De subsidies die Nederland ontvangt, zijn verdeeld over 15 clusters van onderwerpen en doelstellingen. Van de €2,9 miljard die Nederland in 2022 ontving, ging 38% naar onderzoek en innovatie (ruim €1,1 miljard). De tweede grootste post is landbouw en maritiem beleid, waarvoor €847 miljoen (29%) is gereserveerd. Dit geld gaat voornamelijk naar landbouwondernemingen. Op de derde plaats komt investeren in mensen, sociale cohesie en waarden, met een bedrag van €265 miljoen. Andere belangrijke gebieden zijn veiligheid en Europese strategische investeringen.

Buiten de 15 clusters ontving Nederland in 2022 ook nog ruim €490 miljoen uit het solidariteitsmechanisme en ruim €100 miljoen voor de financiering van Europese instellingen. In totaal ontving Nederland €3,5 miljard van de Europese Commissie.

Europese uitgaven verschillen per land
De totale uitgaven van de Europese Commissie aan lidstaten laten een andere verdeling zien. In de EU als geheel gaat het meeste geld naar landbouw en maritiem beleid (39%) en regionale ontwikkeling en cohesie (31%). Daarna volgt investeren in mensen, sociale cohesie en waarden met 13% van de totale uitgaven. Europese strategische investeringen staan op de vijfde plek met 3%. In totaal gaf de Europese Commissie bijna €139 miljard uit aan de lidstaten in 2022.

Verschillen in bestedingen
De tweede grootste Europese uitgavenpost is regionale ontwikkeling en cohesie, met ruim €42,5 miljard. Dit geld is bedoeld om economische en sociale ongelijkheden tussen verschillende regio’s te verminderen, maar Nederland ontvangt hiervoor relatief weinig geld. Ook op het gebied van veiligheid, zoals de bestrijding van cybercriminaliteit en terrorisme, is er een groot verschil qua uitgaven. Hoewel deze uitgavenpost binnen de EU klein is, maakt deze in Nederland 5% van de ontvangsten uit.

Landen vergelijken
Waar de EU-gelden aan worden besteed, verschilt sterk per land. Frankrijk en Duitsland ontvangen relatief veel geld voor landbouw en maritiem beleid: 60% van de subsidies voor Frankrijk en 47% voor Duitsland. In Polen gaat meer dan de helft (56%) van de subsidies naar regionale ontwikkeling en cohesie. Net als in Nederland is onderzoek en innovatie de grootste inkomstenpost voor België (26%). België ontvangt ook een relatief groot deel (11%) uit het cluster 'extern optreden' (internationale samenwerking).

Nederland en Duitsland krijgen per inwoner het minst
Nederland ontvangt na Duitsland het minste aan EU-subsidies per inwoner. Per inwoner kreeg Nederland ongeveer €200, waarvan het grootste deel (€166) vanuit de 15 clusters. Duitsers krijgen gemiddeld €169 per inwoner per jaar. Luxemburgers ontvangen het meeste geld per inwoner, gevolgd door België en de Baltische staten. Luxemburg krijgt relatief veel geld voor onderzoek en innovatie (€483,5 miljoen) en voor de financiering van Europese instanties die daar gevestigd zijn. Ook een groot deel van de Belgische ontvangsten bestaat hieruit.

Nederland wil 45% netto-afdracht aan EU terug
Lidstaten betalen ook aan de Europese Unie. Nederland betaalt, samen met landen zoals Duitsland, Ierland en Zweden, meer aan de EU dan het ontvangt, en is daarmee een nettobetaler. In 2022 droeg Nederland per inwoner ongeveer €557 af, €357 meer dan de ontvangsten. in totaal gaat het om een overschot van ruim €3,5 miljard. De nieuwe coalitie wil daar €1,6 miljard van terughebben, ruim 45%.
Dit artikel afdrukken