FrieslandCampina ziet Indonesië als “zeer winstgevende dochter”. Dat vertelt de zuivelgigant in een interview met Boerderij. Een maand geleden opende het bedrijf een gloednieuwe grote fabriek bij Jakarta.
De nieuwe fabriek heeft €257 miljoen gekost, de grootste investering die FrieslandCampina ooit heeft gedaan. De fabriek gaat 400 ton melk per dag afnemen van 20 boerencoöperaties met in totaal 30.000 leden.
De productievolumes van de grondstof melk voor de fabriek verschilt nogal tussen moederland Nederland en Indonesië. Indonesië is een arm land waar zuivel nog gezien wordt als een luxeproduct. Boeren hebben gemiddeld 3 tot 4 koeien, waar ze met de hand 6 liter melk per dag uit trekken. De gemiddelde Nederlandse melkveehouder heeft 115 dieren en melkt dagelijks machinaal circa 25 liter. De kleine 14.000 Nederlandse boeren produceren een dikke 14 miljoen ton melk.
Maar de markt in Indonesië groeit. De zuivelgigant gaat de Indonesische boeren helpen met het ondersteunende Dairy Development Program. Indonesië produceert maar 20% zelf van de melk die het consumeert. In de nieuwe fabriek moet ruim de helft van de verwerkte melk uit het land zelf komen. Vanuit Indonesië wil FrieslandCampina exporteren naar omliggende landen. Dat er fors groeipotentieel in de productie zit, laat het verschil tussen de melkvolumes van Nederlandse en Indonesische boeren zien
Toch verschuift het zwaartepunt van FrieslandCampina nog niet naar Azië, vertelt CEO Jan Derck van Karnebeek. Ook al wordt er krimp verwacht in de melkproductie in Europa, zijn er volgens van Karnebeek ook hier nog zuivelmarkten met groei, zoals koksroom in de horeca, ingrediënten voor sportvoeding en medische voeding.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.
