'Enorm groot gebied'
Van Mil en Havermans zien het duoschap als een voordeel. ”Voeding en gezondheid beslaat zo’n enorm groot gebied. Zo kunnen we zowel de medische als psychologische kant bekijken”, zegt Havermans. Hij is universitair docent en werkzaam bij de Faculty of Science and Engineering van Maastricht University waar hij onder meer onderzoek doet naar de psychologie van eten. Hij houdt zich bezig met vragen als 'waarom eten wij wat wij eten?' Van Mil is kinderarts-endocrinoloog en gespecialiseerd in hormonale ziekten, diabetes, groeistoornissen en obesitas. Hij werkt bij de vakgroep kindergeneeskunde van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch en schreef het handboek ‘Overgewicht en obesitas bij kinderen’. Hij is oprichter van het Expertisecentrum Overgewicht bij Kinderen.
De duo-baners gaan onderzoek doen naar gezonde voeding en het effect op het lichaam, psychologische kennis, marketing en de ontwikkeling van nieuwe producten. “Hoe houden we de jeugd gezond? Hoe houden we de niet-gezonde jeugd zo gezond mogelijk? En dan middels voeding. Dat zijn vragen waar we ons mee bezig gaan houden”, zegt van Mil.
Hopelijk kunnen we er zo met elkaar voor zorgen dat toekomstige generaties al vroeg in hun leven bewust gezondere voedselkeuzes makenDe eerste 1.000 dagen en de laatste 1.000 dagen van de jeugd zijn belangrijk, zeggen de deeltijdprofessoren. Daarom richten ze zich in eerste instantie op gezinnen met jonge kinderen (tot en met drie jaar) en jongeren van 12 tot en met 18 jaar. “Er is meer onderzoek nodig naar waarom jongeren niet gezond eten en waarom ze niet van groente en fruit houden. Wat maakt dat ze bepaalde keuzes maken?”, vraagt Havermans zich hardop af. “Hier hebben we nog geen pasklaar antwoord op. Als we weten welke knopjes we bij jongeren moeten indrukken, kunnen we pas goede interventies ontwikkelen.” Voor hun onderzoek willen ze hun brede netwerk en de hele keten betrekken.
'Pre-competitief onderzoek, daar heeft iedereen wat aan'
Brightlands Campus Greenport Venlo is de thuisbasis voor de nieuwe leerstoel die mede mogelijk gemaakt wordt door het bedrijfsleven. Zijn ze dan wel onafhankelijk? Volgens Aalt Bast, decaan Campus Venlo, hoogleraar farmacologie en toxicologie Maastricht University en aanjager van de leerstoel wel. “We gaan pre-competitief onderzoek doen. Dus onderzoek waar iedereen wat aan heeft.” Initiatiefnemer Jan Klerken van Scelta Mushrooms prijst die combinatie van multidisciplinair onderzoek en bedrijfsleven. “Hierdoor ontstaat unieke kennis die van grote waarde is. Hopelijk kunnen we er zo met elkaar voor zorgen dat toekomstige generaties al vroeg in hun leven bewust gezondere voedselkeuzes maken.”
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Omdat er in Duitstalige documentaires op het gebied van gezondheid regelmatig een 'Ökotrophologin' aan het woord is, heb ik dit beroep even opgezocht in de Wikipedia.
Hier een samenvatting (automatisch vertaald):
In Duitsland is er sinds 1960 de opleiding Ökotrophologie, die aan universiteiten en hogescholen gevolgd kan worden, in het geval van een doctoraat wordt de titel Dr. oec. troph. toegekend.
Ecotrofologie behandelt zowel wetenschappelijk-medische als psychosociologische en economische onderwerpen. De onderwijsgebieden omvatten dus natuurwetenschappelijke vakken zoals voedingswetenschappen, waaronder diëtetiek en gezondheid, sociologische vakken zoals voedingssociologie, huishouding, advies- en consumptiewetenschap en sociaal beleid, economische elementen zoals economie en personeelsmanagement, alsmede huishoudelijke technologie die relevant is voor het huishouden en voedseltechnologie of procestechnologie die relevant is voor de voedingsindustrie. In het wintersemester 2012/2013 werden 9505 studenten ingeschreven voor bachelor- en masteropleidingen in de voedings- en huishoudkunde, volgens het Federaal Bureau voor de Statistiek, voornamelijk vrouwen.
"We gaan pre-competitief onderzoek doen."
Wat een halfslachtige argument is dat. Dat gaat enkel over de vraag of de resultaten gunstiger uitpakken voor het ene bedrijf t.o.v. het andere. Maar dat is niet de enige vorm van belangenverstrengeling.
Even een, zoals politici dat plegen te noemen, proefballonnetje:
Stel nou dat de conclusie luidt dat het als gewoon consumptiegoed behandelen van voedsel een 'root cause' is van de voedinggerelateerde gezondheidsproblemen bij o.a. kinderen*? Zou dat even vervelend zijn voor het bedrijfsleven. Zou deze gesponsorde leerstoel een dergelijke conclusie zonder enige terughoudendheid openbaar maken, of, erger nog, het überhaupt in die richting zoeken?
En nog een andere vraag: in hoeverre is er behoefte aan onderzoek op dit gebied? Ik zou bijna zeggen dat hier sprake is van een probleem dat vooral een praktische oplossing behoeft. Hoe gaan deze bijzonder hoogleraren voorkomen dat e.a. verzandt in academisch onderzoek en zorgen dat hun leerstoel leidt tot daadwerkelijke effectieve toepassingen?
--------
* Het streven is daarbij immers maximalisatie van winst en dat leidt inherent tot de eens zoveel mogelijk te verkopen.