Nick Trachet ontdekt een grote en gevaarlijke plant. In Iran is het gewoon een keukenkruid.
Wat zegt u het woord berenklauw? Plots stokken de gesprekken, trekt een aantal mensen wit weg, hapt een ander naar adem. Het is een grote en gevaarlijke plant die lang een invasie op onze bermkanten heeft gepleegd.
Brandwonden en blaren
Niet alleen ziet de meer dan manshoge plant er imposant uit, maar als je hem aanraakt, zorgt hij voor brandwonden en blaren op de huid, die overgevoeligheid voor licht veroorzaken, littekens, één grote miserie. Het is een plant uit de Kaukasus die als sierplant werd ingevoerd. De reuzenberenklauw is een schermbloemige (Apiaceae): Heracleum mantegazzianum.
Iraanse specialiteiten
Ik wandelde een winkeltje binnen met Iraanse specialiteiten. De hartelijke baas is hier veertig jaar geleden aangeland op de vlucht voor de ayatollahs en is wat noodgedwongen winkelier geworden. “Nadat we hier waren aangekomen, sloot een vriend een weddenschap met mij, dat we binnen een jaar weer in Iran zouden staan!
Al veertig jaar lang gaan we nu één keer per jaar op zijn kosten eten,” zegt hij lachend. “Hij heeft zijn weddenschap verloren.” “Gaandeweg leerde ik meer en meer over mijn eigen Iraanse keuken door de producten die ik verkoop,” voegt hij er nog lachend aan toe. Nu ja, lachend. Een mop die veertig jaar duurt is natuurlijk ook weer niet zo grappig.
Wat weet u van de Perzische keuken? “Groenten, dadels,” vertelt de man enthousiast. En natuurlijk heeft hij ook kaviaar: “Op bestelling.” Ik neus wat rond achteraan tussen de pakjes en zakjes, en stuit op rozenwater, appelsienbloesemwater, brandnetelwater (?) en uiteindelijk een lading kruiden, waaronder … berenklauw.
Keukenkruid
“Perzische berenklauw,” staat er op de verpakking. Het gaat hier om nog een andere soort, Heracleum persicum. Net als de reuzenberenklauw lijkt deze soort in Europa ook een lastige indringer, vooral in Scandinavië. Hij woekert zo erg in het noorden van Noorwegen, boven de poolcirkel, dat men daar schertsend spreekt van de ‘Tromsø-palm’. De berenklauw is daar een beetje een regionaal symbool geworden. Hij schiet omhoog in de midzomernacht en de uitgedroogde stengels staan er nog heel de donkere winter door.
In dit pakje dus als keukenkruid. De winkelier legt mij uit dat het bij bonen past (zou de ‘muzikaliteit’ van bonen intomen), maar ook tegen hoge bloeddruk werkt en wat weet ik nog al niet. Ook bij vis, en bij vlees, bij alles, zeg maar. Meekoken met de bereiding, zegt hij mij, of op het einde bestrooien.
Ik heb een pakje meegebracht en er droog van geproefd: bitter, ook een beetje scherp, maar met een heel eigen parfum. Het is, zo heb ik opgezocht, vooral van de vruchten van de plant gemaakt en het heet in het Farsi (Perzisch) golpar. Men strooit het vaak over granaatappelvruchtjes. Of men mengt het met azijn om er slabladeren in te dopen bij het eten. Iets helemaal anders. Smakelijk.
Brandwonden en blaren
Niet alleen ziet de meer dan manshoge plant er imposant uit, maar als je hem aanraakt, zorgt hij voor brandwonden en blaren op de huid, die overgevoeligheid voor licht veroorzaken, littekens, één grote miserie. Het is een plant uit de Kaukasus die als sierplant werd ingevoerd. De reuzenberenklauw is een schermbloemige (Apiaceae): Heracleum mantegazzianum.
Wat zegt u het woord berenklauw? Plots stokken de gesprekken, trekt een aantal mensen wit weg, hapt een ander naar ademDe plant kreeg heel wat aandacht in de media en de meeste Belgen zijn bijna vergeten dat er ook een ‘gewone’ berenklauw bestaat, Heracleum spondylium, die op zijn best ‘maar’ anderhalve meter hoog wordt en gewoon een lieflijke Europese weideplant is. Aan de vorm van de bladeren van deze plant kan je zien waarom hij berenklauw heet, bij die exoot zijn de bladeren anders, niets met beren te maken. Onze berenklauw (in het Frans la grande berce) staat bekend als eetbaar, volgens een plukkersgids zelfs met een saveur unique, pikant en vers met een sinassmaak? Om dat te testen moeten we nog een paar maanden wachten, de plant is nu nog niet boven de grond.
