De New York Times kwam op bezoek in Gouda, 'het stadje waar de beroemde Nederlandse kaas wordt gemaakt'. Fout, want die wordt overal gemaakt in Nederland. De krant trekt zijn lezers met de gedachte dat er straks wellicht geen Goudse meer is omdat Gouda wegzakt in het oude moeras waarop het gebouwd is.
Waar ook ter wereld je het over 'Gouda' hebt, de reactie is steevast 'Cheese'! Geen wonder dus dat ook de New York Times een reportage begint op de Goudse kaasmarkt. Die overigens een pure toeristenattractie is, want de officiële kaasmarkt in Gouda kwam in 1987 ten einde. Maar met een beetje goede wil kun je Gouda zien als het uithangbord voor de hele Nederlandse kaasindustrie, die goed is voor een jaarlijkse export ter waarde van $1,7 miljard.

Hoe dan ook is het een mooie inleiding voor een verhaal dat als insteek kiest dat er over 50 of 100 jaar wellicht helemaal geen Goudse kaas meer zal zijn, doordat het Zuid-Hollandse stadje wegzinkt.

Dat komt door een samenloop van factoren. "De stad, gebouwd op veenmoeras, is altijd al kwetsbaar geweest voor verzakking en dat risico is nu groter omdat de rivierdelta waarin de stad ligt, dreigt te overstromen door toenemende regenval en een stijgende zeespiegel - een gevolg van klimaatverandering," schrijft de New York Times. Alsof we hier morgen met z'n allen de Noordzee in spoelen, ondanks onze faam als wateringenieurs, waarvoor New York zelfs bij ons te rade ging.

Bodemdaling
Bodemdaling is een al eeuwenlang bekend fenomeen, dat in 2018 duidelijk inzichtelijk gemaakt werd met de eerste bodemdalingskaart van Nederland. Niet alleen mijnbouw en gaswinning leidt tot bodemdaling, de slappe veenbodems in het westen van ons land klinken in een versneld tempo in. In Gouda worstelt de gemeente al jaren met het vinden van het evenwicht tussen een hanteerbaar waterpeil, verzakkende bebouwing en infrastructuur, het behoud van de historische panden en ook het openbaar groen.

In 2020 begon Gouda met het plan Stevige Stad, waarbij met een aantal maatregelen het waterpeil stapsgewijs verlaagd zal worden. Gelukkig, verzucht de Times die zich al ongerust maakte omdat het water in de gracht op de Turfmarkt tot op enkele centimeters van de bovenkant van de grachtmuren staat.

Maar wethouder Michiel Klijmij-van der Laan maakt zich toch zorgen. Niet over de Goudse kaas, die toch al niet in de stad gemaakt wordt*, maar omdat de waterkerende en waterbeherende maatregelen niet houdbaar zijn. "We hebben tot 2040 of 2050 om met een nieuw plan te komen,” zegt hij. "We moeten nieuwe oplossingen vinden, want de oplossingen die we altijd hebben gebruikt zijn niet toekomstbestendig. Gewoon water blijven wegpompen is niet praktisch, want uiteindelijk wordt het te duur.” Nu al geeft Gouda zo'n €22 miljoen per jaar uit aan waterbeheersmaatregelen. Een bedrag dat naar verwachting exponentieel zal stijgen.

Al zien de bewoners de urgentie niet in, omdat ze aan hun verzakkende omgeving gewend zijn geraakt. "Als je hier woont, is het gewoon een feit," zegt Klijmij-van der Laan. "Je verhoogt je tuin, egaliseert de straat, accepteert dat de onroerendgoedbelasting hoger is dan in de rest van Nederland.”

* De NYT vergeet helemaal te noemen dat Nederland de naam Gouda niet heeft beschermd. Iedereen mag een Gouds type kaas maken en die 'Gouda' noemen. 'Echte' Goudse kaas heeft een BGA of een BOB. Goudse met een Beschermde Geografische Aanduiding Gouda Holland (BGA) en Noord-Hollandse Gouda (BOB) moeten 'ergens' in Nederland (of in Noord-Holland voor NH Gouda) gemaakt en gerijpt zijn. Goudse met een Beschermde Oorsprongs Benaming (BOB) en de rauwmelkse Boerenkaas (die een Gegarandeerde Traditionele Specialiteit is) moet tevens gebruik maken van melk uit de streek waar de kaas gemaakt en gerijpt is volgens traditionele methoden. De Noord-Hollandse Gouda komt van melk van gras op kleigrond dat rijk is aan mineralen. Deze grond geeft het gras waarop de koeien grazen een unieke samenstelling, wat bijdraagt aan de specifieke smaak van de melk en daarmee de kaas.