Het Franse Lactalis maakte recent bekend dat het wil snijden in zijn melkaanvoer. Tussen nu en 2030 wil de grootste zuivelonderneming ter wereld 450 miljoen kilo melk afstoten, ofwel 9% van haar Franse melkplas. Met deze stap wil het familiebedrijf de balans tussen zuivelproducten waar het geld aankan verdienen en minder rendabele zuivelingrediënten aanpassen. De beslissing van Lactalis zorgt voor opschudding en bezorgdheid in de Franse melkveehouderij.
De aankondiging van Lactalis om te snijden in zijn melkplas kwam vorige week als een donderslag bij heldere hemel voor veel Franse melkveehouders. Het hoofd van de grootste landbouworganisatie van Frankrijk, FNSEA, veroordeelde het besluit als “een explosie voor de zuivelindustrie” in Frankrijk. “Voor ons gaat het erom dat melkproducenten iemand blijven vinden om hun melk op te halen”, zei Arnaud Rousseau tegen France info radio, waarbij hij zei dat het "te vroeg" was om een inschatting te geven van het aantal koeien dat zou kunnen verdwijnen.
Ook de boerenorganisatie Confédération paysanne wijst op het gevaar dat boeren binnenkort hun melk niet meer kwijt kunnen. “We zijn nooit gestopt met waarschuwen voor de structurele economische afhankelijkheid van producenten van zuivelfabrieken.” Ze beschuldigt de melkerij ervan dat deze de “daling van de melkinzameling gebruikt om producenten te elimineren en druk uit te oefenen op de overblijvers”.
Grote internationale concurrentie
Lactalis wil eind 2030 zo’n 450 miljoen liter snijden in zijn totale melkplas van 5,1 miljard liter. Dat komt neer op 9% van zijn Franse melkplas. In een verklaring wijst het bedrijf op een ongunstige balans tussen fast moving consumer goods (FMCG) en zuivel ingrediënten in haar portfolio. “75% van de in Frankrijk opgehaalde melk wordt verwerkt tot fast moving consumer goods (FMCG) en 25% tot zuivelingrediënten. Voor Lactalis is deze verdeling ongunstiger met 70% in FMCG en 30% in ingrediënten.”
Veel van deze ingrediënten, voornamelijk melkpoeder, worden op de internationale markt afgezet waar het bedrijf te kampen heeft met hevige concurrentie uit landen zoals Nieuw-Zeeland. Hierdoor betaalt het concern naar eigen zeggen bij tijden meer voor de melk dan het er uiteindelijk voor terugkrijgt. De FMCG-markt in Frankrijk zit aan de andere kant juist in de lift.
Door te snijden in de productie van ingrediënten wil de zuivelverwerker de balans herstellen en de afhankelijkheid van de volatiele wereldmarkt terugdringen. Dit zou zich ook moeten vertalen in betere prijzen voor de overblijvers. Lactalis wijst er verder op dat andere Franse melkerijen deze strategie al langer toepassen.
Om te beginnen zal de melkophaling tussen nu en 2026 “in het oosten en zuiden van de Pays de la Loire” worden verminderd. De belangrijkste melkproducerende regio's Bretagne en Normandië in het westen van het land worden ontzien. “Wellicht spelen de lange afstanden in Frankrijk ook een rol bij dit besluit. In gebieden met minder melkveebedrijven is de logistiek een kostelijk gebeuren”, oppert een expert in de Vlaamse zuivelsector.
Niet alleen komt het besluit van Lactalis voor getroffen boeren als een heuse schok, ook Vlaamse en Nederlandse melkveehouders zullen wellicht met hun ogen knipperen. In deze regio’s zijn de zuivelbedrijven al jaren verwikkeld in een strijd om meer melk. In de 'war for milk' vechten Milcobel, Royal Friesland Campina, Royal A-ware en andere spelers voor elke liter melk.
Toch zijn er wel enige gelijkenissen tussen het besluit van Lactalis om zich op beter valoriserende producten te richten. In België heeft Milcobel bijvoorbeeld eerder dit jaar aangekondigd te snijden in de productie van poedermelk en zich op meer valoriserende producten te willen focussen. Maar deze beslissing had meer te maken met de dalende melkaanvoer dan met een overschot ervan.
