Sinds 2020 woedt wereldwijd de grootste uitbraak van het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N1 ooit. Het vogelgriepvirus is inmiddels van een aan trekvogels gelieerde seizoensziekte endemisch geworden en heeft zelfs Antarctica bereikt. Dankzij hygiënische maatregelen als een ophokplicht, verplichte ruimingen, vervoersverboden en waar mogelijk vaccinaties (zoals in de eenden- en ganzenhouderij in Frankrijk) is de ziekte in Europa onder controle.

Uit monitoring door het EU referentielaboratorium voor vogelgriep blijkt dat er sinds het begin van dit jaar 522 uitbraken van vogelgriep zijn geconstateerd bij wilde en in gevangenschap levende vogels in 27 Europese landen.

Groot was dan ook de schrik toen in maart in de Verenigde Staten koeien, en melk, besmet bleken met het vogelgriepvirus. Is dit de opmaat naar een nieuwe pandemie, klonk de verontruste vraag. Dat lijkt vooralsnog mee te vallen. Ondanks de als 'te laks' ervaren reactie van de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten, zijn er nauwelijks mensen ziek geworden.

De koeienvogelgriep blijkt zich vooral via de rauwe koeienmelk te verspreiden, dus niet via de lucht wat het besmettingsrisico vele malen groter zou maken, en kent een weinig agressief verloop. In Europa zijn helemaal geen 'actieve gevallen' gemeld bij EU-burgers.

Toch heeft de EU actie genomen. Stella Kyriakides, Europees commissaris voor gezondheid en voedselveiligheid, zegt in de Financial Times: "Hoewel de dreiging van vogelgriep voor de algemene bevolking laag blijft, moeten we mensen met een hoger risico beschermen, zoals werknemers in de pluimvee- en landbouwsector of bepaalde dierenartsen."

De EU heeft daarom een contract afgesloten met de vaccinfabrikant CSL Seqirus voor een initiële levering van 665.000 doses die aangepast kunnen worden aan elke vogelgriepstam. De komende vier jaar kan het aantal vaccins worden uitgebreid tot 40 miljoen. Het Europese vaccin zal geproduceerd worden in fabrieken in Nederland en Engeland. De eerste lading vaccins gaat naar Finland. In dat land leidden vorig jaar uitbraken van vogelgriep in nertsenfokkerijen tot bezorgdheid over de overdracht op mensen. In totaal heeft de Europese Commissie het raamwerk in naam van 15 landen afgesloten, waaronder Nederland en België.

Ook in de Verenigde Staten heeft de overheid voorbereidingen getroffen om indien nodig snel te kunnen vaccineren: binnen 3 maanden zouden er 100 miljoen doses beschikbaar zijn, schreven we eerder.

De Tweede Kamer over de risico's van overspringende dierziektes

Afgelopen donderdagavond debatteerde de Tweede Kamer over besmettelijke dierziekten. GroenLinks-PvdA benadrukte dat de structuur van de veehouderij een risico vormt vanwege de hoge veedichtheid en pleit voor ingrijpende structurele veranderingen. Laura Bromet van GroenLinks-PvdA verwoordde de zorgen over de gevaren van zoönosen vanuit de veehouderij. "We zijn als veedicht land een broeinest van dierziekten. Dat hebben veel deskundigen al gezegd. Het is alleen wachten tot er iets gebeurt", met die woorden pleitte ze voor krimp van de dierstapel.

De BoerBurgerBeweging (BBB) vond de toon van het debat te alarmistisch. Cor Pierik benadrukte dat het risico van zoönosen vanuit de veehouderij kleiner is dan dat van huisdieren, zoals katten, die toxoplasmose kunnen verspreiden. Hij noemde ook andere zoönosen zoals de ziekte van Lyme door tekenbeten, waar jaarlijks duizenden mensen door getroffen worden.

NSC en D66 richtten zich op het verminderen van internationale veetransporten om de verspreiding van ziektes te beperken. Beide partijen wezen ook op de gevaren van pluimveehouderijen in waterrijke gebieden, die vogelgriep kunnen verspreiden via trekvogels. De Partij voor de Dieren (PvdD) sprak zich uit tegen de uitbreiding van geitenhouderijen vanwege het risico op Q-koorts.

Diverse partijen, zoals VVD, D66 en SP, pleitten voor verplichte vaccinatie tegen blauwtong en vogelgriep. Demissionair minister Piet Adema van Landbouw was echter van mening dat verplichte vaccinatie tegen blauwtong niet nodig is vanwege de hoge vrijwillige vaccinatiebereidheid. Voor vogelgriep zag hij exportbelemmeringen als landen zouden zien dat Nederland vaccineert. Dat argument hanteert Nederland als exportafhankelijk land dat zich niet kan permitteren pathogenen mee te verhandelen van oudsher.

Minister Pia Dijkstra van Medische Zorg wees op de voorbereidingen voor pandemieën en uitbraken, maar uitte zorgen over geplande bezuinigingen op de pandemische paraatheid, wat de monitoring en de GGD zou kunnen beïnvloeden.

Geconcludeerd mag worden dat de partijen en het ministerie sterk uiteenlopende beelden en houdingen hebben ten aanzien van de risico's van dierziekten en de beste methoden om deze te beheersen. Ze variëren van structurele krimp en herlocatie van de veehouderij tot verplichte vaccinaties en vermindering van veetransporten tot het relativeren van de risico's.

Dit artikel afdrukken