Het toezicht op de voedselveiligheid en de veterinaire volksgezondheid in Nederland is in tien jaar tijd zodanig verzwakt dat er grotere risico’s zijn als het gaat om het ontstaan van voedselincidenten en omvangrijke schade voor de exportsector. Dat zegt journalist Marcel van Silfhout die op verzoek van Pieter van Vollenhoven een analyse maakte van de handhaving van de voedselveiligheid in Nederland.
Tijdens de formatie van het kabinet Balkenende II in 2003 zou een fundamentele fout gemaakt zijn. De primaire politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werd overgeheveld van het ministerie van Volksgezondheid naar het ministerie Landbouw dat later werd geïntegreerd in Economische Zaken. Dat zegt journalist Marcel van Silfhout.
'Exportbelangen al snel boven alles'
Volgens van Silfhout is de focus van de NVWA op voedselveiligheid en volksgezondheid vanaf 2003 door de onderbrenging bij Landbouw, bezuinigingen, fusies, privatiseringen en reorganisaties ‘uitgebeend’, ‘wegverdund’ en ‘kapotbezuinigd.’ Hij baseert zich op gesprekken met betrokkenen. De in mankracht vrijwel gehalveerde inspectiedienst (van 3700 naar 2175 fte’s in tien jaar tijd) is een ‘speelbal’ geworden van ministeries en politiek en daarmee onvoldoende onafhankelijk en gezaghebbend. Het bedrijfsleven wenst een veel ‘sterkere autoriteit’ die met expertise controleert en de agrarische sector en de voedselindustrie scherp houdt.
Dit zeggen onder meer ex-leidinggevenden, (anonieme) NVWA-ambtenaren en een reeks voedselexperts vanuit het bedrijfsleven, hoogleraren en de oud-ministers Cees Veerman (CDA) en Laurens-Jan Brinkhorst (D66) in het journalistieke onderzoek UITGEBEEND - De strijd om de voedselveiligheid. Van Silfhout voerde het uit op verzoek van de Stichting Maatschappij en Veiligheid onder voorzitterschap van prof. mr. Pieter van Vollenhoven. Het onderzoek - waar ruim zestig bronnen aan meewerken - verschijnt dit najaar in boekvorm.
Hoewel Volksgezondheid nog steeds medeverantwoordelijk is voor de NVWA, ligt het bestuurlijke primaat vanaf 2003 bij Landbouw en inmiddels Economische Zaken. Brinkhorst vindt echter dat Volksgezondheid (VWS) eerstverantwoordelijke zou moeten zijn voor de NVWA. Toenmalig CDA-minister Veerman, die de voedselautoriteit in 2003 onder zijn hoede kreeg, vindt dat nu ook. Veerman zegt dat de landbouwsector uit eigenbelang een stevige ‘’tegenmacht’’ nodig heeft. ‘Anders,’ zegt de oud-landbouwminister, ‘vertrouwen op den duur de politiek en het publiek de landbouwsector niet meer. Bij Landbouw gaan de exportbelangen al snel boven alles.’
'Volksgezondheid op de achtergrond'
Nu de NVWA hoofdzakelijk wordt aangestuurd door het ministerie van Economische Zaken, vindt Veerman dat de expertise vanuit Volksgezondheid én vanuit Landbouw met zijn excellente wetgevingsjuristen nog verder is afgedreven. ‘Toen wij het beheerden, hebben we ervoor gezorgd dat dit nog wel goed ging. Maar ik bestrijd niet dat het na mij niet goed is gegaan. Men is ook nog eens alles bij elkaar gaan doen, tot en met een fusie met de Algemene Inspectiedienst (AID) aan toe. Dat is dwaas, dat hoort daar niet’ zegt Veerman. ‘Het volksgezondheidstoezicht van de Keuringsdienst van Waren is op de achtergrond geraakt.’
De uitspraken van Veerman en Brinkhorst zijn opmerkelijk. Beide oud-ministers waren tijdens de kabinetsformatie in 2003 betrokken bij de beslissing om de Voedsel- en Warenautoriteit weer bij Landbouw onder te brengen. Dat de toen excellent opererende Keuringsdienst van Waren als onderdeel van de net gefuseerde Voedsel- en Warenautoriteit vanuit Volksgezondheid meekwam naar het op de export gerichte Landbouw, is als het ware per ongeluk gebeurd omdat het CDA en Veerman eigenlijk alleen de Rjjksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) met de dierziektebestrijding terug wilden hebben op landbouw.
