Definitie
Voedingsmiddelen worden om allerlei redenen gerubriceerd naar de mate van bewerking. Niet alleen door de veelbesproken NOVA-classificatie, maar daardoor wel op de beste manier. Er zijn meerdere methoden opgesteld die voedsel indelen naar hoe, waar en door wie het geproduceerd wordt, maar die zijn niet zo precies en volledig als NOVA.
NOVA (geen acroniem) - en dan in het bijzonder de definitie van UPF binnen dat systeem - zou niet tot verwarring en meningsverschillen moeten leiden, maar doet dat wel. Waar de discussie op vastloopt is of UPF schadelijk is voor de gezondheid door de bewerking zelf, door de mechanische en chemische processen die bij de fabricage komen kijken, of alleen omdat we er te veel van eten omdat het zo lekker is. Dat staat niet los van het gegeven dat die producten vaak teveel zout, vet en suiker bevatten, wat natuurlijk sowieso niet goed is, ook niet van niet-UPF.
NOVA zou niet tot verwarring en meningsverschillen moeten leiden, maar doet dat welGemodificeerd
De definitie van UPF-voedingsmiddelen is ongeveer deze: ze zijn ontworpen en samengesteld om gemakkelijk, houdbaar en smakelijk te zijn. Ze zijn conceptueel en feitelijk verschillend van niet-bewerkte en matig-bewerkte voedingsmiddelen. Het zijn geen gemodificeerde voedingsmiddelen, waarin de oorsprong herkenbaar is of waarvan de structuur behouden is. Het zijn formuleringen met industriële ingrediënten die door raffinage afgeleid zijn van landbouwproducten, en/of met stoffen die gemaakt zijn in laboratoria.
Dat klinkt nogal chemisch, maar zo’n algemene beschrijving zegt nog niets over hoe slecht het product voor de gezondheid zal zijn. Een argument in de discussie is dat UPF heel veilig voedsel is. Omdat het niet of nauwelijks bederfelijke en dus potentieel ziekmakende ingrediënten bevat, omdat alle toevoegingen met een E-nummer uit-en-te-na zijn getest en EFSA-goedgekeurd, en omdat het productieproces hygiënisch en nauwgezet gecontroleerd verloopt. Bovendien is de voedingswaarde en de ‘gezondheid’ van hun producten een zorg voor de producenten, zeker nu er onder consumenten een groeiende vraag is naar goede voeding.
Nieuwerwetsigheden
Maar ook dat leidt weer tot vreemde, paradoxale nieuwerwetsigheden. Zoals het fenomeen van ‘vegan junk food’. Dat zou nog afgedaan kunnen worden als iets rebels, of een tijdelijke aberratie, maar het is waarschijnlijker dat het de voorhoede is van een mainstream-verschijnsel. Steeds meer consumenten ruilen dierlijke ingrediënten uit hun dagelijkse voeding in voor plantaardige. Liefhebbers van ballen gehakt, kipnuggets, hamburgers en shoarma stappen met een gerust gemoed over op plantaardige vervangers als die niet van echt te onderscheiden zijn. En eten daar soms meer van dan van vlees, blijkt uit onderzoek.
Liefhebbers van ballen gehakt, kipnuggets, hamburgers en shoarma stappen met een gerust gemoed over op plantaardige vervangers als die niet van echt te onderscheiden zijn. Daarnaast ontstaat dit beeld: plantaardig is goed, UPF is slecht.Hun imitatiegedrag verklaart het succes van vleesvervangers voor een belangrijk deel. Een identiek ogend en smakend substituut is natuurlijk best leuk, zoals een vegaburger van McDonald’s of de Beyond Burger, waar nepbloed uitsijpelt, als was het een sappige, medium rare homp gemalen rundvlees. Maar het is een misverstand dat het gezond zou zijn alleen omdat het niet van een dier komt.
Er ontstaat een nieuwe discussie: plantaardig is goed, UPF is slecht. Wat levert dat bij elkaar opgeteld op? Een recent Frans onderzoek dat verscheen in The Journal of Nutrition concludeert: ‘Niet alle vegetarische diëten hebben noodzakelijkerwijs voordelen voor de gezondheid, vanwege de mogelijk nadelige effecten van UPF's op de voedingskwaliteit en de gezondheid van de voeding.’
Verwarrender
Dat de consumptie van veel UPF niet gezond is, is zo langzamerhand wel duidelijk. De American Heart Association waarschuwde al dat de gezondheid van het Amerikaanse hart verslechtert naarmate de consumptie van UPF toeneemt. En zo zijn er meer onderzoeken die de consumptie van UPF aan gezondheidsschade koppelen. Bekend is het experiment van Kevin Hall, dat aantoonde dat mensen meer eten van UPF dan van gewoon eten met dezelfde ingrediënten en nutriënten.
De mate van bewerking en de zo geprezen plantaardige herkomst van de ingrediënten staan ter discussie, cq vertroebelen de discussie. UPF is daarom geen handig begrip meer om te hanteren als we over de ‘gezondheid’ van voedingsmiddelen hebben. Het wordt een alleen maar verwarrender begrip, waar het helderheid had moeten verschaffen.
