Het nieuws rolt vanmorgen van de persen: na de zomer zullen de laatste kleine supermarkten verdwijnen. Het zijn winkelketentjes die voor dat laatste beetje variatie op de schappen konden zorgen. Maar het lukt ze niet. Ze zijn te klein om met de laatste paar groten mee te kunnen roeien en te groot om nog onderscheidend te kunnen zijn ten opzichte van de laatste zelfstandige bakkers, slagers, groenten- en kaasboeren en andere eetwinkels die het nog anders willen.

Foodlog.nl gaf afgelopen week aan een voorkeur voor echt kleine winkeltjes te hebben, als ze maar lekker makkelijk in de buurt zitten. De denkende, handige, hoogopgeleide en berekenende laag van de samenleving heeft die allang ontdekt zoals het toevallig ontstane multi culti winkelgebied Kanaalstraat in Utrecht bewijst. U leest het goed, geen projectontwikkelaar of gemeente bemoeide zich met de 'planning' van die winkelstraat. Het aanbod ontstond vanzelf. Daarom koop je er spullen die niet lijken op wat je in de supers vindt. En daarom ga je erheen, blijf je er terugkomen en blijkt de prijs nog meegenomen ook.

Wat moet er gebeuren om straks niet de laatste drie supers te laten bepalen wat we eten?

Voor alle duidelijkheid: die drie kunnen er ook niks aan doen. Als ze niet eerst de laatste kleintjes opvreten, moeten ze meteen beginnen met het hoofdgerecht, elkaar. Eerst de kruimels wegvegen is dan ook veel handiger en minder risicovol. Het is eten of gegeten worden, tot de laatste ronde.
Wij staan erbij en kijken ernaar, maar zouden op een goede dag kunnen bedenken dat ze van ons te eten krijgen. Of zijn we als collectief te onhandig en onorganiseerbaar om duidelijk te maken wat we willen?

Bron: FD, 19 juli 2010

Dit artikel afdrukken