'NVWA een wangedrocht'
Vooral het wegvallen van gezaghebbende kennis binnen de NVWA, de sterk verminderde inspecties en een te grote afstand tot het ministerie van Volksgezondheid wordt als zorgelijk ervaren omdat dit belangrijke medeoorzaken zijn van veel recente misstanden en incidenten. Met als gevolg onvoldoende toezicht op in gebreke blijvende slachthuizen, het falen van de overheid tijdens de grote Q-koortsuitbraak, het massale gebruik van antibiotica in de veesector met opkomende gevaarlijke antibiotica-resistente bacteriën. Ook de opmerkelijk grote omvang van de laat ontdekte paardenvleesaffaire.
Hoogleraar veterinaire volksgezondheid Frans van Knapen, lid van de raad van advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, noemt de NVWA een ‘wangedrocht,’ en pleit voor een terugkeer naar onafhankelijk staatstoezicht vanuit de Volksgezondheid.
Een hoge ambtenaar bij de voedselwaakhond van de Europese Commissie, de Food and Veterinary Office (FVO), hoort nu al een heel decennium aan dat er soms zaken in Nederlandse slachthuizen niet op orde zijn omdat de voedselautoriteit continue in reorganisaties verkeert. Hij zegt dat Nederland 'ongekende risico's loopt’ met een instabiele voedselautoriteit en zich dat ‘helemaal niet kan veroorloven vanwege de volksgezondheid en de goede reputatie die de enorme exportsector nodig heeft.’
Op de website van de Stichting Maatschappij en Veiligheid is vanaf zondagavond meer te lezen over het onderzoek. In een reportage over de NVWA zal KRO's Brandpunt zondagavond aandacht geven aan het onderzoek van Van Silfhout.
Fotocredits: NVWA
Dit artikel afdrukken
'Exportbelangen al snel boven alles'
Volgens van Silfhout is de focus van de NVWA op voedselveiligheid en volksgezondheid vanaf 2003 door de onderbrenging bij Landbouw, bezuinigingen, fusies, privatiseringen en reorganisaties ‘uitgebeend’, ‘wegverdund’ en ‘kapotbezuinigd.’ Hij baseert zich op gesprekken met betrokkenen. De in mankracht vrijwel gehalveerde inspectiedienst (van 3700 naar 2175 fte’s in tien jaar tijd) is een ‘speelbal’ geworden van ministeries en politiek en daarmee onvoldoende onafhankelijk en gezaghebbend. Het bedrijfsleven wenst een veel ‘sterkere autoriteit’ die met expertise controleert en de agrarische sector en de voedselindustrie scherp houdt.
Dit zeggen onder meer ex-leidinggevenden, (anonieme) NVWA-ambtenaren en een reeks voedselexperts vanuit het bedrijfsleven, hoogleraren en de oud-ministers Cees Veerman (CDA) en Laurens-Jan Brinkhorst (D66) in het journalistieke onderzoek UITGEBEEND - De strijd om de voedselveiligheid. Van Silfhout voerde het uit op verzoek van de Stichting Maatschappij en Veiligheid onder voorzitterschap van prof. mr. Pieter van Vollenhoven. Het onderzoek - waar ruim zestig bronnen aan meewerken - verschijnt dit najaar in boekvorm.
Hoewel Volksgezondheid nog steeds medeverantwoordelijk is voor de NVWA, ligt het bestuurlijke primaat vanaf 2003 bij Landbouw en inmiddels Economische Zaken. Brinkhorst vindt echter dat Volksgezondheid (VWS) eerstverantwoordelijke zou moeten zijn voor de NVWA. Toenmalig CDA-minister Veerman, die de voedselautoriteit in 2003 onder zijn hoede kreeg, vindt dat nu ook. Veerman zegt dat de landbouwsector uit eigenbelang een stevige ‘’tegenmacht’’ nodig heeft. ‘Anders,’ zegt de oud-landbouwminister, ‘vertrouwen op den duur de politiek en het publiek de landbouwsector niet meer. Bij Landbouw gaan de exportbelangen al snel boven alles.’
'Volksgezondheid op de achtergrond'
Nu de NVWA hoofdzakelijk wordt aangestuurd door het ministerie van Economische Zaken, vindt Veerman dat de expertise vanuit Volksgezondheid én vanuit Landbouw met zijn excellente wetgevingsjuristen nog verder is afgedreven. ‘Toen wij het beheerden, hebben we ervoor gezorgd dat dit nog wel goed ging. Maar ik bestrijd niet dat het na mij niet goed is gegaan. Men is ook nog eens alles bij elkaar gaan doen, tot en met een fusie met de Algemene Inspectiedienst (AID) aan toe. Dat is dwaas, dat hoort daar niet’ zegt Veerman. ‘Het volksgezondheidstoezicht van de Keuringsdienst van Waren is op de achtergrond geraakt.’