Uitweg
Maar er is een uitweg. In plaats van de focus alleen te richten op de mate van bewerking, is het wellicht zinvoller te kijken of producten bijdragen aan de kwaliteit van de dagelijkse voeding. Daarbij zijn twee kenmerken van belang, de voedingskwaliteit en de voedingswaarde. Leveren ze genoeg nutriënten en niet te veel calorieën?
Dat kan benaderd worden met het begrip ‘Non-essential Energy-Dense Foods’, NEDF’s. Of – vertaald door Jaap Seidell in een tweet – ‘niet-essentiële energiedichte voedingsmiddelen’. Vrijer vertaald: ‘overbodige voeding’ of ‘niet echt nodig dikmakend vreetwerk’.
Misschien een betere term voor ultra-processed voedsel: niet-essentiële energiedichte voedingsmiddelen. Een taks daarop (zoals al Mexico) kan overgewicht bij kinderen laten afnemen.
— jacob seidell (@jaapseidell) February 27, 2021
Opbrengsten gebruiken om gezondere keuze te subsidiëren.
https://t.co/sAbNt0BoM5
Het begrip komt voor in een recent artikel over het Mexicaanse overheidsbeleid inzake belastingen op ongezonde voeding en frisdranken. Er is ook een Nieuw Zeelandse variant, de ’NEEDN’T-foodlist’, wat een mooier begrip is met een uitgebreidere dekking: ‘non-essential, energy-dense, nutritionally deficient foods’. Dat laat zich vertalen als ‘niet noodzakelijke, energiedichte, nutriëntarme voeding’.
Diëtisten
Het Mexicaanse NEDF-beleid zorgt al een tijdje voor lagere verkopen van deze slechte producten in Mexico, dat kampt met een enorme toename van (jeugd)obsitas.
De Mexicaanse situatie vertaald naar de Nederlandse zou betekenen dat de Minister van Financiën bepaalt wat goed eten isWat is NEDF precies? Wanneer valt een voedingsmiddel in die categorie van verdoemde producten? Hier wordt het lastig. Iets is NEDF als er in Mexico extra belasting over betaald moet worden, als het ‘taxed’ is. Hoe dat wordt bepaald is als volgt beschreven in een artikel waarin het beleid geëvalueerd wordt:
‘Om te worden belast, moet een product aan twee voorwaarden voldoen: het moet gedefinieerd zijn als "niet-essentieel levensmiddel" en ≥275 kcal/100 g bevatten. Een team van Mexicaanse geregistreerde diëtisten beoordeelde elk product en wees het aan een belasting/levensmiddelencategorie toe. Voedingsmiddelen werden geclassificeerd als "belast" of "onbelast" volgens de wettelijke definitie van niet-essentiële voedingsmiddelen en door hun energie-inhoud online op te zoeken. Wanneer het niet duidelijk was of een voedingsmiddel als niet-essentieel werd beschouwd, namen we contact op met het Ministerie van Financiën, dat belast is met de belastingadministratie.’
De Mexicaanse situatie vertaald naar de Nederlandse zou betekenen dat de Minister van Financiën bepaalt wat goed eten is.
Een nieuwe discussie die hiermee wordt opgestart is hoe zo’n classificatie zich verhoudt tot de Nutri-Score en andere ‘front-of-pack labels’-systemen. Daar zijn we ook nog niet helemaal uit, lees de bijdrage van Stephan Peters.
Hier kwamen de Mexicaanse diëtisten met behulp van het Ministerie van Financiën op uit:
Verder geldt er de ‘pesos per liter’- belasting op frisdrank met suiker in Mexico.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Geen suikers en geen vetten dus, volgens die lijst. Overal kunstmatige zoetstoffen in en boter vervangen door margarine of liever nog halvarine. Geen volle melk, maar magere melk.
Ik word niet vrolijk van die NEEDNT-lijst.
De benadering die Patrick geeft in #2 vind ik veel leuker. En ja, leuk is ook belangrijk als je anders wil gaan eten ;-)
Dit is de lijst van de NEEDNT-foodlist.
Ik haalde de cijfers van deze pagina, waar de gehalten per 100 gram staan. Maakt verder niet uit voor mijn bedenkingen in #3.
#3 Op het volgende url vind je de waarden per 35 gram. Ik kan er niets anders van maken.
Wel lekker simpele leidraad, Patrick, maar ik heb toch wat bedenkingen. Volkorenbrood bevat volgens het Voedingscentrum 39 gram koolhydraten per 100 gram, dus 13,65 gram per boterham van 35 gram. Dit betreft alle koolhydraten en het grootste deel is (bij volkorenbrood) polysachariden (zoals cellulose, pectine, zetmeel) die zeker niet allemaal verteerbaar zijn. Die 'koolhydraten' zou je dus ook 'vezels' kunnen noemen.
Ook denk ik niet dat je met een P:E ratio van 1 sowieso op gewicht blijft; de soorten eiwitten, vetten, koolhydraten en vezels die je eet (verteerbaarheid, aminozuren- en vetzurensamenstelling, afbreekbaarheid van de vezels) spelen daarbij ook een rol.
Maar: leuke, pragmatische benadering!