Nog altijd komt een kwart tot een derde van al het voedsel dat geteeld wordt, niet in mensenmagen terecht. Dat is om meerdere redenen doodzonde, zegt Philip den Ouden, voorzitter van van de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling Nederland. Stel je voor dat het lukt een einde te maken aan die verspilling, dan heb je 30% minder landoppervlak nodig voor je teelten, minder transport-, verwerkings- en opslagkosten en ontstaat er vanzelf ruimte voor meer biodiversiteit.

Tijdens het recente congres Halving Food Waste in Europe deed Den Ouden een stellige uitspraak: "Biogas made from biomass is a biomistake", zei hij. Een uitspraak die enige nuancering verdient. Want niet alle biogas is zomaar slecht, en in Nederland al helemaal niet.

Even ter opfrissing: biobrandstoffen zijn energiebronnen die geproduceerd worden uit organisch materiaal, zoals planten of dierlijke afvalproducten. Ze vormen een alternatief voor fossiele brandstoffen. Denk bijvoorbeeld aan bio-ethanol uit suikerrijke gewassen zoals maïs en suikerriet, dat gebruikt wordt als toevoeging aan benzine, of biodiesel uit plantaardige oliën, gebruikt frituurvet of dierlijke vetten. Ook biogas, dat ontstaat door de vergisting van organisch afval, zoals mest of plantaardige resten, is een biobrandstof.

Ladder van Moerman
En daar wordt het spannend. Want in Nederland zijn we vanouds vertrouwd met het hoogwaardig verwaarden van onze reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie. We maken kaas van onze melk en voeren de wei aan de varkens. We brouwen bier en geven de bierbostel (de resten van brouwgerst) aan de koeien. We verwerken misbaksels en gebroken koekjes van bakkers en aardappelstoomschillen van frietfabrieken tot veevoer.

Dat doen we conform 'het boekje', de zogeheten Ladder van Moerman. De ladder is een model en instrument om voedselverspilling tegen te gaan en efficiënt met voedsel om te gaan. Opwerking van voor mensen ongeschikt voedsel en gebruik van voedselresten als diervoeding staan hoog op de ladder, de productie van groene energie (biobrandstoffen), verbranding en stort staan onderaan.

Biogas
Maar sinds de oorlog tussen Rusland en Oekraïne staat deze vanzelfsprekende cascadering onder druk. Want in de zoektocht naar alternatieven voor Russisch gas is biogas ineens reuze interessant geworden voor energieproducenten. Die belangstelling is extra aangewakkerd door een lobby en rapporten van de EBA, de European Biogas Association, die claimt dat de binnen de EU genoeg biomassa aanwezig is voor de jaarlijks benodigde 35 miljard kubieke meter gas. Iets waar de Nederlandse diervoerproducenten flinke kanttekeningen bij plaatsen, omdat zij nu al merken dat er circulaire grondstoffen uit hun aanvoerstromen verdwijnen. Den Ouden signaleert dat er op Europees niveau flink gelobbyd wordt om meer biogas te produceren. Voor hem is dat een rode vlag: "Als dat zo door blijft gaan, maken de energiemarkten misbruik van de voedselketen. Je gaat toch geen voedsel verbouwen om er biogas van te maken?" In de vetten-wereld is dat inmiddels schering en inslag.

In de Monitor Duurzaam Diervoeder die brancheorganisatie Nevedi vorige week lanceerde, zijn de verschillende duurzame criteria alleen haalbaar als de "toepassing van rest- en bijproducten en voormalige voedingsmiddelen in diervoeder voor opwekking van energie wordt vermeden. [..] Door een sterk verhoogde concurrentie op de inzet van rest- en bijproducten met name voor energie is dit een uitdaging op zich."

De grote energiebedrijven lijken het inkoopspel onvoldoende te beheersen. Kleine, gespecialiseerde bedrijven die dichter bij de markt staan, kunnen beter inspelen op de onvoorspelbaarheid van de aanvoer van circulaire grondstoffen
Energiesector slokt reststromen op
De energiesector heeft namelijk ook in Nederland de reststromen ontdekt. In Alkmaar produceert een installatie van Engie groen gas uit aardappelschillen en maïskiemen. Tot 2030 gaat Engie €3 miljard investeren in groen gas, aldus de Volkskrant. Niet alleen om de afhankelijkheid van Russisch gas te ondervangen, ook wordt groene gasproductie als circulair beschouwd. De CO2 die vrijkomt bij het verbranden van groen gas leidt immers niet tot 'extra' CO2 in de atmosfeer, omdat het kortgeleden door de planten is opgenomen. Bij fossiel gas komt CO2 vrij die miljoenen jaren geleden is opgenomen en die wordt bij verbranding versneld in de atmosfeer uitgestoten.

