Alle partijen verwachten krimp van de veestapel, maar niemand durft dat te garanderen. Zet die stap nou eens en je kunt weer wat beweging krijgen in Brussel, verwacht Wouter van der Weijden.
Het uur U voor de mestmarkt is aangebroken. De afbouw van de derogatie begint flink te knellen en ik vrees wanhoopsacties van melkveehouders met trekkers, mestfraude of erger.
Gelukkig liggen er serieuze crisisplannen van minister Adema en van LTO/NAJK/NZO (helaas niet van de BBB). Ze verwachten dat die plannen zullen leiden tot krimp van de veestapel. Maar dat maakt weinig indruk in Brussel, om de simpele reden dat ze die krimp niet garanderen. Nederland heeft een reputatie van extreem hoge veebezetting, mooie woorden, geitenpaadjes, schijnbewegingen, tijdrekken en mestgerommel. Deels terecht, deels onterecht. Europa wil dat Nederland nu eindelijk eens zijn veestapel gaat inkrimpen. Maar als de sector, de minister en de Tweede Kamer toch al krimp verwachten, waarom zouden ze die dan niet garanderen? Ger Koopmans, de voorzitter van LTO Nederland, blijft benadrukken dat krimp geen doel op zich mag zijn. Maar dat is het dus eigenlijk wel.
Hoog tijd om zo’n stap te zetten. Bijvoorbeeld 20% krimp binnen 4 jaar. Zulk heet nieuws zal de Europese media halen. Om die krimp te bereiken zet Nederland verschillende instrumenten in, waardoor de veehouderij nog enige keuzemogelijkheden behoudt. Op het menu staan al een generieke opkoopregeling en een extra regeling voor piekbelasters. Daarnaast wil Adema een bredere opkoopregeling voor melkveehouders en 30% afroming van dier- en fosfaatrechten bij transacties. LTO/NAJK/NZO pleiten ook voor de optie om het aantal melkkoeien tegen vergoeding tijdelijk te verminderen. Dat lijkt op de niet-leveringspremies die de EU kende vóór de invoering van de melkquotering in 1984.
Wel valt differentiatie te overwegen. Bijvoorbeeld minder korting voor bedrijven die relatief grondgebonden zijn, en straks bijvoorbeeld nog meer dan 70% van hun mest op eigen bedrijf kunnen aanwenden. Ook minder voor bedrijven die met hun grasland positief bijdragen aan het landschap, zoals geldt voor de meeste melkveebedrijven. En misschien ook minder krimp voor bedrijven die hun mest duurzaam laten verbranden, zoals geldt voor veel pluimveebedrijven. En tenslotte voor jonge boeren, want vergrijzing betekent stagnatie. Bij dat alles wel oppassen voor nieuwe geitenpaadjes.
De afzwaaiende EU-parlementariër Jan Huitema (VVD) schreef kortgeleden: alleen als we in Brussel iets wezenlijks brengen, kunnen we ook iets halen. Misschien 1 of 2 jaar extra voor afbouw van de derogatie? Of behoud van een beperkte derogatie voor permanent grasland? Misschien kunnen we daarbij samen optrekken met Ierland. Als je toch moet vluchten, vlucht dan naar voren, dan houd je nog enige regie.
Een kortere versie van dit artikel verscheen vrijdag op Boerderij.
Dit artikel afdrukken
Gelukkig liggen er serieuze crisisplannen van minister Adema en van LTO/NAJK/NZO (helaas niet van de BBB). Ze verwachten dat die plannen zullen leiden tot krimp van de veestapel. Maar dat maakt weinig indruk in Brussel, om de simpele reden dat ze die krimp niet garanderen. Nederland heeft een reputatie van extreem hoge veebezetting, mooie woorden, geitenpaadjes, schijnbewegingen, tijdrekken en mestgerommel. Deels terecht, deels onterecht. Europa wil dat Nederland nu eindelijk eens zijn veestapel gaat inkrimpen. Maar als de sector, de minister en de Tweede Kamer toch al krimp verwachten, waarom zouden ze die dan niet garanderen? Ger Koopmans, de voorzitter van LTO Nederland, blijft benadrukken dat krimp geen doel op zich mag zijn. Maar dat is het dus eigenlijk wel.