Franse melkplas en binnenlandse consumptie
De totale Franse melkinzameling bedraagt momenteel ongeveer 24 miljard liter koemelk. Lactalis is de grootste melkinzamelaar in Frankrijk (met 4,9 miljard liter koemelk), vóór de coöperatie Sodiaal (met 4,2 miljard). "De Franse melkproductie overtreft de nationale consumptie. Bijna 1 liter op 2 van de in Frankrijk opgehaalde melk is bestemd voor internationale markten", laat Lactalis nog weten.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Vilt.
Dit artikel afdrukken
Ook de boerenorganisatie Confédération paysanne wijst op het gevaar dat boeren binnenkort hun melk niet meer kwijt kunnen. “We zijn nooit gestopt met waarschuwen voor de structurele economische afhankelijkheid van producenten van zuivelfabrieken.” Ze beschuldigt de melkerij ervan dat deze de “daling van de melkinzameling gebruikt om producenten te elimineren en druk uit te oefenen op de overblijvers”.
Grote internationale concurrentie
Lactalis wil eind 2030 zo’n 450 miljoen liter snijden in zijn totale melkplas van 5,1 miljard liter. Dat komt neer op 9% van zijn Franse melkplas. In een verklaring wijst het bedrijf op een ongunstige balans tussen fast moving consumer goods (FMCG) en zuivel ingrediënten in haar portfolio. “75% van de in Frankrijk opgehaalde melk wordt verwerkt tot fast moving consumer goods (FMCG) en 25% tot zuivelingrediënten. Voor Lactalis is deze verdeling ongunstiger met 70% in FMCG en 30% in ingrediënten.”
Veel van deze ingrediënten, voornamelijk melkpoeder, worden op de internationale markt afgezet waar het bedrijf te kampen heeft met hevige concurrentie uit landen zoals Nieuw-Zeeland. Hierdoor betaalt het concern naar eigen zeggen bij tijden meer voor de melk dan het er uiteindelijk voor terugkrijgt. De FMCG-markt in Frankrijk zit aan de andere kant juist in de lift.
Door te snijden in de productie van ingrediënten wil de zuivelverwerker de balans herstellen en de afhankelijkheid van de volatiele wereldmarkt terugdringen. Dit zou zich ook moeten vertalen in betere prijzen voor de overblijvers. Lactalis wijst er verder op dat andere Franse melkerijen deze strategie al langer toepassen.
Niet alleen komt het besluit van Lactalis voor getroffen boeren als een heuse schok, ook Vlaamse en Nederlandse melkveehouders zullen wellicht met hun ogen knipperen. In deze regio’s zijn de zuivelbedrijven al jaren verwikkeld in een strijd om meer melkBelangrijkste melkregio's worden gespaard
Om te beginnen zal de melkophaling tussen nu en 2026 “in het oosten en zuiden van de Pays de la Loire” worden verminderd. De belangrijkste melkproducerende regio's Bretagne en Normandië in het westen van het land worden ontzien. “Wellicht spelen de lange afstanden in Frankrijk ook een rol bij dit besluit. In gebieden met minder melkveebedrijven is de logistiek een kostelijk gebeuren”, oppert een expert in de Vlaamse zuivelsector.
Niet alleen komt het besluit van Lactalis voor getroffen boeren als een heuse schok, ook Vlaamse en Nederlandse melkveehouders zullen wellicht met hun ogen knipperen. In deze regio’s zijn de zuivelbedrijven al jaren verwikkeld in een strijd om meer melk. In de 'war for milk' vechten Milcobel, Royal Friesland Campina, Royal A-ware en andere spelers voor elke liter melk.
Toch zijn er wel enige gelijkenissen tussen het besluit van Lactalis om zich op beter valoriserende producten te richten. In België heeft Milcobel bijvoorbeeld eerder dit jaar aangekondigd te snijden in de productie van poedermelk en zich op meer valoriserende producten te willen focussen. Maar deze beslissing had meer te maken met de dalende melkaanvoer dan met een overschot ervan.
