Bronstijdboeren pasten zich aan droogte aan

De klimaatverandering die in het derde millennium voor Christus plaatsvond in Mesopotamië leidde niet tot oorlog, maar juist tot de ontwikkeling van een nieuwe gezamenlijke identiteit. Hoewel toenemende droogte vaak tot competitie en conflicten leidt, lijkt hiervan geen sprake te zijn geweest in Noord-Mesopotamië. NWO-onderzoeker Arne Wossink promoveert hierop woensdag 28 oktober aan de Universiteit Leiden. Wossink onderzocht hoe de boeren en de nomaden in Noord-Mesopotamië – het huidige grensgebied van Turkije, Syrië en Irak – reageerden op klimaatverandering tussen 3000 en 1600 jaar voor Christus. Hij verwachtte veel bewijs van competitie aan te treffen: als voedsel en water schaarser worden, zou dit natuurlijk kunnen leiden tot conflicten. Hij ontdekte echter dat de boeren juist veel hechter worden met de semi-nomadische veehouders.

Sterke bevolkingsgroei zorgde wel voor competitie
De archeoloog analyseerde eerdere vondsten uit het gebied en oude teksten. Uit zijn onderzoek blijkt dat het belangrijk is om het klimaat niet als enige oorzaak te zien: juist de menselijke reacties spelen een grote rol. Wossink bestudeerde drie gebieden, en slechts een van die gebieden toonde sporen van competitie tussen nederzettingen. Maar juist in dat gebied was op datzelfde moment een sterke bevolkingsgroei gaande, wat dus waarschijnlijk die competitie heeft veroorzaakt.

Toegang tot handel
De boeren in Noord-Mesapotamië kozen niet voor competitie, maar voor aanpassing.Wossink laat zien dat de opkomst van de Amorieten, die tot nu toe als (semi-)nomaden gezien werden, niet alleen een proces van infiltratie was. Die opkomst moet juist worden gezien als de verspreiding van een identiteit die boeren en veehouders met elkaar verbond. Door de adoptie van de Amoritische identiteit kregen de boeren toegang tot een groot handelsnetwerk, dat nodig was om de droge periode door te kunnen komen.

Het onderzoek van Wossink maakt deel uit van het multidisciplinaire project Settling the steppe. The archaeology of changing societies in Syro-Palestinian drylands during the Bronze and Iron Ages. Dit project wil inzicht verschaffen in de variëteit en stabiliteit van menselijke bewoning in marginale gebieden in het Nabije Oosten. Het wordt gefinancierd vanuit de Vrije competitie van NWO.
Wossink ontving eerder dit jaar van NWO een rubiconsubsidie. Rubicon biedt recent gepromoveerde wetenschappers de mogelijkheid ervaring op te doen aan een buitenlands topinstituut.

Woensag 28 oktober promoveert Eva Kaptijn binnen hetzelfde project. Persbericht over promotie collega-onderzoeker Eva Kaptijn: ‘Vallei in Jordanië al 13.000 jaar bewoond en bevloeid’
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/nwoa_7x7bln


Dit artikel afdrukken