De cijfers. "Alle partijen in de bedrijfskolom draaien met forse positieve marges. Slachterijen behaalden tussen 2001 en 2005 een rendement van 9,1 procent, veevoerproducenten 13,2 procent en de supermarkten behaalden het beste resultaat: 22 procent, zo berekende het Landbouw Economisch Instituut (LEI) in 2007 in opdracht van de Rabobank. Alleen varkensboeren maakten op het eigen vermogen verlies (gemiddeld 4,3 procent)." En hoe dat allemaal komt? Er zijn zesduizend boeren en maar 6 inkooporganisaties. Die 6000 hebben dus niks te vertellen tegen een handjevol slachters, een paar voerleveranciers en die paar inkopers. Oplossing volgens een van de geinterviewden, varkensboer in pak: "Zolang de consument goedkoop wil eten, moeten wij goedkoop produceren'.
Ontken het maar eens.
Driekwart van de varkenshouders verwacht er tussen nu en 5 jaar mee op te houden, terwijl het aantal 'geproduceerde' dieren gelijk blijft en zelfs stijgt.
We willen wat we niet willen. Hoe moet dat nou? Vooral nu we dat zuinige 2009 binnen gaan.
Brecht zei het treffend: "erst kommt das Fressen, dann die Moral." En verwijt het die grootindustriële boerenondernemers maar eens. Wij eten en maken de keuzes.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Marc, grote boeren zijn zeker niet noodzakelijk slechter voor hun dieren dan kleine (al zijn er grote technisch-veterinaire risico's). Wel onpersoonlijker. Ik pleit voor iets absurds dat niet zo absurd is. Eigenlijk is het heel verstandig, want heel duurzaam: het varken terug in de stad. Daar hoort het, want het is een commensaal, een dier dat ons eten (wat wij niet meer eten = hoogwaardig afval) eet. Zoals ik het wel eens zeg bij mensen die me live meemaken: 'en dan kan het niet zo zijn dat een Utrechter een Amsterdams varken eet'.
Die simpele opmerking duidt aan dat je een varken in de ogen moet kunnen kijken. Het zijn heel, misschien wel verschrikkelijk, menselijke ogen. Een varken kijkt je aan. Het voelt heel ontnuchterend, want je voelt je bekeken als door een ander mens (heb je t ooit meegemaakt?). Daardoor ontstaat respect. Je vreet het niet zomaar op. Kauwt het niet achteloos weg. En dat zorgt voor heel wat anders. Ik denk dat dat beter is. En ik denk tevens dat we er iedere stad in de wereld mee kunnen voeden. Met respect en varkensvlees.
Het 'wereldberoemd-in-Vlaanderen' radioprogramma Peeters en Pichal heeft deze weken een item lopen met de titel: Annemie en Sven adopteren een varken!
Van hun website:
"Annemie Peeters en Sven Pichal adopteren een varken! Annemie - het varken van Annemie - zal opgroeien in een bio-boerderij in Geel. Sven - Svens varken - gaat groot worden in een industriële boerderij in hetzelfde Geel.
De levensloop van beide varkens zal de komende maanden nauwgezet gevolgd worden in 'Peeters & Pichal', met alle ups and downs, totdat beide varkens uiteindelijk op het bord van de consument verschijnen."
Misschien worden Marc zijn terechte vragen daarin ook wel behandeld.
De vrije markt consumeert de kleine boer maar zijn grotere bedrijven ook slechter zijn voor het varken? Wat moeten we met de tegenstelling; Het pittoreske scharrel-boerderijtje versus de industriële agrarisch onderneming? Wat zegt me dat nou?
Zijn ingenieurs koude, slechte mensen? Is dat zo? Zijn kleine boertjes liever voor hun varkens? Is dat onderzocht?
Als de controle op een goed leven voor het varken goedkoper en makkelijker wordt door schaalvergroting zou dat een waarborg kunnen zijn voor een goed varkens leven.
Maakt het wat uit voor het varken in welke setting het leeft als er niet goed gecontroleerd wordt op naleving van regels? Er zijn allerlei zaken die je prima kunt normeren en controleren;
1. Ruimte (M2)
2. Daglicht (uren)
3. Hoeveel antibiotica spuiten we in het varken?
4. Hoe lang mag een biggetje bij zijn of haar moeder blijven?
Kennelijk hebben we hier te maken met een overheid die simpele dingen verkeerd doet
of, nog erger, zijn kop in het zand steekt en de markt zijn werk laat doen?
Ik had 'm gemist: een Engelse reportage over de Nederlandse varkenshouderij uit de Guardian van 6 januari.
Aan het woord is o.m. Lowie Kersten, een van de mensen achter het Livar-varken. Kersten en zijn vrouw Jeanette zijn ook 'gewone' varkenshouders. Ze moeten wel. Zie het spagaat waar de markt mensen in brengt.