Een tijdje geleden maakte Kees de Gooijer me attent op het werk van de eigenzinnige Engelse arts Paul Clayton. Hij heeft een no-nonsense en op feiten gebaseerde aanpak die me zeer aanspreekt. Clayton heeft een serie van drie prachtige artikelen met Judith Rowbotham geschreven over voeding in het Victoriaanse Engeland.

Op basis van een analyse hun uitgaven, dachten 'we' altijd dat 'het volk' in Victoriaanse Engeland slecht at. In essentie constateerden Clayton en Rowbotham dat de 'arme luyden' een perfect (Mediterraans) dieet aten dat hen uitstekend beschermde tegen hart- en vaatziekten en mogelijk kanker. In beginsel werden ze ouder dan wij, ware het niet dat babysterfte door de nog gebrekkige medische zorg roet in het eten gooide. Heel boeiend is de constatering dat vers in de vorm van groenten en fruit - en de benodigde micronutrienten daaruit - alsmede de mineralen uit wat wij 'slachtafval' noemen uiterst heilzaam blijken en geen fluit kostten. 'Slecht' eten - te veel koolhydraten - kostte veel, maar kon nooit voldoenaan de energiebehoefte van werkende mensen. Conclusie: er ontbreekt heel wat vers eten uit de statistieken. Dat kostte weinig en kwam direct uit de buurt.

Als je het doordenkt kom je tot aardige conclusies: meer spul uit eigen tuin - voor (vrijwel) niks - en minder 'processed' spul helpt! Precies als in de tijd van de Victorians.
Wij keken hier een tijdje geleden ook terug. Ik interviewde mijn eigen moeder over de eetgewoonten van mijn groot- en overgrootouders en zie opvallende overeenkomsten.
Dit artikel afdrukken