Eén, hooguit twee keer per jaar gaan de deuren van de Wereldzadenbank op Spitsbergen open. Vorige week was het al de tweede keer dit jaar, maar het ging dan ook om substantiële toevoegingen. In totaal kwamen er 20.720 zaadmonsters van 15 genenbanken bij de al indrukwekkende hoeveelheid van 1,29 miljoen soorten zaden. Vijf nieuwe 'depositors' meldden zich, uit Armenië, Benin (2 zaadbanken), Indonesië en Maleisië. Ze legden zaadmonsters in van lokale voedselgewassen, van rijst tot sorghum.
Naar schatting ligt inmiddels van 80 tot 95% van alle soorten tarwe, rijst en mais wel een zaadje in de kluis, schrijft Scientias. Maar er kunnen er nog veel meer bij: er is ruimte voor 2,5 miljard zaden.
De Svalbard Global Seed Vault werd in 2008 opgezet door de Noorse overheid en is bedoeld als back-up voor collecties die wereldwijd al worden bewaard. Alleen de 'depositors' hebben toegang tot hun eigen zaden. Wetenschappers en veredelaars vertrouwen op de diversiteit van gewassen die in de circa 1.700 genenbanken wereldwijd bewaard worden om nieuwe variëteiten van gewassen te ontwikkelen, bijvoorbeeld variëteiten die bestand zijn tegen klimaatverandering. In geval van onvoorziene crises, zoals oorlog, burgeroorlog (denk aan Syrië), financiële problemen of natuurrampen kunnen de samenwerkende zaadbanken dan toch terugvallen op de in Spitsbergen opgeslagen back-up.
Spitsbergen is namelijk behoorlijk veilig: de kluis ligt 130 meter boven zeeniveau, er is geen tektonische activiteit, het eiland ligt ver weg van conflictgebieden en er is sprake van permafrost, dus zelfs als de koeling uitvalt is er niet meteen sprake van paniek. Die was er wel toen enkele jaren geleden ineens water in de kluis bleek te staan. Zaadjes en water zijn natuurlijk geen goede combinatie als je ze wilt bewaren.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.