Ik ben ingemolken. Het gebeurde totaal onverwacht op een doordeweekse dag.

Verhalen over eten en wat je ervan wilt weten. In het Vlaams-Hollandse draadje over ettekeis zei Brusselaar Nick Trachet vanmorgen dat het wel wat meer over die verhalen mag gaan dan over al dat Hollands-dominese gezemel over ethiek en het wel of niet mogen eten en houden van dieren. Het houdt ons af van de werkelijkheid van ons voedsel. Heel toepasselijk. Gisteren ging ik op pad naar Wolvega om daar voor de melkveehouders van LTO Noord Weststellingwerf mijn kijk op landbouw en voedselvoorziening te geven. Of ze hier door hun reacties een zwengel willen geven aan dat verhaal, laat ik graag aan hen. Ik verklap alvast dat ik pas laat thuis was. Ik gaf er mijn mening:
1. er is niet één grote oplossing voor boerenland in crisis, maar er zijn er vele
2. niet kiezen leidt tot een gedwongen groei waar je niet meer uit weg kunt. Je moet dus weten wat je doet als je dat eigenlijk niet wilt of kunt. Anders is het groeien en vroeger of later opgeslokt worden. Goed- of kwaadschiks, dat valt niet te voorspellen.
3. enige schaal is nodig om economisch duurzaam te kunnen werken, maar er zijn zowel lokale, regionale als internationaal opererende bedrijven denkbaar

De laatste maken bulk, die moet ook ergens gemaakt worden door lieden die excelleren in kostenbeheersing. Misschien zijn 10-50 industriële boeren wel genoeg in Nederland. De mannen en vrouwen die dat kunnen zijn wel te vinden. Daar zit het probleem niet. De werkelijke zorgen gaan dus zitten in die kleinere die een bijzonderder of lekkerder (basis)product moeten maken omdat ze de tuinmannen van ons landschap zijn. Het moet wel wat opleveren en dat kan alleen als wij het graag willen kopen. Dat kan als ze ons burgers echte productinhoudelijke keuze bieden in plaats van tot 'authentiek' genepte bulk. Dat kan in vele gedaantes. Helemaal in hun uppie of in een verband van nieuwe coöperaties. In zuidelijke landen zijn die allang in ontwikkeling. Nederland loopt achter op dat gebied.
Ik zeg verder niks. Ben benieuwd of het publiek van gisteren zich hier in het online gesprek wil mengen.

Er valt iets te vertellen dat veel leuker is. 's Middags zou ik eerst langsgaan bij Janita en Jaro ten Berge, melkveehouders in Steggerda, een nog net Saksische enclave in Friesland. Ze wilden me al vroeg ontvangen om me hun bedrijf te kunnen laten zien. Dat deden ze door me mee te laten werken. Met Janita haalde ik de koeien van het land. Onderwijl hadden we het over de grasmat, biodiversiteit, het droogzetten van koeien, het gebruik van antibiotica, de zin en onzin daarover in de publieke opinie. Over sterke en zwakkere koeienrassen. Over kampioenmelkgevers en dubbeldoelkoeien die de boer minder gezondheidszorgen bezorgen maar wel veel moeite om ze rendabel te krijgen. Over de levensduur van een moderne melkkoe en hun eigen moedwillige beperking van de melkgift om meer balans te krijgen in de duurzaamheid van de koe en haar productiviteit. En over nog veel meer, zoals het onderhoud van het leegstromende platteland en de geldende Ot & Sien opvattingen die Nederland misschien eerder lelijker dan mooier zullen maken. Daarna gingen we de stal in en bleken ze besloten te hebben om me een inboerings-cursus melken te geven. Ik molk dus in. De koeien komen de melkstal in en weten precies waar ze willen staan en wat hun onderlinge schoolpleinverhoudingen wel en niet toelaten.Ze eten onder het melken. Met graagte. Onderwijl maak je eerst hun spenen schoon met een tissue van de rol die je op de foto boven Jaro's hoofd ziet hangen. Voor iedere koe gebruik je een schone om besmetting met eventuele ontstekingen van het ene op het andere dier te vermijden. Het betasten van de spenen brengt stofjes in het lichaam van de koe op gang die ervoor zorgen dat ze de melk, zoals de boer het zegt, laat schieten. Het is een bedrijf van ca. 100 koeien die dus met de machine gemolken worden. Onder het melken leerde ik nog veel meer. Hoe je melkt, uiteraard. Hoe je de zuigers vasthoudt. Hoe je ze aanzet door ze even op te tillen. Hoe je ze dichthoudt om te voorkomen dat ze vuil in de lucht meezuigen. Hoe je ze netjes en teder om de speen aanbrengt door je hand en duim er helemaal bovenop te houden en de speen via het contact met je hand op het gevoel de mechanische zuiger in te leiden. Volleerd raak je niet in een uurtje of anderhalf, maar ik snap nu hoe het gaat. Door niet alleen te kijken, maar ook te doen. In plaats van iets te vinden, ben ik ook iets gaan 'voelen' van de keuzen waar een boer voortdurend voor staat.

Onderwijl hadden we het over de individuele koeien. Jaro en Janita kennen ze allemaal. Weten precies welk dier, welke eigenaardigheden heeft. Welke soms een schop geven en welke zo mak zijn als maar kan. We hadden het ook over biologisch, de gezondheid van de dieren. De tevredenheid en het geluk van de beesten. Over het karakter van de dieren dat je tot verder dan hun klein- en achterkleinkinderen in hun nazaten terugvindt. Over de bewondering en voorkeuren van de boer voor zijn lievelingsbeesten die toch een keer 'weggaan'. Het gevoel daarover. En nog meer.

Als we het hadden gefilmd, in al die ontspanning, had het heel veel meer mensen kunnen bereiken dan een open boerderijdag waar 100 of 500 mensen komen. Zonder oordelen. Het is allemaal heel feitelijke informatie, die precies laat zien hoe het is, zit en gaat. Ik molk in en kreeg de smaak te pakken. Welke boer gaat me helpen invoeren? Laten inploegen? Laten inplukken? Laten inmaaien? Laten in-de-varkens-wegbrengen? Laten in ....
We nemen het op en gaan eens kijken of burgers dan boeren weer langzaamaan gaan begrijpen. En omgekeerd.

O ja, niet vergeten: op de Hayemaheerd kun je zelf inboeren. Niet Ot & Sien, maar echt.


Dit artikel afdrukken