Hoog tijd om zo’n stap te zetten. Bijvoorbeeld 20% krimp binnen 4 jaar. Zulk heet nieuws zal de Europese media halen. Om die krimp te bereiken zet Nederland verschillende instrumenten in, waardoor de veehouderij nog enige keuzemogelijkheden behoudt. Op het menu staan al een generieke opkoopregeling en een extra regeling voor piekbelasters. Daarnaast wil Adema een bredere opkoopregeling voor melkveehouders en 30% afroming van dier- en fosfaatrechten bij transacties. LTO/NAJK/NZO pleiten ook voor de optie om het aantal melkkoeien tegen vergoeding tijdelijk te verminderen. Dat lijkt op de niet-leveringspremies die de EU kende vóór de invoering van de melkquotering in 1984.
Als je toch moet vluchten, vlucht dan naar voren, dan houd je nog enige regieMaar een harde krimpgarantie vergt ook een zekering: een korting op de totale (!) aantallen dier- en fosfaatrechten. Leg wettelijk vast dat die totalen met zo’n 6% per jaar afnemen tot 20% per 1 januari 2028. Let wel: dat hoeft dus niet te gelden voor elk bedrijf, want hoe meer vrijwillige opkoop, hoe minder generieke korting nodig is. Dan heeft de sector nog 3½ jaar om mee te werken aan een warme sanering en daarmee een koude sanering te voorkomen.
Wel valt differentiatie te overwegen. Bijvoorbeeld minder korting voor bedrijven die relatief grondgebonden zijn, en straks bijvoorbeeld nog meer dan 70% van hun mest op eigen bedrijf kunnen aanwenden. Ook minder voor bedrijven die met hun grasland positief bijdragen aan het landschap, zoals geldt voor de meeste melkveebedrijven. En misschien ook minder krimp voor bedrijven die hun mest duurzaam laten verbranden, zoals geldt voor veel pluimveebedrijven. En tenslotte voor jonge boeren, want vergrijzing betekent stagnatie. Bij dat alles wel oppassen voor nieuwe geitenpaadjes.
De afzwaaiende EU-parlementariër Jan Huitema (VVD) schreef kortgeleden: alleen als we in Brussel iets wezenlijks brengen, kunnen we ook iets halen. Misschien 1 of 2 jaar extra voor afbouw van de derogatie? Of behoud van een beperkte derogatie voor permanent grasland? Misschien kunnen we daarbij samen optrekken met Ierland. Als je toch moet vluchten, vlucht dan naar voren, dan houd je nog enige regie.
Een kortere versie van dit artikel verscheen vrijdag op Boerderij.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Tot slot - denk ik - van deze draad maak ik de lezers graag attent op deze podcast, waarin Jos Verstraten en Peter van Bodegom in gesprek over de Kader Richtlijn Water vertellen dat de Nitraatrichtlijn (waar deze hele discussie om draait) onbelangrijk wordt omdat de KRW die overvleugelt. Verontrustend is echter dat ze samen ontdekken dat de implementatie van de KRW geen governance-structuur heeft. Ik schrok daar nogal van.
NB: heel veel dank voor al jullie commentaren bij Wouters opinie! Het was een zinderende draad die op veel plekken vermoedelijk met rode oren gelezen is!
Jordi, je overdrijft:
- de EU accepteert op de markt geen vlees dat met synthetische hormonen is geproduceerd.
- dat vissen vervrouwelijken is al langer bekend, en zorgwekkend. Dank voor je link. Maar dat komt niet alleen door de pil, maar ook door koeien en schapen. Die zijn namelijk ook vrouwelijk....
- klopt dat hormonen en medicijnen in rioolwater belanden. Maar dat betekent niet dat ze ook in het fosfaat komen dat uit rioolslib wordt teruggewonnen.
- klopt dat andere lidstaten ons weinig gunnen. Juist daarom moeten we wat bieden, anders krijgen we helemaal niks. Zie Jan Huitema, die goed weet hoe de hazen in Brussel lopen.