De uitspraken van Veerman en Brinkhorst zijn opmerkelijk. Beide oud-ministers waren tijdens de kabinetsformatie in 2003 betrokken bij de beslissing om de Voedsel- en Warenautoriteit weer bij Landbouw onder te brengen. Dat de toen excellent opererende Keuringsdienst van Waren als onderdeel van de net gefuseerde Voedsel- en Warenautoriteit vanuit Volksgezondheid meekwam naar het op de export gerichte Landbouw, is als het ware per ongeluk gebeurd omdat het CDA en Veerman eigenlijk alleen de Rjjksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) met de dierziektebestrijding terug wilden hebben op landbouw.
'NVWA een wangedrocht'
Vooral het wegvallen van gezaghebbende kennis binnen de NVWA, de sterk verminderde inspecties en een te grote afstand tot het ministerie van Volksgezondheid wordt als zorgelijk ervaren omdat dit belangrijke medeoorzaken zijn van veel recente misstanden en incidenten. Met als gevolg onvoldoende toezicht op in gebreke blijvende slachthuizen, het falen van de overheid tijdens de grote Q-koortsuitbraak, het massale gebruik van antibiotica in de veesector met opkomende gevaarlijke antibiotica-resistente bacteriën. Ook de opmerkelijk grote omvang van de laat ontdekte paardenvleesaffaire.
Hoogleraar veterinaire volksgezondheid Frans van Knapen, lid van de raad van advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, noemt de NVWA een ‘wangedrocht,’ en pleit voor een terugkeer naar onafhankelijk staatstoezicht vanuit de Volksgezondheid.
Een hoge ambtenaar bij de voedselwaakhond van de Europese Commissie, de Food and Veterinary Office (FVO), hoort nu al een heel decennium aan dat er soms zaken in Nederlandse slachthuizen niet op orde zijn omdat de voedselautoriteit continue in reorganisaties verkeert. Hij zegt dat Nederland 'ongekende risico's loopt’ met een instabiele voedselautoriteit en zich dat ‘helemaal niet kan veroorloven vanwege de volksgezondheid en de goede reputatie die de enorme exportsector nodig heeft.’
Op de website van de Stichting Maatschappij en Veiligheid is vanaf zondagavond meer te lezen over het onderzoek. In een reportage over de NVWA zal KRO's Brandpunt zondagavond aandacht geven aan het onderzoek van Van Silfhout.
Fotocredits: NVWA
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Slager keurt eigen vlees.....
In zijn algemeenheid is de stelling onjuist. De overheid hoort net zoals bij levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong toezicht te houden zonder verantwoordelijkheid over te nemen. Dat betekent dat de producent van het voedingsmiddel verantwoordelijk is tot aflevering aan tussenhandel of verkooppunt. Het toezicht op deze gang van zaken hoort ten volle te liggen bij de overheid en niet bij particuliere organisatie's als KDS.
P W J Peters, Marcel van Silfhout heeft besloten zijn onderzoek nader voort te zetten bij bedrijven. Ik had de eer hem gisteren te vergezellen bij zijn bezoek aan de man die de stelling verdedigt dat de slager juist zijn eigen vlees moet keuren. We bezochten de VION-slachterij in Boxtel. In 1 uur tijd worden daar 1300 varkens geslacht aan 2 lijnen. VIONs eindverantwoordelijke voor kwaliteit is veterinair en voedselveiligheidsexpert Bert Urlings. Urlings leidde ons rond en stelde het zelfs nog scherper: "je moet geen vlees kopen van een slager die niet zijn eigen vlees moet keuren" omdat overheidstoezicht altijd tekort zal schieten.
Ik constateerde vooral een enorme clash tussen toezichts- en veiligheidsculturen, de feitelijke aspecten van voedselveiligheid in de 21e eeuw, het begrip daarvan bij politiek, ambtenaren en toezichthouders. Ik houd dan ook mijn hart vast bij de komende politieke discussie over Van Silfhouts bevindingen en de uitspraken die bestuurlijke voedselveilgheidswatchers daarin doen én het rapport dat staatsscretaris Dijksma naar de Kamer zond vlak voor de roemruchte ZEMBLA-uitzending over vermeende vleesfraudes en poepvlees (wij starten gisteren bij VION om te zien hoe het daar feitelijk mee gesteld is en blijken meer dan welkom voor vervolgonderzoek om ons een compleet beeld te kunnen vormen). Ben blij dat Van Silfhout nu verder duikt in de bedrijvenkant van de zaak.
