Van de ontwikkeling van smaakvoorkeuren bij baby’s tot de invloed van leefstijl op psychiatrische aandoeningen. Voeding speelt een cruciale rol in ons welzijn. Gerry Jager van Wageningen University & Research (WUR) vertelt over hoe voorkeuren voor smaak en voedsel ontstaan. Jong geleerd is oud gedaan. Wist je dat baby’s in de baarmoeder al smaak ervaren? De foetus reageert op smaken in het vruchtwater via het dieet van de moeder, wat kan leiden tot een voorkeur voor zoet en een afkeer van bitter.

De meeste smaakvoorkeuren ontwikkelen we door ervaring. Dit proces begint al in het eerste levensjaar, een periode die Jager aanduidt als een ‘window of opportunities’. Die schep appelmoes om de bittere smaak van spruitjes te maskeren helpt, maar is niet nodig. Nieuwe smaken blijven proberen, kan kinderen overhalen ze lekker te gaan vinden, zelfs als ze de smaak eerst niet lekker vonden. Onderzoek toont aan dat herhaaldelijk aanbieden van bijvoorbeeld soep leidt tot meer soep eten en dus ook tot meer groenten, een hoopvolle boodschap voor ouders. Bovendien verdwijnen die voorkeuren niet zomaar.

Het onderzoek van Jager onderstreept het belang van gevarieerde voeding tijdens de eerste 1000 dagen van een kind. Toch zijn onze voedselvoorkeuren niet statisch. Jager benadrukt dat deze voorkeuren door de jaren heen veranderen als gevolg van zowel interne als externe signalen. Bij jonge kinderen spelen interne signalen zoals honger en verzadiging een grote rol, terwijl volwassenen meer beïnvloed worden door externe factoren zoals hun sociale omgeving en marketing. Volwassen doen zoals hun omgeving doet en wordt geprogrammeerd.

Tienerstrijd
Psychiater Annemarie van Elburg legt de vinger op de zere plek: “Eten moet je leren.” Eten weerspiegelt een complexe relatie tussen voeding, biologie en psychologie. Zo is de adolescentie een kritieke periode voor voedselkeuzes. Hoewel jongeren vaak goed op de hoogte zijn van wat gezond is, handelen ze daar niet altijd naar. Dit komt doordat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn waarbij er een disbalans is tussen hersencircuits die beloning stimuleren en hersencircuits die de rem erop gooien. Ondanks hun kennis over gezond eten geven tieners snel de voorkeur aan direct bevredigende, vaak ongezonde voedingsmiddelen. Ze grijpen sneller naar patat en chips en een hamburger dan naar een appel. Jager is ervan overtuigd dat een gezonde eetomgeving helpt. Thuis, weg van de marketingwereld, kunnen ouders een voedzaam en gezond ontbijt en avondmaal op tafel zetten.

Proeven met je brein
Met het ouder worden neemt de perceptie van smaak en geur af, wat invloed heeft op het eetgedrag. Onderzoek van WUR-emeritus Kees de Graaf laat zien dat vooral ouderen, naast sociale factoren zoals eenzaamheid, minder genieten van eten. Dit kan leiden tot ondervoeding en verlies van eetlust: niets smaakt zoals het ooit smaakte. De Graaf suggereert dat het inspelen op smaakassociaties en nostalgie effectiever kan zijn dan simpelweg de smaakintensiteit van voeding verhogen door het toevoegen van smaakversterkers zoals zout of extracten. Het is immers bekend dat smaak ook tussen je oren zit in de vorm van verwachtingen die je spontaan proeft zonder dat ze echt smaak hebben.

Volgens WUR-onderzoeker Sanne Boesveldt werken de hersenen samen met onze zintuigen bij het proeven van eten. Niet alleen smaak, maar ook geur, textuur en het geluid van eten spelen een rol in onze voedselkeuzes en eetgedrag. Dit kan verklaren waarom de geur van vers gebakken appeltaart ons doen verlangen naar het taartje. Tegelijkertijd kan het echte verlies van geur het eetgedrag en de kwaliteit van leven vergallen van ouderen mensen met Alzheimer of de ziekte van Parkinson.

Terwijl het gaat over mentale klachten en de rol van voeding daarin, ontbreekt het aan wat je dan precies moet eten
Gemiste kans
Dat het brein een belangrijke rol speelt bij voedselvoorkeuren en eetgedrag is bekend. Ook dat voeding de structuur en functie van de hersenen beïnvloedt. Toch gaat het congres niet over bijvoorbeeld obesitas in de hersenen. Laat dat nou precies zijn waar de doelgroep van behandelaren in de zaal behoefte aan heeft. Ze willen er graag met een gezonde leefstijl op inspelen. Gezondheidspsycholoog Jeroen Deenik benadrukt het belang van een gezonde leefstijl voor de behandeling en preventie van psychische en psychiatrische aandoeningen. Maar ook al heeft hij het over mentale klachten en de rol van voeding daarin, ontbreekt het aan wat je precies moet eten om die klachten aan te pakken.

VoedingNL zat vol leuke weetjes. Vele onderzoeksresultaten en modellen kwamen aan bod, maar de toepassing in de dagelijkse praktijk bleef als een belofte boven de zaal zweven. Een gemiste kans, aangezien de aanwezige zorgprofessionals juist op zoek zijn naar praktische handvatten om hun cliënten te adviseren over voeding om hun breingezondheid te verbeteren.
Dit artikel afdrukken