Franse melkplas en binnenlandse consumptie
De totale Franse melkinzameling bedraagt momenteel ongeveer 24 miljard liter koemelk. Lactalis is de grootste melkinzamelaar in Frankrijk (met 4,9 miljard liter koemelk), vóór de coöperatie Sodiaal (met 4,2 miljard). "De Franse melkproductie overtreft de nationale consumptie. Bijna 1 liter op 2 van de in Frankrijk opgehaalde melk is bestemd voor internationale markten", laat Lactalis nog weten.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Vilt.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Er zit natuurlijk niet alleen een bedrijfseconomische maar ook een milieu-economische kant aan de zaak. Je ziet hier dat de markt de productie concentreert in de gebieden die daar het best geschikt voor zijn. Op private kosten, niet op de externe kosten van de productie.
Als door de Lactalis actie boeren in Zuid-Frankijk stoppen met melk en kastanjebomen gaan aanplanten heeft Frankrijk het makkeliker met de CO2 en KRW opgave dan de melk-gordel die door produceert.
Als (dan) door milieumaatregelen de kostprijs hier omhoog gaat , niet zou worden opgevangen door schaalvergroting of innovatie en er dus wat productie wegvalt, kan dat leiden tot wat hogere prijzen in de Europese markt, waardoor de marge bij Lactalis weer wat verbeterd. Dat werkt overigens vooral in de Europese markt (op zijn best), Het eerste wat gebeurt is vermoedelijk terug trekken van de onrendabele wereldmarkt.
Het geeft weer eens aan hoe door dit soort besluiten / concurrentieverhoudingen het begrip Level Playing Field lastig is (hier zijn maatregelen nodig die in Frankrijk wellicht niet mogelijk zijn). En dat het niet alleen gaat om de plekken waar je melk maakt, maar ook om de plekken waar je natuur wilt hebben (als de Franse grond uit productie gaat).
Er zit ook nog een leerzaam puntje in de case over het feit hoe lastig het kan zijn om als kleine groep een doorbraak in een transitie naar duurzame landbouw te bereiken. Dat zie je aan die 26 biboeren die voortaan als gangbaar moeten leveren en dus vermoedelijk terugschakelen. De kleine melkstroom vanuit die regio heeft blijkbaar te weinig volume om qua transport rendabel te zijn. Omdat die groep in het gebied vermoedelijk een positieve invloed, ook voor gangbare collega's, op de KRW doelstellingen heeft, staat het gebied voor de keuze: of een veel grotere groep bio zodat die stroom dik genoeg is, of weg met de bioproductie ((en dan iedereen een stapje meer voor de KRW).
Boeren doe je nooit alleen, je bent ook in die sector afhankelijk van het gedrag van de concullega's.
@Dick Veerman: zoals ik in mijn bijdrage hieronder al suggereerde, ben ik het met je eens dat NL cq RFC vermoedelijk hetzelfde issue heeft. In vrijwel elk bedrijf is het voor de marginale, laatste 10% productie een afweging tussen de schaalvoordelen van een wat lagere kostprijs omdat je de vaste kosten over meer producten kunt uitsmeren, en het feit dat je daar een groep klanten voor moet vinden die veelal niet bereid zijn de hogere prijs te betalen van de andere 90%. Bij gedwongen krimp van de sector zoals nu komt daar dus bij hoe snel je die capaciteit kunt aanpassen zonder teveel schaalnadelen.
Het mechanisme laat zich inderdaad ook makkelijk vertalen in productie voor de EU markt en productie voor de wereldmarkt van veelal anonieme melkpoeder (niet uitsluitend, hier en daar is Friese Vlag best een merk dat vermoedelijk pricing power heeft). Met 120 koeien concurreren met Amerikaanse bedrijven met 2500 koeien is best lastig. Maar het geldt ook binnen Europa waar de marginale productie weg moet via private label, acties en stuntweken etc.
Overigens kunnen in besluiten om de omvang op het oude niveau te houden ook belangen van werknemers en directie een rol spelen. De boeren/eigenaren hebben veel maar niet alle macht in een organisatie.
