Op vrijdag 4 oktober organiseerde de Universiteit van Wageningen een symposium met als thema ‘Sustainable diets: Dilemmas, Debate and Dynamics’ ter gelegenheid van het afscheid van hoogleraar Pieter van ’t Veer. De belangrijkste boodschap: een duurzaam voedingspatroon is niet alleen goed voor het milieu, maar ook goed vol te houden.

Van ’t Veer werkte op het snijvlak van voeding, gezondheid en duurzaamheid. Zijn onderzoek richtte zich met name op de invloed van dieet en voedingspatronen op chronische ziekten en gezondheidsbevordering, en de rol van voeding binnen voedselproductiesystemen.

Hij onderzocht de relatie tussen voedingspatronen en de preventie van hart- en vaatziekten, kanker en diabetes, en hield zich bezig met de samenhang tussen voedselzekerheid en duurzaamheid. Logisch dus dat ik verwachtte meer te horen over het effect van een gezond voedingspatroon op het milieu. Het symposium bleek echter vooral te gaan over sociale ongelijkheid, armoede en een gezond en goed vol te houden voedingspatroon.

Definitie
Is sustainability dan een zo algemeen begrip geworden dat iedereen daar een eigen invulling aan kan geven? Eenmaal thuisgekomen checkte ik de definitie van sustainability nog even. Volgens de Cambridge Dictionary heeft sustainability twee definities:

  1. De eigenschap van het kunnen blijven doorgaan over een bepaalde periode;
  2. De eigenschap van het weinig of geen schade toebrengen aan het milieu en daardoor lang kunnen voortduren.
Als je kijkt naar de eerste definitie, hoef je het, wanneer je het over een ‘sustainable diet’ hebt, niet alleen over de milieu-impact te hebben. Sociale ongelijkheid en hoe goed een gezond voedingspatroon vol te houden is, kun je ook onder het dak van duurzaamheid plaatsen.
Liever suiker dan vet
Tijdens de paneldiscussie met Letteke Boot (VWS), Corné van Dooren (WWF en WUR), Andries Olie (Cosun), Edith Feskens (WUR) en Spencer Moore (WUR) ging het bijvoorbeeld over de vraag of een algemene suikertaks effectief is om obesitas te voorkomen. De meningen bleken verdeeld. “Een suikertaks raakt de armen in de samenleving,” vond Moore. Boot vond juist dat je met een suikertaks de armen kunt helpen. Olie van suikerbietenverwerker Cosun was tegen de stelling. Hij was bang dat bedrijven ter compensatie voor suiker vetten aan hun producten zullen toevoegen, waardoor het aantal calorieën even hoog blijft. En daarom concludeerde het panel dat een suikertaks dus niet per se een heel ‘duurzame’ oplossing is.

Over Ultra-Processed Foods bleken de panelleden het eens: af en toe genieten van bijvoorbeeld een lekker, maar een fout zoet stukje chocolade moet kunnen. 'Mentale gezondheid' bleek ook belangrijk binnen een ‘duurzaam voedingspatroon’.

Milieu-impact van suiker
Een break-outsessie met Cosun beloofde in te gaan op de vraag: “Wat is een duurzaam voedingspatroon?” Dat bleek aanleiding voor een verhitte discussie waarin alle onderwerpen door elkaar tuimelden. Van 'Hebben we wel suiker nodig in ons voedingspatroon?' tot 'Kunnen we niet beter de voedselomgeving wat gezonder maken?' en van 'Wat vinden we van het gebruik van zoetstoffen?' tot 'Hoe maken we de consument duidelijk wat gezond is?' De milieu-impact van suiker bleef - misschien door de beperkte tijd - buiten schot.

Wat duurzaam eten is, bleef een raadsel. Zou er dan echt zo weinig verstandigs over te zeggen zijn?
Dit artikel afdrukken