Draghi benadrukt de noodzaak van een aanzienlijke toename in investeringen om innovaties en Europa’s positie op het wereldtoneel te verstevigen. De kern van zijn pleidooi is de oproep voor zowel publiek als privaat gefinancierde investeringen. Die moeten vooral worden gedaan in sectoren als energie, telecom en defensie. In totaal zou het moeten gaan om €800 miljard aan jaarlijkse investeringen. Het merendeel daarvan moet van de overheid komen, met een bedrag van zo'n €2 biljoen in 4 jaar.

Dat is heel serieus geld. Zie ter vergelijking de omvang van de economie en subsidies in de Verenigde Staten. In 2022 bedroeg het bruto binnenlands product (bbp) van de VS (334 miljoen inwoners in 2023) ongeveer $25,46 biljoen, waarmee het de grootste economie ter wereld is. De Europese Unie (448 miljoen inwoners) had in datzelfde jaar een gecombineerd bbp van ongeveer $16,6 biljoen. In de anderhalf keer zo grote economie investeerde de Amerikaanse regering onder leiding van president Joe Biden aanzienlijke bedragen, vooral in reactie op de COVID-19-pandemie en om infrastructuur en innovatie te stimuleren. In maart 2021 werd het American Rescue Plan goedgekeurd, een hulppakket ter waarde van $1,9 biljoen, dat was gericht op economische steunmaatregelen, zoals directe betalingen aan burgers, uitbreiding van werkloosheidsuitkeringen en financiële steun voor bedrijven. Daarnaast heeft de Infrastructure Investment and Jobs Act uit november 2021 $1 biljoen beschikbaar gesteld over een periode van tien jaar voor infrastructuurprojecten, zoals wegen, bruggen en waterleidingen. Hiernaast investeerde de regering in andere grote initiatieven, zoals de CHIPS and Science Act, die ongeveer $52 miljard uittrekt voor de ontwikkeling van halfgeleiders, en de Inflation Reduction Act, die meer dan $370 miljard voorziet voor groene energie en klimaatinitiatieven.
Ook het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid is volgens Draghi veel te versnipperd
Dat zijn investeringen die zich uitstrekken over meerdere jaren en net als de plannen van Draghi bedoeld zijn om op lange termijn een impact van blijvende betekenis te hebben op de economie.

Te veel versnippering
Een belangrijk element van Draghi's voorstellen is de behoefte aan marktconsolidatie, met name in sectoren die nu te gefragmenteerd zijn om schaalvoordelen te benutten. Zo stelt hij dat de concurrentieregels versoepeld moeten worden om grotere fusies mogelijk te maken, wat met name cruciaal is voor de telecomsector. Dit zou Europa in staat stellen beter te concurreren met de dominante wereldspelers van dit moment, de Amerikaanse en Chinese technologiebedrijven. Vanuit datzelfde perspectief bekritiseert hij het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid, dat volgens Draghi veel te versnipperd is.

Vanuit diezelfde gedachte pleit Draghi voor versterking van kapitaalmarkten. Dat moet gebeuren door gecentraliseerd toezicht en een grotere mate van marktintegratie. Het doel is een schaalvergroting van investeringen. Draghi ziet ruimte voor gezamenlijke inkoop in de defensiesector (bij voorkeur van materialen en onderdelen die binnen de EU worden geproduceerd), wat zou kunnen leiden tot grotere efficiëntie en kostenbesparingen binnen de EU-lidstaten. Een andere belangrijke pijler van zijn rapport is de hervorming van de energieprijzen. Draghi vindt dat de prijs van hernieuwbare energie momenteel te veel wordt beïnvloed door de kosten van fossiele brandstoffen, terwijl renewables een eigen momentum moeten krijgen.

