Je kunt aardig geld te verdienen met thee van matige kwaliteit en al helemaal wanneer je die matigheid maskeert met smaakjes. Zonnatura was er in een advertentie laatst heel eerlijk over door in de tekst te vertellen dat groene thee verschrikkelijk lekker zou zijn "wanneer deze maar niet zo onaangenaam bitter zou zijn". Vandaar dat ze er "puur nature" citroen en ginseng bij hadden gegooid om de smaak te tweaken. "En niets anders!"

Het geboorteland van het opleuken van thee is Groot-Brittannië. De blaadjes kwamen ongetwijfeld niet in al te frisse staat per zeilboot uit de koloniën en het water achter de krijtrotsen van Dover ook niet altijd even best, dus het moest. Koloniale landbouw stelt je in staat om goedkoop in te kopen, al dan niet dankzij slavenarbeid - en vervolgens kun je duur verkopen. Dankzij dat opkrikken van de smaak van thee werd de drank zo'n succes dat de Brit zichzelf is gaan identificeren met thee.In Nederland heeft een theefabrikant dat gegeven weer gebruikt door thee onder de Engelse naam "Pickwick" te verkopen. In de nieuwste productlijn pakken ze bij dat merk die heritage weer op door Engels te praten op de kartonnen doosjes. Geen Dunglish meer. Het koesteren van de roots heet dat in de marketingwereld. Door bij al je uitingen te denken aan de oeridentiteit van je merk, kun je generatie op generatie binden. Thee met Zwitserse bergkruiden zoals eucalyptus en citroengras heet nu dus op zijn Engels "Swiss Mountains".






Dit artikel afdrukken