image

Grootschalige, extensieve schelpdiercultuuur in de Nederlandse kuststreek kan hand in hand gaan met natuur of die zelfs versterken. De synergie kan leiden tot een duurzame exploitatie van oesters, mossels en andere schelpdieren voor een toenemende vraag op de wereldmarkt en tegelijk leiden tot omvangrijke leefgebieden voor wadvogels en andere organismen. Dat stelt prof.dr. Aad Smaal morgen in de inaugurele reden die hij gaat uitspreken bij het aanvaarden van het ambt van buitengewoon hoogleraar Duurzame schelpdiercultuur in Wageningen.

Nederland is de derde producent van schelpdieren in Europa. Terwijl de productie voor geheel Europa stabiel is, stijgt die sterk in opkomende landen als China. Smaal ziet voor Nederland een trendsettende rol weggelegd: "Nederland kent een lange traditie van schelpdiercultuur, met producten van hoge kwaliteit, smaak en een uitstekend imago".
Daarom wijst hij de inheemse platte oester aan, die als eerste in aanmerking komt voor revitalisering. "Herintroductie van de platte oester in de Waddenzee is logisch omdat er vroeger uitgebreide oesterbanken waren".
Aquacultuur wordt gezien als booming business. Wereldwijd groeit de kweek van vis, schaaldieren en zeewier met 8 tot 10 % per jaar. De schelpdierproductie bedroeg in 2005 wereldwijd 20 miljoen ton. Daarvan komt tweederde uit kweek. Zoutwatervis komt voor slechts vijf procent uit kweek.

Smaal wil dat er meer innovatief onderzoek verricht gaat worden naar de schelpdiercultuur voor onze kust. Vooral de winning van zaad (larven) in het wild is een probleem.

De leerstoel Duurzame schelpdiercultuur is mede mogelijk gemaakt door de Coöperatieve Producentenorganisatie voor de Nederlandse mosselcultuur. De leerstoel is gevestigd bij de leerstoelgroep Aquacultuur en visserij van Wageningen Universiteit.

Het complete persbericht vind je hier.
Dit artikel afdrukken