Flash VoedselketenInsecten zijn de nieuwe varkens, maar brengen nieuwe risico’s
Wie dacht dat insectenkweek een duurzaam walhalla is, vergist zich. Ook de kleine beestjes brengen overdraagbare ziekterisico's met zich mee. Denk aan zoönotische bacteriën.
Strict genomen zijn zoönosen ziektes of infecties die van gewervelde dieren - zeg maar grote dieren - op mensen worden overgedragen en omgekeerd. In het geval van vogelgriep en SARS (waarvan een variant leidde tot Covid) gaat het om virussen. Bij insecten gaat het om ziekmakende bacteriën zoals Bacillus cereus, Klebsiellla pneumoniae en Serratia marcescens. En nou juist die zijn gevonden op plantendelen die uit de landbouw overblijven omdat ze niet voor humane consumptie geschikt zijn en daarom lekker circulair aan de beestjes gevoerd kunnen worden. Net zoals bierbostel (de graandrab die overblijft na het brouwen) naar de varkens van vandaag gaat, gaan de resten van maïs, soja en tarwe naar de insecten, de varkens van de toekomst.
In De Staat van Zoönosen 2022 zegt het RIVM dat goede bacteriële hygiëne cruciaal is om insecten veilig te kunnen kweken. Op de reststromen kunnen kwalijke bacteriën meeliften die niet worden opgemerkt als er niet op getest wordt en niet wordt gezorgd dat ze er niet in voor kunnen komen. Op dit moment wordt echter alleen op HACCP getest, maar niet op diergezondheidsrisico's. Het programma 'Versterking Zoönosenbeleid' moet insectentelers leren die beter te beheersen door de insleep van kwalijke bacteriën zoveel mogelijk uit te sluiten.
Die beheersing wordt nog belangrijker als ook reststromen uit supermarkten (denk aan oud brood, onverkochte taart en gebroken koekjes), afval uit grootkeukens (denk aan aardappelschillen) en andere reststromen aan de insecten gevoerd gaan worden. De risico’s waarmee die reststromen de voedselveiligheid confronteren moeten nog uitgezocht worden voor ze groen licht krijgen om tot insectenvoer te worden verwerkt.
RIVM - Staat van Zoönosen 2022 | RIVM,
20 okt 2023