Hoe hoogopgeleider als samenleving, hoe meer we kennelijk in stukjes gaan denken. Met alle brokken van dien. André Malraux, een uit de vorige eeuw bekende onconventionele linker denker die vaak minister was in rechter Franse regeringen, zou het ongetwijfeld een uiting van ons menselijk tekort hebben genoemd.
Systeemdenken. Dat woord valt hier de laatste tijd nogal 'ns, omdat sommigen hier constateren dat er een gebrek aan is. Het is niets anders dan modern middeleeuwerschap.
Florine's draadje leidde tot de opmerking van een dierwetenschapper dat de slachtstress - de laatste vorm van dieronwelzijn die we het dier dat we eten kunnen aandoen - begint bij het, vaak lange vervoer van de boer naar de slachter. We hebben alle kleine slachthuizen gesloten en nog maar een paar grote over. Onmiddelijk kwam een pleidooi voor kleine Ot en Sien slachterijtjes. Niemand denkt na over de kosten. Dom, want het moet niet alleen ultiem diervriendelijk maar ook betaalbaar blijven. Klein moet minstens middelgroot wezen. Laten we van daaruit eens doorredeneren.
Als een vorm van groot- of groterschaligheid in slacht nodig is en het vervoer van de dieren tot een minimum beperkt dient te blijven, dan is integratie van de functie van het mesten en slachten vereist. De daarvoor verzonnen oplossing heette varkensflat. Die was diervriendelijker dan het paradijs waar zelfs biologische varkens van dromen. Maar de dierenbeweging hoonde dat architectonische diervriendelijkheidshoogstandje weg op de golven van makkelijk te misleiden 'maatschappelijke gevoelens.'
Het mocht niet. Dood en doodzonde.
Er moet dringend maatschappelijke ruimte worden gemaakt voor de nog modern middeleeuwsere nieuwe varianten van de flat. De 'oude' was bedoeld voor industrie-terreinen. Communicatief ging dat fout, omdat onze moderne maatschappelijke ideeen voorschrijven dat varkens op een boerderij horen. Ver van de stad. Dat dat historisch onzin is doet er niet toe; het varken hoort sinds er menselijke nederzettingen zijn in de stad. Varkens eten immers de resten die mensen niet meer op kunnen of willen eten.
Moderne maatschappelijke ideeën houden kennelijk van romantische waanvoorstellingen rond Otten en Sienen die nooit leefden.
Echt moderne ideeën gaan uit van historisch besef. Ze plaatsen de varkenshouderij weer terug in de stad. Geven het varken het eten dat we niet meer op kunnen in plaats van het domweg te verbranden. Zo kunnen we weer een gesloten kringloop maken. Dat was de basis van de duurzaamheid die onze economisch heel wijze voorvaderen - zowel die van 10.000 als die van 2.000, 600 en nog geen 60 jaar geleden - altijd al praktizeerden.
Ze moesten wel, want ze hadden niet onze tot spilzucht leidende overvloed. Ik zeg het maar meteen: helemaal geen vlees meer eten is geen optie omdat we er kostbare eiwitten door zouden verspillen. Het is alleen niet hip om te zeggen. Het omgekeerde wel. Uit naam van een vaag duurzaamheidsdenken blijkt menige moderne duurzaamheidsridder een onduurzame, want onsystemische kwakzalver.
Het is onbegrijpelijk. Varkens in Nood, Wakker Dier, Milieudefensie, de Partij van de Dieren, de Dierenbescherming, Biologica en Demeter zouden moeten juichen: varkensflats in de stad! Duurzamer is er niet. Het remt overproductie en maakt iedere stad autonoom, kan zorgen voor een hogere prijsbereidheid van consumenten die 'hun' varken uit 'hun stad' kunnen kopen, en het zorgt voor een mooie dood na een diervriendelijker leven in de belangstelling en met het respect van mensen die de dieren weer zien en in hun nabijheid voelen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@Dick. Ik ben het helemaal met je eens. Misschien heb ik me niet goed uitgedrukt. Met kleinschaliger wilde ik eigenlijk aangeven dat het geen megastallen met duizenden en duizenden dieren moesten worden in de stad. En laat vlees dan maar gewoon eens uitverkocht zijn. Houd het klein. En gebruik vooral het afval van restaurants en supermarkten, dan is duurzaamheid gediend. De schillenboer met een gekoelde kar heeft toekomst. dagvers afval voor de varkens. Het enige waar ik nog mee zit is de vraag of dat varken zich ook lekker voelt in zo'n varkensflat zonder zelf frisse buitenlucht te kunnen opsnuiven, zonlicht op zijn huid te voelen of te kunnen wroeten in zachte materie. Dat heeft niets met romantiek te maken. Poezen die nooit bujiten komen liggen binnen ook altijd op de vensterbank waar het zonlicht binnenkomt en krabben de bekleding van je stoelen aan flarden omdat ze een onuitroeibare behoefte hebben aan krabben. Dat behoort tot eenvoudig dierwelzijn.
