De vader en moeder van Jantje hebben zelden mensen te eten. Daarom vindt hij het prachtig om zijn moeder te helpen als zijn vader twee collega's mee naar huis brengt.

Na het eten gaat zijn moeder naar de keuken om de appeltaart te snijden. Jan gaat met haar mee om te helpen. Hij komt terug met het eerste bordje met een stuk taart en geeft het aan zijn vader. Die geeft het aan een gast. Jantje haalt weer een bordje en geeft het weer aan zijn vader. Die geeft het aan de andere gast.

Toen vond Jantje het mooi geweest. "He pap, nou ff niet, alle stukjes zijn even grohohoot!!!"
Dit artikel afdrukken