Landen als Nederland en Duitsland houden traditioneel vast aan begrotingsdiscipline en zien weinig in het aangaan van gezamenlijke schulden om de toekomst van de EU te financieren. Om die reden zal Draghi's voorstel voor nieuwe EU-heffingen en gemeenschappelijke schulden moeilijk uitvoerbaar blijken zonder consensus onder de lidstaten
Krachtige continentale organisatie van de economie en politieke realiteit
Hoewel Draghi’s voorstellen inhoudelijk solide lijken, zijn er de nodige politieke obstakels die de uitvoering van zijn visie bemoeilijken. Met name zijn oproep voor een toename van gezamenlijke Europese financiering stuit op weerstand. In feite wil Draghi een krachtige continentale economie die meer is georganiseerd als een land dan als een los-vaste alliantie. Landen als Nederland en Duitsland houden traditioneel vast aan begrotingsdiscipline en zien weinig in het aangaan van gezamenlijke schulden om de toekomst van de EU te financieren. Om die reden zal Draghi's voorstel voor nieuwe EU-heffingen en gemeenschappelijke schulden moeilijk uitvoerbaar blijken zonder consensus onder de lidstaten.

De precieze aanbevelingen van Draghi, die tegen de Brusselse mores in lang geheim bleven, voedden de speculatie over het dunne draagvlak. Het rapport lijkt meer de aard van een discussiestuk te hebben. Dat neemt niet weg dat Draghi’s analyse van de problemen – hoge energieprijzen, een tekort aan kapitaal in een versnipperd economisch landschap – terecht is.

Twee derde publieke funding: €500 miljard per jaar
Een van de meest opvallende aspecten van Draghi’s plan is de verdeling van de voorgestelde €800 miljard aan investeringen. Draghi stelt dat ongeveer twee derde van dit bedrag – grofweg €500 miljard per jaar – uit publieke middelen moet komen, terwijl het resterende deel door de private sector moet worden gefinancierd. Hij wijst erop dat de private sector zonder aanzienlijke publieke steun niet in staat zal zijn om de benodigde investeringen te dragen, vooral in sectoren zoals doorbraakinnovatie, defensie en energie-infrastructuur. Economen benadrukken dat regelmatig, maar omdat de overheid zich vaak terugtrekt en niet langjarig investeert, dreigen de benodigde investeringen in rook op te gaan. Elektrische auto's zijn een voorbeeld. De productie verschuift alweer naar hybride modellen en de waarde van tweedehands exemplaren maakt heraanschaf van elektrisch onaantrekkelijk. Dat is het gevolg van lidstaten binnen de EU die onvoldoende investeren in infrastructuur en langjarige subsidies op aankoop en gebruik. Een ander voorbeeld zijn de nucleaire ambities van een aantal lidstaten waarvan private investeerders al op voorhand zeggen dat ze er niet erg warm voor lopen omdat ze niet weten of toekomstige regeringen positief zullen blijven.

Ook schaal op het gebied van energie, defensie en technologie
Draghi pleit voor herziening van de Europese elektriciteitsmarkt, zodat hernieuwbare energie niet langer afhankelijk is van de prijzen van fossiele brandstoffen. Die gedachte is wezenlijk, zoals de energiecrisis van 2022 liet zien. De wil om te investeren beweegt mee met de prijzen van fossiele energie, maar legt geen basis voor de structurele ontwikkeling van de energievoorziening. Op het gebied van defensie dringt Draghi aan op meer coördinatie tussen lidstaten en gezamenlijke inkoop van defensiematerieel. Dit zou niet alleen leiden tot schaalvoordelen, maar ook de afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers verminderen. Maar ook dit pleidooi voor consolidatie en samenwerking ligt politiek gevoelig omdat veel lidstaten graag aan hun nationale prioriteiten vasthouden.

Schaal is steeds het concept waar het Draghi om te doen is, met een EU als in de wereld opererend land Europa
Tot slot stelt Draghi voor om fusies en overnames gemakkelijker te maken in de technologie- en telecomsector. De mededingingsautoriteit mag wat hem betreft wat minder streng worden omdat de huidige fragmentatie de bedrijven belemmert om effectief te concurreren met Amerikaanse en Chinese techgiganten. Ook hier is schaal weer het concept waar het Draghi om te doen is, met een EU als in de wereld opererend land-continent.