Ik denk dat de vraag moet luiden: is het toezicht op zelfkeuring waterdicht geregeld? Ik meen te proeven dat u er meer van weet. Wat zou uw reactie op die vraag zijn?
Naar aanleiding van: Ik denk dat de vraag moet luiden: is het toezicht op zelfkeuring waterdicht geregeld? Ik meen te proeven dat u er meer van weet. Wat zou uw reactie op die vraag zijn?
Bij toezicht en handhaving betreffende voedselveiligheid hoort een aantal aspecten: politieke verantwoordelijkheid, onafhankelijkheid, financiering, EU-regelgeving, deskundigheid bevordering.
De politieke verantwoordelijkheid: het primaatschap hoort thuis bij de minister van volksgezondheid, bijgestaan door een kleine groep van voedseldeskundigen (microbiologisch, toxicologisch, genetische modificatie, juridisch (NL én EU).
De onafhankelijkheid: te alle tijden dienen belangen buiten volksgezondheid, zoals handelsbelangen zowel betreffende export en import secundair te worden beschouwd. Derhalve is er bijvoorbeeld geen plaats voor “stichtingen” met commerciële belangen of bindingen bij het toezicht en handhaving.
De financiering: het toezicht en de handhaving van de wet en regelgeving horen volledig gefinancierd te worden door de overheid. Retributie kan hiervoor worden geheven bij de producenten in alle openheid en niet geoormerkt voor bepaalde branches en niet gekenmerkt door convenanten zoals bijvoorbeeld het “roodvlees” convenant. Overigens zijn convenanten buitengewoon dubieus omdat er niet wordt geïmplementeerd wanneer de branche zich niet houdt aan het convenant (bv. de salmonella en campylobacter convenanten bij pluimvee en eieren).
De EU-regelgeving: ontwikkelen van en vormgeven aan regelgeving en het toezicht in EU verband dienen ook primair vanuit volksgezondheid plaats te vinden (Chief Food and Veterinary Officer) ; natuurlijk met secundair samenwerking met EZ. Dit geldt ook voor het overleg met de EU-Commissie en haar Food and Veterinary Office.
De Deskundigheid Bevordering: de VWA hoort net zoals in de periode vóór overbrenging van de VWA naar Landbouw en EZ niet de taak van de branche organisaties over te nemen en zich niet bezig te houden met voorlichting en instructies. De bedrijven, groot en klein, in de voedselketen horen zich door aantrekken van voedselveiligheidsdeskundigen eventueel via branche organisaties en door scholing zelf deze taak te vervullen. De VWA duidelijk niet, omdat men dan zelf zijn eigen activiteiten gaat controleren en wederom verantwoordelijkheid overneemt van de plaats waar deze thuishoort, namelijk de producent en verhandelaar.
P W J Peters, zou u het eens kunnen zijn met de stelling dat een bedrijf dat zijn eigen controle doet moet worden gecontroleerd door een volkomen onkreukbare registeraccountant op basis van een waterdichte administratie van Key Performance Indicatoren die iedere batch product binnen een half uur moet kunnen traceren, zelfs als een half jaar later na productie pas een probleem opduikt?
Dit rapport gaat weer leuke (re)acties opleveren, resulterend in meer regels, extra kosten, groter wantrouwen, moeizamere afzet en daarmee tot (verdere) uitholling van het renderend vermogen van de bedrijven in de voedingsketens. Hoe deze neerwaartse spiraal om te buigen, lijkt me de uitdaging voor de komende maanden.
Ik maak uit het artikel op dat tekort schietend toezicht risico's met zich mee zou brengen voor 'het ontstaan van voedselincidenten' en 'omvangrijke schade voor de exportsector'. Het eerste lijkt me een volksgezondheidsaspect, het tweede een economische. Is het toeval dat de redactie van Foodlog van deze twee juist voor de export(belangen) kiest in de titel? (Er had kunnen staan '....bedreigt volksgezondheid'.) Er zit bovendien de veronderstelling in dat de binnenlandse consument het allemaal maar pruimt en gewoon Nederlandse waar blijft eten. Of, misschien nóg verder gezocht, zit er de veronderstelling in dat we wel kunnen vertrouwen op het zelfreinigend vermogen van de sector en dat verminderd toezicht zich niet direct laat vertalen in meer incidenten (want het voedsel is nog nooit zo veilig geweest). Kortom, ook dit rapport laat zich weer veelvuldig misbruiken voor welke (politieke) agenda dan ook. Als Van Silfhout klaar is met het onderzoek bij en boek over het bedrijfsleven, kan hij wellicht de trilogie afmaken door te onderzoeken hoe politiek, andere belangenorganisaties en pers met dit heikele onderwerp en de recente rapporten omgaan.