Maak van de Noordzee een opslagplaats voor CO2 van direct afgevangen emissies in de zware industrieën. Het idee lijkt veelbelovend, maar is niet zonder risico’s. Toch adviseren zowel het klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties als het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving die maar te nemen.
Omdat we vastzitten aan onze uitstoot, nemen we het risico. Ook al adviseren het IPCC en het PBL dat te doen, de risico's worden er natuurlijk niet kleiner van.
In pogingen om de uitstoot van CO2 naar de atmosfeer te verminderen, ontwikkelt de technologie van koolstofafvang en -opslag zich snel in Europa. De Carbon Capture and Storage (CCS). Universiteiten en industriële sectoren experimenteren al jaren met de techniek die koolstof in gasvorm in uitgeputte gas- en olievelden pompt om ze daar op te slaan. Daar werd de CO2 tijdens het Carboon-tijdperk tenslotte ook gevormd uit de resten van plantaardige en dierlijke biomassa.

Het idee is om CO2 niet naar de lucht te laten ontsnappen, maar rechtstreeks aan de bron op te vangen en transporteren naar plekken waar het gas op grote schaal kan worden opgeslagen. Bij CCS gaat vooral om het opvangen van CO2 uit de emissies van zware industrieën zoals kunstmest-, staal- en cementproductie die grote hoeveelheden koolstof uitstoten.

"De koolstof wordt gevangen in een chemisch reagens en opgelost, waarna de resulterende vloeistof wordt verhit om de koolstof van de andere componenten te scheiden en te concentreren. Het idee is om het dan via pijpleidingen te vervoeren om het opnieuw te injecteren onder zeesedimenten, in gas- of oliereservoirs die al geëxploiteerd zijn", legt Pierre Delmelle, professor en bio-ingenieur aan de UCLouvain in Knack uit.

De Europese aandacht richt zich voornamelijk op de Noordzee. Nederland begon als pionier. Vervolgens hebben ook Denemarken en Noorwegen hun inspanningen opgevoerd.

Noorwegen investeerde €2,4 miljard in het Longship-project. Dit initiatief beoogt CO2 op te slaan in een fjord bij Bergen op 2,7 kilometer onder het zeeoppervlak. Dit project zou niet alleen emissies verminderen maar ook economische groei door nieuwe technologieën stimuleren, beargumenteerde de Noorse premier Erna Solberg in 2020.

Longship is ontworpen om de uitstoot van de zware industrie van het Scandinavische land en van zijn Europese partners op te vangen. Zo ligt er een overeenkomst van Northern Lights (het transport- en opslaggedeelte van het Longship-project) met Yara voor de jaarlijkse opslag van maximaal 800.000 ton CO2 uit Yara's ammoniak- en kunstmestfabriek in het Nederlandse Sluiskil. Naar verwachting zal het Longship-project volgend jaar operationeel zijn.

Hoewel deze geologische opslag ideaal klinkt, zijn er belangrijke onzekerheden zegt Delmelle in Knack. De impact op mariene ecosystemen is nog onduidelijk "Vanaf het moment dat we mariene sedimenten verstoren, zullen er gevolgen zijn voor het ecosysteem, maar we kunnen dat niet voorspellen". Bovendien, zo voegt Delmelle toe, "is er een risico op lekkage en verzuring van de oceanen." Maar, zegt ook Delmelle, met de klimaatcrisis als onmiddellijke dreiging is er geen tijd meer voor uitgebreide studies naar deze risico's.

Volgens het IPCC is geologische koolstofopslag bij gebrek aan beter een oplossing voor industrieën die moeilijk koolstofvrij te maken zijn. Dat zegt ook ons Planbureau voor de Leefomgeving. Het Nederlandse CCS-project Porthos voor de kust bij Rotterdam, dat dwars wordt gezeten door MOB van Johan Vollenbroek dat het gebruik van fossiele brandstoffen in plaats van de vrije uitstoot daarvan wil beperken, meldde de steun van het PBL dan ook met merkbare blijdschap.

Omdat we vastzitten aan onze uitstoot, nemen we het risico. Ook al adviseren het IPCC en het PBL dat te doen, de risico's worden er natuurlijk niet kleiner van.