De andere kant is de export van varkens en varkensvlees. Als de sector daar geen geld meer aan verdient, zijn ze dief van hun portemonnaie en moeten er meteen mee ophouden. Dan heeft het systeem van alsmaar groter en meer zichzelf 'doodgegroeid' zoals dat in de plantenwereld het geval kan zijn. Export van hun kennis zou gestimuleerd moeten worden door de overheid in ruil voor een soort schadeloosstelling voor de opheffing van hun bedrijf. Voorbeeld vissector: grote schepen eruit.
Vandaar, Florine, dat de NGO's die ik in de tekst noem zouden moeten juichen bij initiatieven die het varken terug in de stad plaatsen. De dieren kunnen (grotendeels) van ons eetafval leven en iedere stad zelfvoorzienend maken.
Er zijn dierwetenschappers - met veel verstand van de besmettingsgevaren van 'swill', de chique naam voor dat afval - die ervoor pleiten. De ontwikkeling van hun alleszins redelijke gedachten daarover worden geremd door enerzijds de goedbedoelende maar niet door kennis gehinderde delen van de dierenbeweging en het verbod op swill als dierenvoer. Noch ministeries, noch kranten durven er hun handen aan te branden.
De sector zelf is een ander probleem: ze zien hun brood wegvallen, maar kijken niet over de grenzen van hun bestaande mogelijkheden heen. Die angst is begrijpelijk, want ze verdienen nu al niets. Diezelfde dierwetenschappers kunnen hen vertellen dat ze kennis moeten gaan exporteren in plaats van dood of levend vlees. Iedere stad in de wereld kan zo nl. duurzaam worden. Nederland, naast Denemarken, HET varkensland in de wereld heeft iets prachtigs en diervriendelijks te exporteren: kennis over het duurzaam en diervriendelijk houden van varkens in symbiose met de stad.
Kleinschaligheid? Laten we het woord in de ban doen, want het doet denken aan die schatten van een Ot & Sien. We leven in de 21e eeuw. Modern middeleeuwerschap, duurzaamheid en ophouden met verspillen. Da's veel belangrijker dan slowe kleinschaligheid of andere slome begrippen waar mensen van heel wat romatische culi's moeten geloven. En wie weet, is duurzaam wel kleinschaliger dan heel grootschalig ;-)
Dick Veerman:Maar laten we weer gauw terugkeren tot de varkens, ‘s mensen duurzaamste stadsvriend. Hoe kunnen we maatschappelijk weer de juiste ruimte voor dat leuke, slimme en lekkere dier creeren? Dat is de vraag.
Dat lijkt mij een kant van de zaak waar misschien wel uit te komen is op een diervriendelijke, duurzame, kleinschalige manier (Al is de kwestie van het 'humaner' slachten van varkens dan thans het geval is, nog niet opgelost). De andere kant van de zaak is dat Nederlandse varkensfokkerijen voor het grootste deel gericht zijn op export. En daar zit'm het probleem. Dan komen de hele grote varkensfabrieken in havengebieden of op industrieterreinen in grensgebieden weer in zicht. Grootschalige (varkens)vleesconsumptie wereldwijd, dat is de kern van het probleem. Waarom moet vlees altijd in overvloed voorhanden zijn? Dat is zolangzamerhand zeer dubieuze welvaart geworden.
'Iets anders gedacht'. Suggereerde ik dan het ene ipv dat andere? Todd's biografie over Malraux die Guillaume daar citeert is een prachtige, maar heeft niets van doen met het varken, noch met systeemdenken. Die 2 woordjes - menselijk tekort - wel: ze geven aan dat we zowel de dieren als onszelf in de weg staan en los zijn van onze eigen motor. Dat is ons lot, maar ontslaat ons niet vd plicht een ontsnappingspoging te wagen.
Als we het toch hebben over kranten en persoonlijkheden. Geert Mak heeft het in de NRC Weekendbijlage vandaag over Karl Kraus, de man die WO I voorzag als een gevolg van onze relatieve dommigheid als collectief. Andere uitwerking, zelfde tekort.
Maar laten we weer gauw terugkeren tot de varkens, 's mensen duurzaamste stadsvriend.
Hoe kunnen we maatschappelijk weer de juiste ruimte voor dat leuke, slimme en lekkere dier creeren? Dat is de vraag.
Het probleem blijft dat we weliswaar efficienter kunnen omgaan met ons eten, ook de moslims bekeren zich misschien ooit tot het varken na een teken uit de hemel, maar de bevolking neemt nog steeds maar toe. De winst aan duurzaamheid wordt opgesoupeerd. Zie de voorspellingen van UN-instellingen met name over minder ontwikkelde landen. De echte stap naar duurzaamheid, dat weet iedereen diep van binnen, is een rem op de bevolkingsaanwas. Zaken als het stadsvarken zijn natte dromen van urbane bestuurders die zich verlicht willen opstellen.
Als we hier minder verspillen lossen we het probleem in Ethiopië niet op. En dat is een echt probleem.