De ene glossy folder na de andere belandt in de brievenbus met Kerstgedoe. We worden er op voorhand al moe van en het gesprek aan tafel gaat over de vraag of we niet simpele stevige winterkost kunnen opdissen voor de verandering. Stamppot ofzo. Een van de disgenoten stelt een vraag: Wanneer komt het begrip stamppot eigenlijk in zwang? Tijd om in het etymologisch woordenboek te gaan snuffelen. Daar kom je niet verder dan verklaringen over het Middeleeuwse stampen en het bijbehorende gereedschap. Dan de oude kookboeken er maar weer eens bijgehaald. Om te beginnen kunnen we onderscheid maken tussen husselen en stampen. Hutspot wordt gehusseld en niet gestampt. Stampen verandert iets in een samenhangend geheel waarbij de oorspronkelijke onderdelen nauwelijks meer herkenbaar zijn. Kauwen hoeft nauwelijks meer.

Trots
Het wordt een ware zoektocht door mijn kookboekenkast. In het Nieuw Burger Kookboek uit het begin van de 19e eeuw komen geen stamppotrecepten voor, wel vijf manieren om aardappelen als groente te bereiden. Ook Maria Haezebroek's Hedendaagsche Kookkunst (1848) rept nog niet van stamppot. Betje, de Goedkoope Keukenmeid weet in 1850 van geen stamppot. Bij Aaltje gaat het beginnen. Een heel hoofdstuk gewijd aan hutspot: "onder hutspot verstaat men alle door elkaar gekookt eten, door elkaar gehutst'. Natuurlijk ontbreekt het recept voor Leidse hutspot niet, die 'in het hart van een rechtgeaard wel onderwezen Nederlander steeds een aandoening van trots wekt". De schrijfster Odilia Corver, directrice der tijdelijke kookschool, gehouden te Amsterdam in 1887, lustte er wel pap van. Hutspot met kool of rapen, zuurkool, rode kool, en - vanwege de voedingsbalans - beslist spek en peulvruchten. De stamper en pureerzeef hanteert zij echter alleen bij het bereiden van de meest uiteenlopende purées.

Grote aardappelen
Wanneer zijn dan de puree en de hutspot een huwelijk in de pan aangegaan?
In 1901 verschijnt Eenvoudige berekende recepten van Martine Wittop Koning. Zij introduceert in hoofdstuk negen de Stamppot. "Onder stamppot, of gestoofde pot, verstaat men een gerecht van aardappelen met groenten (of in een enkel geval vruchten), die door elkaar zijn gemengd en dan gestoofd worden met de een of andere vetsoort. De aardappelen in een stamppot gebruikt, kunnen desnoods resten zijn van een vorige dag; smakelijker wordt het gerecht als men de rauwe, geschilde aardappelen met de groente tegelijk laat gaar worden….. Als algemeene regels voor het bereiden van stappot gelden de volgende:
1. bepaal welke van de bestanddeelen het langst noodig heeft om gaar te worden en zet in verband daarmee het eerst datgene op wat het meeste tijd vraag; voeg er daarna het overige bij, zóó dat ook dit tijd genoeg heeft om gaar te worden;
2. neem de hoeveelheid water niet te ruim: de meeste groenten bevatten veel vocht en men zou aan voedende bestanddeelen verliezen, wanneer later een deel van het kooknat moest worden afgegoten. Vul daarom liever de hoeveelheid water, wanneer ze onder het koken te klein blijkt te worden, af en toe aan;
3. gebruik van uw aardappel voorraad de groote aardappelen voor stamppot: het in stukken snijden, dat bij afzonderlijk gediende aardappelen minder smakelijk zou zijn, is voor een stamppot natuurlijk geen bezwaar."

Weinig vaatwerk
Leerzame kost, die kookboeken van vroeger. Martine Wittop Koning was docente voeding en huishoudkunde aan de Amsterdamse huishoudschool. Ze liet zich serieus sponsoren door de voedingsmiddelenindustrie, zoals Calvé. In 1901 kon je trouwens nog een voedzame maaltijd op tafel zetten voor zo'n 34 cent. Het recept is wel veel kaler dan de meeste hutspotrecepten, die als je goed terug gaat zoeken gewoon de "modernere" versie van de middeleeuwse ketelkost zijn.
Aan het begin van de jaren twintig van de twintigste eeuw verschijnt het Modern Kook- en Huishoudboek van A. ter Bruggen- Simonsz. Zij geeft een verhandeling over stamppot: "Onder stamppot verstaat men versche of gezouten groente en aardappelen met vleesch, spek of worst, boonen en erwten dooreen gekookt en daarna gestampt." Zij noemt een veelheid aan combinaties, maar haar bijgevoegde recepten heten geen stamppot, al zijn ze dat soms wel. Ze maakt duidelijk onderscheid met hutspot.
In het Kook- en Huishoudboek voor het Platteland uit 1931 is het echt raak. Maar liefst 22 stamppotrecepten kan je daar vinden. De schrijfster, Wilma Münch noemt de gestampte pot "één van de echt-vaderlandsche nummers van het menue". De oorzaak daarvan schrijft zij toe aan het prettige gebrek aan vaatwerk dat nodig is om dit gerecht te bereiden, hetgeen tijd scheelt.

Topkok
Elisabeth, die voor de Huishoudschool in Culemborg in 1930 recepten bijeen bracht in een kookboek, heeft een echt apart hoofdstuk gewijd aan Stamppotten. Het is duidelijk. Minder ingrediënten, weinig gereedschap, een matig vuurtje, weinig poespas. De stamppot is het goedkope gemaksvoedsel uit de twintigste eeuw. Tegenwoordig kunnen we bij groentewinkel en supermarkt allerlei versies krijgen, van vers tot blik, van diepvries tot pakje. Er is echter al een tijdje een kentering aan de gang. De stamppot is weer chic. Menige topkok schuwt het stamppotje als bijgerecht bij een exquise stukje wild in de winter niet. Wat let ons om de kont tegen de krib te gooien - een mooi Brabants gezegde - en deze Kerst eens gewoon lekkere stamppot op tafel te zetten. De tijd die je dan overhoudt kun je besteden aan geliefde(n) en verwanten. Wandelen, spelletjes doen, muziek maken of beluisteren, bijpraten, uitslapen. Wat je maar wilt. Overigens: een stamppot is net als de meeste stoofschotels de volgende dag nog lekkerder. Maak genoeg voor twee dagen en u hebt een Kerst zonder stress.
Dit artikel afdrukken