTegenstanders van UPF’s wijzen in de eerste plaats naar de vele observationele studies die UPF’s vrij consistent linken aan tal van negatieve gezondheidsuitkomsten. Je zou dus kunnen zeggen dat het vermijden van UPF’s op basis van die data een slimme keuze is. Tegelijk zijn de negatieve gezondheidsuitkomsten uit observationele studies erg logisch en makkelijk te verklaren. Veel UPF’s zijn nu eenmaal producten waarvan we al veel langer weten dat ze ongezond zijn: snoep, bewerkte vleeswaren, frisdranken, etc. De discussie gaat dus vooral over al die andere producten die nog niet in beeld waren, zoals volkorenbrood uit de supermarkt, waarvan voorheen werd gezegd dat ze oké of zelfs gezond waren. Zijn die producten nu toch ongezond, of worden ze onterecht meegesleurd in het UPF-narratief?
Een analyse per productgroep kan hier al wat duidelijkheid scheppen. In dit soort analyses komt vrij consistent naar voren dat de negatieve associaties rond UPF’s vooral worden veroorzaakt door frisdranken en bewerkte vleeswaren. En omdat we die productgroepen relatief veel consumeren leggen ze veel gewicht in de schaal. Andere productgroepen zoals brood en plantaardige alternatieven tonen niet direct een risico.
![](/files/algemeen/subgroep-UPF.jpg)
Credits: The Lancet
Kevin Hall als bewijs
Naast observationele data is er ook beperkte data uit randomized controlled trials (RCTs). De bekendste RCT rond UPF’s is een studie uit het lab van Kevin Hall. Die studie ontdekte dat wie een ultrabewerkt dieet volgde veel meer calorieën tot zich nam dan wie een minimaal bewerkt dieet volgde.
De studie wordt vaak aangehaald als het ultieme bewijs dat UPF’s een gezondheidsrisico vormen. Maar ook deze studie heeft een aantal forse beperkingen. Het UPF-dieet in de studie had per gram voedsel bijvoorbeeld bijna dubbel zoveel calorieën, alsook een andere textuur. Twee zaken waarvan al langer bekend is dat ze een flinke invloed hebben op calorie-inname. Een andere studie vergeleek bijvoorbeeld harde en zachte producten. Die studie concludeerde dat niet de mate van bewerking, maar de zachtheid van producten zorgde voor overconsumptie.
Maar hoe zit het dan met de industrie die achter de schermen de touwtjes in handen heeft? Dat verhaal lijkt weinig basis te hebben in de realiteit. Een mooi voorbeeld is de ophef over de Nordic Nutrition Recommendations (NNR). Deze richtlijnen waarschuwen, net zoals veel andere richtlijnen, niet specifiek voor de gevaren van UPF’s. “Succesvolle lobby door de UPF-industrie”, was de conclusie van velen.
![](/files/algemeen/website_NNR.png)
Credits: Nordic Nutrition Recommendations , Norden.org
De onderzoekers achter de NNR concludeerden dat het categoriseren van voedsel als UPF niets toevoegt aan de bestaande classificaties en aanbevelingen. En wie naar een doorsnee voedingsadvies kijkt, snapt waaromMaar de auteurs van de richtlijnen verdedigden hun onafhankelijkheid en schreven een duidelijk en fel weerwoord. Zo werd er ook door de vleesindustrie veel moeite gedaan om de negatieve effecten van vlees buiten beeld te houden. Als de betrokken academici in de zak van de industrie zaten, waarom waren ze dan niet voor de vleeslobby gezwicht? Of voor de suikerlobby of de alcohollobby? Bovendien lieten de auteurs uitschijnen dat de ongefundeerde beschuldigingen vooral uit de pro-vlees hoek kwamen. En dat is niet verrassend. De vlees- en zuivelsector voelt de bedreiging van plantaardige alternatieven, die meestal onder het UPF-label vallen. Wie de ene lobby aanvalt, helpt zo onbedoeld weer een andere lobby.
De onderzoekers achter de NNR concludeerden dat het categoriseren van voedsel als UPF niets toevoegt aan de bestaande classificaties en aanbevelingen. En wie naar een doorsnee voedingsadvies kijkt, snapt waarom. Zaken als snoep, bewerkte vleeswaren en frisdranken worden al ontraden. Er is al een sterke focus op producten zoals groenten en fruit. Wie de richtlijnen volgt, vermijdt dus automatisch al de UPF’s waarvan we weten dat ze schadelijk zijn. Zo’n richtlijn kun je onmogelijk zien als een lobbydocument uit de voedingsindustrie.
Voordelen van UPFs
Een laatste punt dat nog niet aan bod is gekomen, is dat het bewerken van voedsel ook veel voordelen kan hebben. Je kunt voedsel langer houdbaar maken, de voedselveiligheid verbeteren, duurzamere producten maken, de kostprijs van producten drukken, vitamines en mineralen toevoegen, etc. Maatregelen, zoals een waarschuwing of UPF-belasting, zouden dus ook tal van negatieve effecten kunnen hebben.
