De wereldwijde investeringen in schone energie stijgen naar recordhoogtes, bijna tweemaal zo hoog als die in fossiele brandstoffen. Toch ziet hoogleraar geografie Brett Christophers de energietransitie somber in. Het is volgens hem naïef om te vertrouwen op de markt vanwege het ontbreken van een gezond businessmodel voor duurzame energie. Het Financieele Dagblad nam een artikel over van De Tijd, die met Christophers sprak.

https://fd.nl/tech-en-innovatie/1522046/vergroenen-zonder-overheidssteun-gaat-simpelweg-niet-lukken
Volgens de Britse hoogleraar geografie Brett Christophers ben je naïef als je denkt dat de markt vanzelf de energietransitie zal oppakken. Ondanks de verwachte investeringen van $2.000 miljard in schone energie dit jaar, blijven de investering in fossiele brandstoffen met een geschatte $1.100 miljard hoog. Christophers wijst erop dat we, ondanks de groei in hernieuwbare energie, nog steeds niet de noodzakelijke omslag maken.

Christophers ziet de kern van het probleem in het businessmodel voor wind- en zonne-energie dat niet rendabel genoeg is om de machtigste economische spelers, zoals banken en beleggers, te overtuigen. Hoewel de kosten voor hernieuwbare energie sterk zijn gedaald, is er geen sprake van een grootschalige verschuiving naar schone energie. Dat komt doordat de markt wordt gedreven door verwachte winst en niet door prijsdaling alleen. Met andere woorden: als je door te investeren in fossiele brandstoffen meer kunt verdienen dan door te investeren in hernieuwbare energiebronnen, dan ben je een dief van je eigen portemonnee als je dat doet.

Macht van het rendement
Wereldwijd schommelt het aandeel van fossiele brandstoffen in de elektriciteitsproductie al jaren rond de 60%. In Europa, met zijn explosieve groei van hernieuwbare energie, blijft het aandeel van fossiele brandstoffen ook hoog. Christophers legt uit dat de lage kosten van hernieuwbare energie niet automatisch leiden tot een verschuiving in investeringen. Dat is logisch als je bedenkt dat het kapitalistische systeem niet wordt gedreven door prijs, maar door verwachte winst.

De winstgevendheid van wind- en zonne-energie ligt rond de 5% à 8%, dat is laag voor zo’n volatiele (lees: high risk) sector. De prijs van wind- en zon-energie is volatiel zodat de sector zwaar leunt op prijsstabilisatiemechanismen, zoals langetermijncontracten voor stroomafname. Dit maakt de sector minder aantrekkelijk voor investeerders en banken omdat ze gemakkelijk betere en minder risicovolle opties vinden.

Alleen overheid kan investeren in infrastructuur
Innovaties zoals betere batterijen kunnen het aanbod stabiliseren en helpen bij prijsschommelingen, maar deze technologieën staan nog in de kinderschoenen en vergen grote investeringen. Volgens Christophers is het niet realistisch om de vergroening over te laten aan bedrijven, omdat zij niet bereid zijn om de noodzakelijke risico's te nemen zonder substantiële steun.

Tegen die achtergrond, denkt Christophers in het Financieele Dagblad dat de energietransitie niet zonder massale overheidsinvesteringen kan. Alleen overheden hebben voldoende slagkracht om investeringen in zonne- en windenergie snel en substantieel te verhogen. Hij verwijst naar de New Deal in de jaren dertig in de Verenigde Staten, waar de overheid zwaar investeerde in infrastructuur. De uitvoering liet ze over aan bedrijven. Een soortgelijke aanpak is nu nodig voor de energietransitie.

Christophers wijst erop dat overheden nog steeds vergunningen verlenen voor nieuwe olie- en gasvelden, ondanks de waarschuwingen van het Internationaal Energieagentschap dat dit de planeet meer dan 1,5 graad zal laten opwarmen. Dit toont aan dat de politiek haar rol niet ziet. De fossiele markt redt zichzelf wel en heeft juist geen overheidsinvesteringen nodig.