Gedurfd en tragisch
Mario Draghi’s oproep voor €800 miljard aan jaarlijkse investeringen is gedurfd en nodig om partij te zijn in de slag om een positie op de wereldmarkt tussen de VS en China, maar de EU is geen land. Dat laatste is als het ware Draghi's tragiek. Zonder gedeelde politieke wil en consensus zal Draghi’s ambitieuze visie voor het land Europa moeilijk realiseerbaar blijken omdat we een losse alliantie met vele stemmen en eigen ambities zijn. Draghi wil groots en meeslepend zijn als het Europa van Napoléon, Delors en de idealen van de Verlichting, maar de EU bestaat uit een alliantie van op mondiaal niveau bescheiden spelers als kleine staatjes om VS en China heen. Ze gaan wel bij elkaar op thee, drinken regelmatig een glas en maken zelfs samen Regulations die ze ieder in hun eigen land toepassen, maar echt samenwonen willen ze al decennia niet.

AI, landbouw en milieumodellering
De EU zou coördinatie tussen verschillende industrieën en datadeling moeten bevorderen om de integratie van AI in de Europese industrie te versnellen. Het ontwikkelen van AI-toepassingen vereist samenwerking tussen bedrijven en AI-onderzoekers om uitdagingen in verschillende sectoren op te lossen. Bedrijven die deelnemen aan een zogeheten AI Vertical Priorities Plan - een toepassingsonderzoek - kunnen EU-financiering en concurrentievrijstellingen krijgen. Draghi noemt landbouw op plaats 5 van 10 van die toepassingsgebieden: 1) auto-industrie, 2) geavanceerde productie en robotica, 3) energie, 4) telecommunicatie, 5) landbouw, 6) lucht- en ruimtevaart, 7) defensie, 8) milieuprognoses, 9) farmaceutische industrie en 10) gezondheidszorg.

Een kans juist voor Nederland om precisielandbouw te verbinden met AI en milieumonitoring en -prognoses
Milieuprognoses - meten, modelbouw en monitoring - staan op een opvallende achtste plek. We weten vooral in Nederland hoe nauw milieumodellen verbonden zijn met de landbouw. Volgens Draghi zijn beide domeinen een kans op wereldschaal. Een kans juist voor Nederland dus om precisielandbouw te verbinden met AI en milieumonitoring en -prognoses. Nederland en Europa lopen achter op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe technologie. In de toepassing van technologie in praktijkdomeinen zijn we – en zeker in Nederland – nog sterk met ingenieursoplossingen in integrerende proces- en meet- en regeltechniek. Op dat punt hebben we vermoedelijk in de land- en tuinbouw meer troeven dan andere landen én meer dan op de andere door Draghi genoemde toepassingsgebieden.

Van Delors tot Draghi: en nu?

Het rapport van de drievoudig Europese Commissie-voorzitter Jacques Delors en het recente rapport van Mario Draghi delen verschillende analyses van de Europese economie. Beiden identificeren structurele problemen die Europa's economische groei en concurrentiepositie ondermijnen, vooral in vergelijking met de Verenigde Staten. Dat signaleert economisch commentator Matthijs Bouman van het Financieele Dagblad. Het rapport Delors was de basis voor de monetaire eenheid van de EU en de invoering van de euro. Ze waren bij de invoering van grond voor controverse en zijn dat de laatste jaren weer sterker geworden, getuige de '-exit' gevoelens onder bevolkingsgroepen in verschillende lidstaten.