Wouter v.d. Weijden Je hebt het over goodwil creëeren bij de Europese Commisie, diezelfde Europese Commisie die de Nederlandse landbouw allerlei regels opleggen, maar importen van buiten de kan gewoon en het maakt de EU geen donder uit hoe het daar geproduceerd is wat Oekrainse kooi-eieren komen gewoon de EU ook al is de productie van het kooi-ei in de EU verboden.
Goodwill creeeren bij de andere lidstaten? droom lekker verder, want de Fransen gunnen Nederland niets, want de Fransen doen alles om hun landbouw te beschermen en Nederland mag het subsidieren.
Dat er chemische zooi in mensenmest zit een koeienmest basseer ik op dat er in het rioolslib synthetische hormonen zitten, maar ook zooi die mensen in de gootsteen gooien die horen bij het klein chemisch afval horen.
Het is bekend dat synthetische hormonen die niet uit het rioolwater kan worden gezuiverd al voor problemen zorgen met het waterleven, zo zorgt het gebruik van de pil voor verwijfde vissen.
Het enige bord waarop de KRW problemen liggen is dat van de Rijksoverheid. De Nederlandse regering is namelijk verantwoordelijk voor de implementatie en de correcte uitvoering van de richtlijn.
Opvolgende regeringen hebben, als een soort standaard gebruik, de uitvoering van richtlijnen doorgeschoven naar andere instanties. Zo is bij de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) de uitvoering de facto uitbesteedt aan Staatsbosbeheer en particuliere (N.B.) organisaties zoals Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen, die over hun activiteiten “geen enkele verantwoording” hoeven af te leggen (is het een wonder dat het Natura2000 dossier een puinhoop is?).
Ook de uitvoering van de KRW is afgeschoven, naar waterschappen, provincies en gemeenten. Net zoals bij de VHR ontbreekt al decennia lang een centrale regie, waardoor wat we nu LNV en S&N zien doen is de bekende “kat in het nauw”. Een van die sprongen is de aanval van S&N op de z.g. piekbelasters, bedrijven die met een misselijk makende rekenmethode ten onrechte verantwoordelijk worden gehouden voor de slechte staat van instandhouding van habitattypen in Natura2000 gebieden. Daar moet een einde aan gemaakt worden.
Het geheel aan metingen en regelgeving overziend kun je, vooralsnog, concluderen dat de veebezetting in Nederland te hoog is alle normen te halen (het wordt overigens interessant om te zien wat er zou gebeuren als de Nederlandse KRW normen aangepast worden aan de Duitse).
Er wordt regelmatig geschermd met “zo en zoveel boeren gaan de komende jaren stoppen”. Maak als een frisse wind door het beleid dat nu eens concreet. RVO heeft een gigantische database met gegevens van landbouwbedrijven (nog net niet inclusief de PIN-code). Gebruik die gegevens en vraag in eerste instantie – heel beleefd – aan alle agrariers van 60 jaar en ouder of en wanner ze zouden willen stoppen. Tegen een volledige marktconforme opkoop door het Rijk (niet zeuren over geld). Als bestemming van de grond “landbouw” blijft kan die in pacht onder voorwaarden worden uitgegeven, waardoor blijvers kunnen uitbreiden en extensiveren.
Dan moet het mogelijk zijn om te berekenen om hoeveel melkvee, varkens geiten en kippen het gaat. Zo krijg je een nauwkeurig beeld of en wat er verder nodig is (met toepassing van de Duitse KRW normen).
Nog wat extra's over akkerbouw en de geschiktere gronden. Ook hier is er een verschuiving geweest, waarbij er nu grootschalig op zandgronden contractfritesaardappelen worden geteeld, naast grootschalig vollegrondsgroenten. Plus de boomteelt is toegenomen. Hoe kon dat gebeuren? Dit is sinds jaren 70 en 80 gebeurd. Door grondwaterputten te slaan en door een groeiende hvh mest uit de intensieve sectoren. Daar zit dus het lek in die derogatie als ik het zo begrijp. Klopt dit?