Er zijn zeker al interessante inzichten voortgekomen uit onderzoek naar UPF’s, en er staan nog meer interessante onderzoeken gepland. Het UPF-label is in die zin een interessant onderzoeksinstrument. Maar voor consumenten lijkt het label toch eerder verwarrend dan nuttig. Om tot die analyse te komen, hoef je echt geen spreekbuis van de industrie te zijn.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wat ik in het stuk en de discussie mis, zijn enkele mechanistische en logische zaken.
Eenvoudig voorbeeld: brood dat 16 uur fermenteert is echt wel wat anders dan industrieel brood dat met 2u gisten wel klaar is. Het fermenteren zorgt bijvoorbeeld voor het metaboliseren van gluten en produceert metabolieten die we heus niet allemaal kennen, maar waarvan wel duidelijk is dat die niet in de industriële variant voorkomen. Het is niet onredelijk om te veronderstellen dat er verschil is. Idem voor acellulaire zetmelen, wat in traditionele voedingsmiddelen ook nauwelijks te vinden is, maar invloed heeft op de beschikbaarheid van de zetmelen.
Verder is voedingsonderzoek dusdanig zwak dat we er niet al teveel conclusies aan hoeven/mogen verbinden. Wat dan rest is kennis van fysiologie en logica. Laatstgenoemde impliceert o.a. dat onze fysiologie ontwikkeld is gedurende een zeer lange periode waarin de mens evolutionair ontwikkelde en we louter beschikking hadden over dat wat de natuur te bieden had. Complexe voedingsmiddelen, veelal met complexe microbiomen. Ongeacht of dat nu puur carnivoor, of puur plantaardig, of iets ertussenin was (onderzoek suggereert dat alle varianten bestonden), geen van de patronen bevatte zaken die enkel op industriële schaal gemaakt kunnen worden, zoals zaadolieën, geraffineerde suiker, of voedingsmiddelen die stijf staan met smaak- of kleurmiddelen. Daarmee weten we niet wat wat doet, maar kun je wel redelijkerwijs stellen dat voeding die bij onze fysiologie past waarschijnlijk niet-industrieel-bewerkt is. En meer dan waarschijnlijkheden hebben we niet.
Dank voor de uitgebreide reactie Sido.
Er zijn inderdaad heel veel beperkingen bij dit soort observationele studies. Eigenlijk heb je studies nodig die echt product per product gaan vergelijken. Een zelfgebakken taart vs een taart uit de winkel, met evenveel suiker en vet. Een volkorenbrood, wel/niet UPF. En zo verder.
Een studie die dat in bepaalde mate heeft gedaan is Speed limits: the effects of industrial food processing and food texture on daily energy intake and eating behaviour in healthy adults. Hier kregen deelnemers vers fruit versus fruit uit blik, een zelfgemaakte smoothie versus een uit de winkel, etc. Conclusie: geen effect van (ultra-)processing op inname van calorieën. Maar het onderzoek is vrij kleinschalig en keek ook naar een aantal andere zaken.
Reactie op #8:
Aan de andere kant is het ook wel eens goed dat de consument bewust wordt dat brood, margarine en babyvoeding niet vanzelfsprekend gewoon gezonde opties zijn. Voor mij ook het enige positieve punt aan keurmerken; het zet even te denken. En vervolgens gaat de industrie er inderdaad vaak weer mee aan de haal.
Dat aangehaalde onderzoek neemt ook ontbijtgranen en ultra bewerkt brood samen in 1 categorie. De mensen die in hoge mate deze producten consumeren kunnen hele verschillende mensen zijn, de ene groep die vooral industriebrood eet en de andere groep ontbijtgranen; waarbij het negatieve verband met de comorbiditeit vooral te danken zou kunnen zijn aan de consumenten van ontbijtgranen. Ik twijfel of de covariantie-analyse naar leefstijl, etc. dat er wel voldoende uitfiltert.
Ik denk dat de gezondheidsrisico's voor consumenten uit deze categorie ook weinig zal verschillen met mensen die vooral vers brood eten (NOVA 3). Ik zou het dan ook veel interessanter gevonden hebben als de consumptie van brood (nova 3 en 4) als deelcategorie opgenomen was.
nog een kanttekening bij het onderzoek; als ik het goed begrijp is er gekeken naar de consumptie in de afgelopen 12 maanden bij de follow-up studie. Maar ik kan het me niet voorstellen dat er 10 a 12 jaar geleden toen de participanten gerekruteerd werden, mensen al veel plantaardige vleesalternatieven consumeerden. Het niet aangetoonde verband zegt dus weinig. Het is pas interessant als we het verband weten na 10 a 15 jaar continue consumptie van vleesvervangers.
(In het artikel schrijf jij negatieve associatie, dat moet zijn positieve. Verband is wellicht ook betere vertaling voor Association.)
Ik ben het met je eens dat dat deel van de definitie heel arbitrair is. Een dier dat B12-supplementen kreeg is "puur natuur", een product waar B12 aan is toegevoegd is "onnatuurlijk UPF".
Marijn #13 ....en de NOVA classificatie dan? Er is nogal wat bewerking nodig geweest om die vis groot te krijgen.