Het mechanisme was voor mij een paar jaar geleden aanleiding om het systeem van verplicht duurzaam inkopen voor te stellen: als je aanvaardt dat de productie met 10% terugloopt, en je wil de slag maken naar het afscheid maken van de minst-duurzame productie dan moet je melk (net als huizen met het energielabel) een eco-score voor duurzaamheid geven (A-E) en verplicht je de zuivelindustrie (en slachterijen) om een oplopend percentage A/B-melk in te kopen en de meerkosten aan boeren te betalen, deels ten koste van de 10% die je niet meer wil en deels door je te richten op de duurzaamste segmenten in de markt die voor A betalen. Net zoals bijmengen van biobrandstof in benzine of in de jaren 50 inlandse granen in de maalindustrie.
Krijn Poppe, ik heb altijd begrepen dat Nederland een (te) hoge kostprijs heeft voor een land dat zich op markten buiten de EU beweegt. Ik kan zo snel geen actueler staatje vinden dan dit uit 2020 dat een mondiale vergelijking maakt.
Daar stond toen al met zoveel woorden dat ons land te duur is geworden voor merkloze melkpoeder of folie-kaas en dus voor leden die boven de vraag naar merkartikelen produceren. Die 20% nekt ook coöperatie FrieslandCampina, die om die redenen juist gebaat is bij dezelfde strategie als nu Lactalis uitvoert: alleen inkoop die goed tot waarde te brengen is. Krimp is dus goed voor de bedrijfswinst. Kennelijk vindt RFC die krimp nu genoeg of - en dat is waarschijnlijker - de coop voorziet zoveel krimp dat het bestuur vast een voorschot neemt op relatieverbetering met haar leden.
Toch is de stelling dat Nederland gaat lijken op Lactalis op EU-niveau best gerechtvaardigd: de productie moet op de thuismarkt tot waarde worden gebracht omdat productie in de EU te duur wordt in relatie tot de VS en Oceanië.
Voor wie een een kostenvergelijking tussen Europese landen boeiend vindt: de duurste relevante productielanden in de EU zijn Frankrijk en Letland.
ik heb niet veel aan Krijn Poppe toe te voegen ellen-maureen colpa
Als ik me niet vergis is de vergrijzing onder boeren in Frankrijk nog hoger dan hier. Tegelijk vaak nog wat meer combinatie met akkerbouw, waarmee de klappen wat meer opgevangen worden. Dat de productie verder daalt in het huidige marktgewricht ligt volgens mij voor de hand.
Frankrijk is geen melk-eldorado en Lactalis geen coöperatie. De Europese 'milk belt'(melkgordel) loopt van Ierland over Engeland, beetje NW Frankrijk (Normandië), lage landen, naar Denemarken, Noorden van Duitsland en zo naar de Baltische staten. Grootste deel van Frankrijk ligt daar buiten en dat wordt niet minder met klimaatverandering. Daar zijn productiekosten hoger dan in de witte gordel.
De laatste 20 % of zo gaat weg tegen de laagste prijzen, naar de wereldmarkt en zonder toegevoegde waarde van merkproducten. Bij een coöperatie verlaagt dat de gemiddelde melkprijs, bij een private onderneming de winst. De coöperatie moet wel, want de leden willen hun melk verwerkt zien, de particulier stuurt op rendement en bouwt dus niet-rendabele productie af. En met een hoge cost of capital is productie eerder onrendabel voor een particulier dan voor een coöperatie. De inkrimping wordt logischerwijze gevonden in melk met relatief hoge transportkosten naar de fabriek, zoals de biobedrijven of gebieden waar men maar weinig leveranciers heeft of die verder weg liggen van de fabriek - hoe goed die boeren ook zijn in melkproductie.
Dat de boeren van een coöperatie zoals RFC nieuwe collega's zoeken en de productie min of meer in stand willen houden, komt niet omdat voor hen dat mechanisme dat er aan de laatste 20% minder wordt verdiend, niet geldt, maar naar ik vermoed omdat ze fabrieken niet zo snel kunnen afbouwen dan de aanvoer van huidige leden terugloopt. Of men heeft hele goede speciale producten en merken waar ineens veel meer vraag naar is en waarvan laatste, marginale, 10% niet met acties wordt weggezet.