Ze krijgen van alles te eten, de olympische atleten. Van vegetarische hotdogs tot quinoa-muesli. Vanuit de Franse keuken is er natuurlijk kaas en baguette. Maar één ding krijgen ze niet: Franse frietjes.
De Spelen van Parijs moeten de opgetelde koolstofvoetafdruk van de Spelen in Tokio en Rio de Janeiro halveren (55% minder dan 3,5 miljoen ton CO2).
En dus is tijdens de Spelen Olympic Village, het grootste restaurant ter wereld, gevestigd in een 100 jaar oude elektriciteitscentrale. Hergebruik dus, voor de eerste klap besparing. Het smeedijzeren skelet van de voormalige centrale overkapt de 220 meter lange eetzaal met 3.613 zitplaatsen.
Het olympische restaurant neemt zijn verantwoordelijkheden op milieugebied serieus. Geen wegwerpbestek en -borden (in Frankrijk al sinds 2020 verboden), geen foie gras vanwege kwalijk dierenwelzijn, geen avocado’s vanwege hun klimaatimpact. Ongeveer 80% van de ingrediënten zal Frans zijn en 25% zal afkomstig zijn uit een straal van 240 kilometer rondom Parijs.
Maar waarom krijgen de atleten geen Franse frietjes? Niet omdat het slecht zou zijn voor de prestatie, maar vanwege te groot brandgevaar bij 45.000 te bereiden maaltijden per dag. Patatas bravas, gebakken aardappeltjes, komen het meest in de buurt. Maar ja, die zijn niet Frans.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.