Toen: Delors
Het rapport Delors benadrukte de noodzaak van een "nieuw ontwikkelingsmodel" voor de EU. Delors waarschuwde dat Europa achterliep op het gebied van technologische innovatie en concurrentiekracht ten opzichte van landen zoals de VS, Japan en Zuid-Korea. Hij pleitte voor een diepere Europese integratie, met meer focus op economische samenwerking, innovatie en de versterking van de interne markt. Dit leidde uiteindelijk tot belangrijke stappen zoals de oprichting van de Economische en Monetaire Unie en de invoering van de euro.

De EU is en blijft een alliantie. Draghi schreef een rapport voor een land
Nu: Draghi
Mario Draghi’s recente rapport maakt duidelijk dat Europa vandaag de dag nog steeds met veel van dezelfde uitdagingen kampt. Net als in het Delors-rapport wordt Europa geconfronteerd met een achterblijvende productiviteit, onvoldoende investeringen in nieuwe technologieën en een afnemende concurrentiepositie ten opzichte van de VS en nu ook China. Zoals al gezegd, Delors keek destijds nog naar Japan en Korea; China moest zich nog verder ontwikkelen tot zijn huidige positie.
Volgens Draghi is er sprake van een "existentiële uitdaging" voor Europa, vergelijkbaar met de crisis die Delors beschreef in zijn pleidooi voor een sterke Unie. Draghi pleit voor een kapitaalmarktunie - een verdere stap na de monetaire unie - en een massieve jaarlijkse investering van €800 miljard om nieuwe technologieën en bedrijven te ondersteunen en meer samenwerking over de grenzen van de lidstaten heen.

EU blijft hangen in traditionele sectoren
Zowel Delors als Draghi stellen vast dat Europa moeite heeft met het effectief benutten van zijn interne markt en het mobiliseren van investeringen voor technologische innovatie. Terwijl de VS er beter in slaagt om risicokapitaal naar snelgroeiende sectoren te leiden, blijft Europa hangen in traditionele industrieën zoals de auto- en oliesector. Draghi's voorstel voor een kapitaalmarktunie moet een oplossing bieden door privaat kapitaal vrijer te laten stromen binnen Europa.

Onderliggende problemen nooit opgelost
Het Delors-rapport leidde destijds tot de oprichting van de euro en een sterkere focus op de interne markt, maar de structurele problemen die toen werden geconstateerd, zijn nooit afdoende opgelost. Draghi wijst erop dat Europa achterblijft bij de VS en China in termen van economische groei en productiviteit. Draghi pleit voor een gezamenlijke Europese aanpak, met de nadruk op het vergroten van investeringen in technologie en innovatie, evenals het stroomlijnen van regelgeving om bedrijven te helpen groeien.

Volgens Bouman zijn de problemen die door Delors in zijn laatste jaren als Commissie-voorzitter werden geschetst, nog altijd van kracht in 2024. Europa heeft weliswaar stappen gezet, maar de structurele uitdagingen blijven, vooral op het gebied van concurrentievermogen en technologische vooruitgang. Draghi's rapport geeft een sombere analyse die vrijwel dezelfde kernproblemen blootlegt als die van Delors. Dat wijst op een blijvend gebrek aan adequate oplossingen om Europa op lange termijn economisch te versterken. Dat is het gevolg van te veel loodzware en beperkende bureaucratie, zegt de krant van Bouman ook nog eens, waardoor het Draghi-geld - als het er komt - ook nog eens in zakken landt die zich er privaat mee funden zonder het publiek belang te dienen.

Maar helaas: de EU is en blijft een alliantie. Draghi schreef een rapport voor een land. Draghi stelt voor dat majeure beslissingen over de kracht en eenheid van de EU geen unaniem besluit meer vergen, zoals nu. "Sommige dingen zijn zo belangrijk voor de toekomst van de EU en haar lidstaten dat een coalitie van welwillenden verder kan gaan", zegt hij. Daarmee rekent hij buiten de aard van de EU en dreigt hij zijn ideaal juist op te blazen.

