Pieternel van Velden schreef afgelopen week op deze plek over fraude en illegale arbeid in de tuinbouw. Het maakte de nodige reacties los. In tuinbouwblad Groenten en Fruit was gisteren een reactie op de malversaties in de tuinbouw te lezen van Wim Baltussen. Vanuit vakbond FNV past hij op de harde werkers die paprika's voor ons plukken en ons bakje champignons vullen. Zijn waarnemingen komen hard aan. Een derde van de champignonteelt in Nederland zou inmiddels in handen zijn van lieden die ronduit 'boeven' worden genoemd. De sector zit al 6 jaar zonder CAO. De lonen worden verlaagd. Vakantiedagen gekort. Werkdagen van 12 uur zijn gewoon. Drie op de vijf zondagen werken ook. Baltussen wijst met de vinger naar boerenkoepel LTO. Die wuifde de noodzaak om tot een CAO te komen weg. Het zou nl. alleen maar leiden tot meer Polen, Bulgaren en Roemenen in de Nederlandse tuinbouw. Accepteer dus maar verslechterende arbeidsvoorwaarden voor verwende Nederlanders, zei LTO eigenlijk.

Een groot tuinbouwbedrijf bestaat uit een paar handenvol mensen. Zeg maar drie Nederlanders en 33 buitenlandse krachten. Die zijn goedkoop en zeuren niet over een dagje meer of minder werken, laat staan over een 36-urige werkweek. Ze zijn blij als ze werk vinden.

Baltussen zegt dat het in alle sectoren is, zoals zojuist geschetst. Hij werd gebeld door radio Kassa met de vraag of je aan een bakje champignons of aardbeien kunt zien of het eerlijk is betaald. Nee, had hij Kassa gezegd. We kopen faire bananen, maar misdadige champignons en kunnen daar niks aan doen.

Ik hoor nóg ernstiger verhalen. Tuinders die dreigen te failleren worden met wat extra financiering net in leven gehouden door handelspartijen. Ze moeten spullen groot jagen en leveren tegen prijzen die nergens meer op slaan. Met alle gevolgen zoals hier geschetst van dien. Een tuinder stapt daarin omdat hij anders alles kwijt is. Letterlijk. Niet alleen zijn kas, maar ook zijn huis. Het gaat al zolang slecht en de financieringslasten en hypotheken zijn zo hoog dat man en vrouw bij een faillissement in boxer en BH op straat staan. Aan het lijstje delicten dat Baltussen noemt kan dus nog gijzeling worden toegevoegd.

Baltussen stelt de vraag of een eerlijkheids- of fair trade keurmerk voor Hollandse champignons, tomaten, aardbeien en paprika's nodig is. Ze bestaan voor producten uit de Derde Wereld en ze bestaan voor dieren. Maar nee helaas, Nederlanders, Polen en Roemenen grijpen ernaast.Dat is op te lossen zonder alweer een duur keurmerk. Van ons moet je kunnen kijken hoe het zit en of het klopt. Dat heeft meteen consequenties voor de kwaliteit van het product. De gegijzelde telers leveren nl. vooral water in plaats van product. Zo jagen ze goedkoop komkommers, aardbeien en tomaten groot: lekker snel, lekker veel en met minder meststoffen. Al dat water spoelt ook meteen de smaak van het product weg en bezorgt onze tuinbouw - die leeft van de export - een slechte naam. Zulke producten zouden we hier dus al niet meer met goed fatsoen willen kopen. Voortaan zouden we als consument het onderscheid weer zien tussen water in een velletje en iets lekkers. We gaan het niet weer hebben over de eenvoud van KijkofhetKlopt. Wel over de vraag die Baltussen impliciet stelt: als de Nederlandse tuinbouw fraude nodig heeft om voort te kunnen bestaan, moeten we ons dan niet afvragen of die hier nog wel rendabel kan bestaan?

Ooit hadden we in Nederland een scheepsbouw-schandaal. De schepen van RSV hoorden bij Nederland. Het icoon scheepsbouw was Nederland. Daarom probeerde de regering heel lang een bedrijf te laten bestaan dat economisch al lang geen recht van bestaan meer had. Dat heeft toen een godsvermogen gekost. Ik sprak Gerda Verburg, onze nu demissionaire minister van zowel Land- als Tuinbouw, dit voorjaar toen ze nog in volop aan het stuur zat. Ze gaf me duidelijk te verstaan dat zij niet piekerde over zelfs maar het begin van een RSV-affaire in de tuinbouw. Ze weet waarschijnlijk wat iconen kunnen kosten. Daarom, zei ze, moest de sector eerst maar eens met een degelijk plan komen. Dat had er op 1 juni moeten zijn. Het is er nog steeds niet. Dat is een teken aan de wand dat niets met de vakantieperiode of het demissionaire kabinet te maken heeft. Omdat het probleem veel te acuut is.

Het is lastig afscheid nemen van iconen die boven hun stand leven.
Dit artikel afdrukken