'Gefragmenteerd'
Ook voor de energiesector zitten er overigens minpunten aan het verwerken van reststromen tot biobrandstoffen: de markt is namelijk "gefragmenteerd met onvoorspelbare prijzen en aanbod", schrijft Het Financieele Dagblad. Dat is een van de redenen dat Shell de bouw van zijn biobrandstoffenfabriek in Pernis stil legt en er $600 miljoen tot $1 miljard op afschrijft. Multinationals zoals Shell kunnen moeilijk omgaan met onstabiele aanleverstromen van rest- en afvalproducten. Bovendien is er behoefte aan langetermijnbeleid en verplichtingen om de markt te stabiliseren, aangezien er een 'omvangrijk pakket' aan nationale en Europese regels is opgetuigd. "De markt voor biobrandstoffen is moeilijk te doorgronden," zegt Michiel van Eijck, directeur van biodieselproducent Sunoil, in het FD.

De grote energiebedrijven lijken het inkoopspel onvoldoende te beheersen. Kleine, gespecialiseerde bedrijven die dichter bij de markt staan, kunnen beter inspelen op de onvoorspelbaarheid van de aanvoer van circulaire grondstoffen. Zoals in Nederland veevoerproducenten als Nijsen en Kwaliflex, die daar hun business model op hebben gebouwd. Ze werken met lokale leveranciers en lokale afnemers waardoor de aanvoerlijnen kort zijn en ze gemakkelijk kunnen schakelen tussen wisselende aanvoerstromen.

Vergisting is geen vergissing maar een oplossing
'Vergisten is geen vergissing'
Zo weet Nijsen dankzij slim gebruik van data en AI 'circulair' veevoer te maken met de laagste carbon footprint ter wereld. Het ideaal is 'akkerloos dierlijk eiwit voor lokale consumptie'. Dat kán, door dieren te voeden met reststromen in plaats van met geïmporteerde soja en granen, en vervolgens de mest uit de veehouderij te gebruiken voor de teelt van boerenkool, aardappelen, sla en tarwe.

Kwaliflex biedt de oplossing voor de reststromen die niet meer de voedselketen in mógen: vergisten tot biogas. Denk bijvoorbeeld aan een lading bierbostel die per ongeluk een paar dagen blijft staan. De inhoud is dan niet meer geschikt om tot diervoer verwerkt te worden; ook dieren moeten immers voedselveilig en gezond voer krijgen. Of aan flessen bier of frisdrank die door een fabrikagefout niet opgedronken mogen worden. "Vergisting is geen vergissing," zegt Antoon Smits van Kwaliflex. Hij verwerkt (co-vergisten met mest) voornamelijk vloeibare afvalstromen die niet opgewerkt kunnen of mogen worden tot voedsel, maar eigenlijk naar de verbrandingsoven of stort zouden gaan. Een oplossing dus, die bijdraagt aan de maatschappelijke opgave van de energietransitie en het terugdringen van voedselverspilling.

Wijngaarden, tuinen en akkers
En daar kunnen Den Ouden en Smits elkaar toch vinden. Beiden onderstrepen het belang van oplossingen voor de verliezen in de voedselketen. Door samen te werken in de keten, van boer tot producent tot restverwerker en weer terug, blijven voedingsstoffen behouden voor de voedselketen en niet gedegradeerd tot energie. "Niemand produceert iets speciaal voor ons; wij zijn een bedrijf dat alsnog een oplossing biedt als de volgende stap verbranden is," aldus Smits. Want in dat laatste geval, heb je het niet over waardetoevoeging, maar resteert slechts dode as. Dat is pas een 'biomistake', zegt Smits. Hij houdt aan zijn vergistingsprocessen namelijk ook nog digestaat over, dat als meststof gebruikt wordt in Franse wijngaarden en door lokale en buitenlandse boeren, tuinders en akkerbouwers. Zelfs de proceslucht van het drogen en verdampen (met restwarmte) levert na filtering door een wortelhout-geurfilter een stikstofrijke vloeibare meststof op.

Dit artikel afdrukken