Een succesvol alliantie-model:
de Republiek der Verenigde Nederlanden en de Gouden Eeuw

De Republiek der Verenigde Nederlanden - een vroege moderne open economie - functioneerde tussen 1588 en 1795. Het was een unieke staat in Europa, zonder monarch maar geleid door een confederatie van zeven zelfstandige provincies. De republiek had een aantal kenmerkende bestuursvormen en machtsstructuren.

Confederatie
De Republiek was een confederatie van zeven soevereine provincies: Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Groningen, Overijssel en Gelderland. Elke provincie had haar eigen bestuur en stond sterk op autonomie.

De Staten-Generaal waren de centrale regering die bestond uit vertegenwoordigers van de provincies. De vergadering hield zich bezig met het buitenlands beleid, defensie en gezamenlijke zaken. Besluiten werden unaniem genomen, wat betekende dat één provincie veto kon uitspreken.

De stadhouder was oorspronkelijk een plaatsvervanger van de vorst. Na het vertrek van de Spaanse koning werd de stadhouder een machtige figuur. De stadhouders hadden vooral militaire verantwoordelijkheden. De Raad van State hield zich bezig met de uitvoering van defensie en financiën op landelijk niveau.

Elke provincie had een eigen bestuur, de zogenaamde "Staten" die waren samengesteld uit vertegenwoordigers van de steden en de adel. Ze bepaalden zelf hun belastingbeleid en waren ook verantwoordelijk voor hun eigen defensie. Holland, als rijkste provincie, had een belangrijke invloed op het beleid van de Republiek. De provincies bestonden uit een verzameling steden, elk met een eigen bestuur dat voornamelijk in handen was van de stedelijke elite, de regenten. Zij hielden de lokale macht stevig in handen en bestuurden de steden met weinig inmenging van de burgers. De steden hadden een grote mate van autonomie en waren economisch sterk.

De Republiek was economisch en militair succesvol, vooral in de 17e eeuw die bekend werd als de Gouden Eeuw. Amsterdam groeide uit tot een belangrijk wereldhandelscentrum. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) speelden een cruciale rol in de overzeese handel en kolonisatie. De Republiek had een machtige zeevloot en speelde een sleutelrol in de Europese handel en diplomatie.

De gestructureerde, wat anarchistische machtsverdeling van de Republiek der Verenigde Nederlanden bracht niettemin de Gouden Eeuw voort. Mogelijk kan de moderne EU er iets van leren en is het tijd voor een bestuurlijk rapport over de aard en kansen van de EU
Er was een voortdurende machtsstrijd tussen de stadhouders, die meer centralisatie en militaire macht nastreefden, en de regenten, die juist autonomie en handelsbelangen vooropstelden. Dit conflict kwam regelmatig tot uitbarsting, zoals tijdens het Eerste en Tweede Stadhouderloze Tijdperk, toen er geen stadhouder was en de macht geheel bij de regenten lag.

De Gereformeerde Kerk was de officiële staatskerk, maar de Republiek stond bekend om haar religieuze tolerantie in vergelijking met andere Europese landen. Dit trok religieuze vluchtelingen, zoals de Hugenoten uit Frankrijk, die een belangrijke bijdrage leverden aan de economie en cultuur.

De Republiek der Verenigde Nederlanden was een politiek experiment dat opviel door zijn combinatie van stedelijke autonomie, een krachtige handelspositie en een relatief decentrale bestuursstructuur. Uiteindelijk leidden interne politieke conflicten, buitenlandse bedreigingen en economische uitdagingen in 1795 toch tot het einde van de Republiek. Niettemin bracht de mild gestructureerde maar tevens wat anarchistische machtsverdeling de Gouden Eeuw voort. Mogelijk kan de moderne EU er iets van leren en is het tijd voor een bestuurlijk rapport over de aard en kansen van de EU. Met de betekenis van onze landbouw- en foodkennis en ervaring met hoe het niet meer moet naar de toekomst, is er alle reden om ons daar vanuit Nederland tegenaan te bemoeien.
Dit artikel afdrukken