Harris heeft recent aangegeven dat zij “prijsopdrijving zal aanpakken en kosten zal verlagen” vanaf de eerste dag van haar presidentschap.

Volgens Politico hopen progressieven binnen de Democratische Partij dat Harris meer dan de zittende president Joe Biden bereid zal zijn om haar presidentiële uitvoerende macht te gebruiken om bedrijven aan te pakken die zij beschuldigen van het onterechte prijsopdrijving ('price gouging' in het Amerikaans). Ze denken dat levensmiddelenverwerkers en supermarkten gigawinsten maken over de rug van burgers. Die gedachte leeft ook aan de rechterkant van het politieke spectrum

De stijgende kosten van levensonderhoud, waaronder voedselprijzen, vormen een grote last voor veel huishoudens in de VS. Het aanpakken van de prijzen verlicht hun financiële situatie en laat hun koopkracht groeien, wat goed is voor de rest van de economie.

Veel Democraten vrezen dat als Harris de prijzen niet belooft te verlagen, hun kansen bij de presidentsverkiezingen in november 2024 dalen. Harris kan met de belofte niet alleen de steun van progressieve kiezers vergroten, maar ook die van gematigde en onafhankelijke kiezers die worstelen met de stijgende kosten voor hun dagelijkse boodschappen.

De aanpak zou dezelfde zijn die in Nederland en Europa te horen was: pak de winsten van de grote winkelformules en A-merken aan. Maar hoe doe je dat, vooral als je je realiseert dat die winsten onder druk staan omdat het publiek minder gaat kopen?

Gevraagd naar haar aanpak, bleek Harris nog weinig ideeën te hebben bij het 'hoe dan?'

Dit artikel afdrukken