Iraanse specialiteiten
Ik wandelde een winkeltje binnen met Iraanse specialiteiten. De hartelijke baas is hier veertig jaar geleden aangeland op de vlucht voor de ayatollahs en is wat noodgedwongen winkelier geworden. “Nadat we hier waren aangekomen, sloot een vriend een weddenschap met mij, dat we binnen een jaar weer in Iran zouden staan!
Al veertig jaar lang gaan we nu één keer per jaar op zijn kosten eten,” zegt hij lachend. “Hij heeft zijn weddenschap verloren.” “Gaandeweg leerde ik meer en meer over mijn eigen Iraanse keuken door de producten die ik verkoop,” voegt hij er nog lachend aan toe. Nu ja, lachend. Een mop die veertig jaar duurt is natuurlijk ook weer niet zo grappig.
Wat weet u van de Perzische keuken? “Groenten, dadels,” vertelt de man enthousiast. En natuurlijk heeft hij ook kaviaar: “Op bestelling.” Ik neus wat rond achteraan tussen de pakjes en zakjes, en stuit op rozenwater, appelsienbloesemwater, brandnetelwater (?) en uiteindelijk een lading kruiden, waaronder … berenklauw.
Keukenkruid
“Perzische berenklauw,” staat er op de verpakking. Het gaat hier om nog een andere soort, Heracleum persicum. Net als de reuzenberenklauw lijkt deze soort in Europa ook een lastige indringer, vooral in Scandinavië. Hij woekert zo erg in het noorden van Noorwegen, boven de poolcirkel, dat men daar schertsend spreekt van de ‘Tromsø-palm’. De berenklauw is daar een beetje een regionaal symbool geworden. Hij schiet omhoog in de midzomernacht en de uitgedroogde stengels staan er nog heel de donkere winter door.
De winkelier legde mij uit dat het bij bonen past, maar ook tegen hoge bloeddruk werktPerzische berenklauw bevat net als de reuzenversie de blarentrekkende gifstof, maar toch iets minder, want de Perzische soort wordt al heel lang als voedsel gebruikt.
In dit pakje dus als keukenkruid. De winkelier legt mij uit dat het bij bonen past (zou de ‘muzikaliteit’ van bonen intomen), maar ook tegen hoge bloeddruk werkt en wat weet ik nog al niet. Ook bij vis, en bij vlees, bij alles, zeg maar. Meekoken met de bereiding, zegt hij mij, of op het einde bestrooien.
Ik heb een pakje meegebracht en er droog van geproefd: bitter, ook een beetje scherp, maar met een heel eigen parfum. Het is, zo heb ik opgezocht, vooral van de vruchten van de plant gemaakt en het heet in het Farsi (Perzisch) golpar. Men strooit het vaak over granaatappelvruchtjes. Of men mengt het met azijn om er slabladeren in te dopen bij het eten. Iets helemaal anders. Smakelijk.
Fotocredits: 'Golpar', Nick Trachet
Dit artikel afdrukken
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De wilde pastinaak, met die groengelige schermpjes (zelfde familie als de reuzenberenklauw), is ook behoorlijk blaartrekkend. Ik laat de tweejarige plant her en der lekker groeien; trekt talloze insecten aan, oa de rups van het koninginnenpage eet ervan. Heb er altijd wel blaren en verkleuringen van, en een klein wratje ervan op mijn hand. De wortel van de gekweekte pastinaak heeft een sterke karakteristieke smaak.
Ook de inheemse berenklauw is eetbaar. De zaden (die je zowel vers als gedroogd kunt verwerken) doen denken aan citrusfruit, koriander of kardemom. Ook de jonge stengels en nog 'verpakte' bloemknoppen zijn eetbaar (gestoomd of gewokt). Heel subtiel van smaak. Wel even uitkijken bij het plukken, omdat de plant fototoxisch is (maar lang niet zo heftig als de reuzenberenklauw).
't Lijkt wel of alle woekeraars ons tegemoet komen om te eten. Ook de woekerende Japanse Duizendknoop, Zevenblad en Kweekgras zijn zeer de moeite waard om te eten. Jammer dat je niet weet of ze bespoten zijn, dat zie pas als het te laat is om te oogsten wanneer ze oranje verkleuren. Zou verboden moeten worden.
Of berenklauw in Scandinavië wordt gegeten weet ik niet, zevenblad wel althans in de betere horeca.