Vinden consumenten die tegenwoordig o zo hippe 'foodmiles' belangrijk? Nee, zegt Laurent Lebouille, die er een scriptie over schreef. Ze willen weten hoe vervuilend een vers product is. Waar het vandaan komt zal ze worst wezen, als het maar lekker is. Hopelijk is het goed onderzoek geweest, want het laat zien dat consumenten snappen dat het om het hele spel gaat en niet om een losse knikker. Macrobioten eten alleen eten van dichtbij. De rest kijkt verder. Dat kan gerust.

Houden Nederlandse consumenten rekening met voedselkilometers bij het kopen van verse groenten en fruit? Dat was de vraag die centraal stond in de scriptie van Laurent Lebouille. Als alternatieve keuze voor voedselkilometers heeft hij de CO2-voetafdruk van producten gebruikt. Een significante groep Nederlandse consumenten blijkt inderdaad rekening te houden met zowel voedselkilometers als de CO2-voetafdruk van verse producten. Voor supermarktketens is het belangrijk te weten wat de achterliggende motivatie is voor bepaald aankoopgedrag. Voor een groenere keten zijn echter andere maatregelen nodig.

In het huidige debat over klimaatverandering staat de vraag of CO2-uitstoot wel of niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde niet meer ter discussie. Het gaat nu om welke maatregelen er moeten worden genomen, en hoe deze kunnen worden geïmplementeerd. Sommige maatregelen op dit vlak schieten hun doel echter voorbij. De Schiphol-tax is hier een goed voorbeeld van.

De onbeoogde effecten van klimaatmaatregelen zijn ook een belangrijk onderdeel van het debat over de uitstoot van CO2 bij vrachtvervoer in de productieketen. In het academische debat bestaat veel onenigheid over de werkelijke bijdrage van transport, en de verhoudingen tussen de verschillende transportmodi. Als gevolg hiervan staan ook de maatregelen die bedrijven in de keten ondernemen om de transportuitstoot terug te dringen ter discussie. Een voorbeeld hiervan is het Food Miles (of Voedselkilometers)-initiatief dat vooral bij grote retailers in het Verenigd Koninkrijk in trek is.

Britse supermarktketens proberen het aantal gereisde kilometers van hun (verse) producten te verminderen door de consumenten te informeren over de afstand die dergelijke producten hebben afgelegd. Soil, de grootste organische certificeringsorganisatie van Groot-Brittannië, liet zelfs weten alle producten die per vliegtuig zijn vervoerd, te zullen weren van haar lijst met organische producten.
In de loop van 2008 is de kritiek op het concept Food Miles steeds groter geworden. Gebleken is dat vooral het eendimensionale aspect van de methode en de implicaties voor derdewereldlanden zorgen baren.Bovendien heeft onderzoek bewezen dat de productie van groenten uit Kenia minder CO2-uitstoot veroorzaakt dan groenten uit kassen in Nederland, ook als daar de vliegreis naar Europa bij wordt meegeteld. Bovendien is het sociaal gezien zeer wenselijk om lokale boeren in Afrika te steunen door hun producten te blijven afnemen, in plaats van deze in Europa te willen verbouwen.

Uit de resultaten van mijn scriptieonderzoek blijkt dat een significante groep Nederlandse consumenten inderdaad rekening houdt met zowel voedselkilometers als de CO2-voetafdruk van verse producten. Milieubewuste consumenten geven duidelijk aan rekening te houden met de (verwachte) CO2-voetafdruk van producten. Opvallend is echter dat voor de consumenten die voedselkilometers in overweging nemen het milieuaspect geen rol speelt. Zij blijken eerder etnocentrische motieven te hebben, oftewel: ‘eigen fruit eerst’. Food Miles zijn dus niet het antwoord op de milieuproblemen die ontstaan door uitstoot van CO2 . Dit lijkt ook de reden te zijn dat Soil onlangs heeft laten weten luchtvrachtproducten niet langer te weren van haar lijst van organische producten. Dit geeft te denken: misschien is het succes van Food Miles in Groot-Brittannië meer te danken aan het nationalistische gevoel van Britse consumenten dan aan hun groene sentimenten. Voor supermarktketens is het belangrijk te weten wat de achterliggende motivatie is voor consumenten om tot bepaalde keuzes te komen. Koopgedrag dat ‘groen’ lijkt kan ook zijn ingegeven door een voorkeur voor Nederlandse producten. Om de verkoop te stimuleren zouden supermarkten meer kunnen doen om de herkomst van Nederlandse groenten en fruit te benadrukken.

Voor een groenere keten zijn echter andere maatregelen nodig. Er moet een onafhankelijk orgaan komen dat een standaard stelt in het meten van de CO2 -uitstoot van de hele productieketen. Daarin is niet alleen van belang welke uitstoot wel en niet meetelt, maar ook hoe verschillende producten kunnen worden vergeleken. Een simpele en duidelijke vertaling van die methodiek naar een keurmerk of label in de winkel geeft de consument de mogelijkheid om de juiste beslissing te nemen. Door die macht bij de consument te leggen, wordt de hele keten ‘gestuurd’ door het gedrag van de goed geïnformeerde consument.


Bron: Supply Chain Magazine
Dit artikel afdrukken