Voor de glimlach op de vrijdag:



Fabel


Een hongerige felle kat
Had enen jongen haan gevat
En houdend' hem vast in de klauwen
Begon hem eerst dus toe te grauwen:
Gij stoort der mensen zoete rust
Bij nacht als hun de slaap nog lust,
Die zij deur al u kraaien derven,
Dus moet gij in mijn kluiven sterven.

Och neen ik, zei den armen haan,
Hieraan en werd geen kwaad gedaan,
Maar voor de wel gezonde mensen
Dat aangenaam is en te wensen.
Deur mij gewekt ter rechter tijd
Gaat elkeen aan zijn werk met vlijt
't Welk hij met slapen ende sluimen
Onachtzaam anders zou verzuimen.

Maar, zei de kat, uw eigen moêr
Bekruipt, en maakt gij tot een hoer,
En al uw zusters, daar de wetten
De strenge straf des doods op zetten.
Den Haan sprak weder: dit verwijt
Is slecht, dat doen ik tot profijt
Van die ons voedt, die door ons paren
Veel eiers kan bijeen vergaren,

't En baat niet, zei de wrede prij,
't Zij recht, of niet, gij zijt voor mij.
Al wat gij zegt, kan u niet helpen,
Gij moet mijn gragen honger stelpen.
Dus gaat een wrede mens te werk
Als hij maar machtig is en sterk.
Hij kan een blaauwen schijn licht vinden,
Om den onnoozlen te verslinden.

Simon van Beaumont (1574 - 1654)

* * * * * * * *
Je kunt je abonneren! Iedere werkdag een gedicht.
Laurens Jz. Coster is een vrijwilligersproject.
Website: http://cf.hum.uva.nl/dsphome/ljc/
Redactie: Raymond Noë
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Dit artikel afdrukken