Recent liep de ‘openbare commentaarronde’ af. De achtergronddocumenten werden openbaar gemaakt met de uitnodiging aan iedereen die zich daartoe geroepen voelde en zich deskundig achtte er aanvullingen en commentaar op te geven. Dezelfde vorm van crowd sourcing hanteerde de GR enkele jaren geleden bij het opstellen van de Richtlijnen goede voeding 2015. Er was wel een restrictie aan de openbaarmaking toegevoegd: ‘Dit is een concept ten behoeve van een openbare commentaarronde – niet citeren of aan refereren.’ Wat hieronder volgt heeft als stempel ‘voorlopig’.
Rauwmelkse kazen
Is nieuw voedingsadvies voor zwangere vrouwen gewenst? Er is toch al heel veel goed advies? Bovendien lijkt dat over het algemeen goed opgevolgd te worden. Vrouwen die zwanger (willen) worden, staan onder begeleiding van huisartsen en verloskundigen en weten vaak heel goed wat ze moeten doen en laten. Niet roken en alcohol drinken, geen rauwmelkse kazen en lever, foliumzuur tegen neurale-buisdefecten (open ruggetjes), haring en zalm met omega 3-vetten voor de bouw van baby’s hersenen en nog zo wat welbekende adviezen.
Voedingsadvies in het algemeen maar voor aanstaande moeders in het bijzonder, moet onder meer tekorten aan noodzakelijke voedingsstoffen voorkomen. Wie in Nederland eet volgens de Schijf van Vijf komt niets te kort. Wie zwanger is, eet voor twee, zoals dat heet. Normaal gesproken niets aan de hand zou je zeggen, je schept gewoon nog een keertje op voor de kleine.
Maar voeding is niet meer normaal. We eten niet volgens de Schijf van Vijf omdat de winkels uitpuilen van te lekker gemaakt ander voedsel. Het is een opgave geworden om gezond en gevarieerd te eten en het lekkere gemaksvoedsel links te laten liggen. De snelle hap mist vaak noodzakelijke nutriënten en vezels en heeft daarom verhoudingsgewijs te veel dik- en uiteindelijk ziekmakende calorieën. Van zulk voedsel heeft ook de vrucht in je moederschoot last. Het kan daarom geen kwaad in die veranderende context van de eetgewoonten opnieuw te kijken naar wat goed is voor zwangere vrouwen.
Zwangere burger
‘Deze achtergronddocumenten zijn opgesteld ten behoeve van de advisering door de raad over voedingsaanbevelingen voor zwangere vrouwen’, schrijft de GR op de site waar de informatie over de commentaarronde te vinden is. In deze wat cryptische zin zit de status van het werk van de GR verstopt. De GR geeft zelf geen voedingsadvies, daar is vaak misverstand over.
De Commissie Voedingsaanbevelingen voor zwangere vrouwen van de Raad doet wetenschappelijk (literatuur)onderzoek in opdracht van de overheid voor het opstellen van aanbevelingen, wat het uiteindelijke advies aan de zwangere burger moet opleveren. De Raad biedt het rapport aan de minister van VWS aan. Daarna volgt de vertaling naar het uiteindelijke dieetadvies, dat strikt genomen niet wetenschappelijk is, maar een oordeel is van de opstellers van het advies.
Conclusies over deelonderwerpen kunnen niet direct worden doorvertaald naar voedingsadviezen, schrijft de commissie als waarschuwing voor wie te gretig gevolgen wil trekken uit de bevindingenVereende krachten
De Commissie Voedingsaanbevelingen voor zwangere vrouwen, die begin 2018 werd geïnstalleerd, wordt voorgezeten door prof. dr. J.B. van Goudoever, hoogleraar kindergeneeskunde in Amsterdam. Onder de twaalf commissieleden zijn alle relevante onderzoekdisciplines aanwezig: kraamzorg, leefstijlepidemiologie, voeding en volksgezondheid, preventie van obesitas, humane voeding, gynaecologie, toxicologie, sociale geneeskunde en levensmiddelenmicrobiologie.
Met deze vereende krachten zijn de drie achtergronddocumenten tot stand gekomen. Die lezen als een uitputtend overzicht van het bestaande wetenschappelijke onderzoek en een grondige weging van de kracht van het bewijs dat al dat onderzoek heeft opgeleverd. Wat opvalt is dat het bewijs dat uit veel onderzoek komt meestal zwak, niet eenduidig of tegenstrijdig is, weak, inconclusive of contradictory in het Engels, de taal van de documenten. Vaak was er ook te weinig goed onderzoek te vinden om iets zinnigs uit te halen: “There is too little research to draw a conclusion…”
Een algeheel gezond eetpatroon
De drie documenten bevatten de uitkomsten van het literatuuronderzoek naar drie factoren die de gezondheid van de moeder en de ontwikkeling van het ongeboren kind bepalen. Dat zijn: voeding en eetgewoonte; inname van nutriënten uit supplementen; en gewichtstoename of -verlies tijdens de zwangerschap.
‘Conclusies over deelonderwerpen kunnen niet direct worden doorvertaald naar voedingsadviezen’, schrijft de commissie als waarschuwing voor wie te gretig gevolgen wil trekken uit de bevindingen. Er zijn wel een paar conclusies die eruit springen. Een algeheel gezond eetpatroon geeft een aanzienlijk kleinere kans op vroeggeboorte (21%). Meer dan 4 koppen koffie per dag is af te raden. Vis is gunstig voor de ontwikkeling van de baby, maar teveel vis in het dieet tijdens de zwangerschap (meer dan 4 porties per week) kan leiden tot het dikker worden van kinderen in hun prille jeugdjaren. Opmerkelijk is dat de glycemische lading van het dieet (veel of weinig snelle koolhydraten) geen aantoonbare invloed op de baby heeft, maar mogelijk wel op de ontwikkeling van diabetes type 2 bij de moeder.
Multivitaminesupplementen
Van de ‘oude’ adviezen blijft dat voor extra foliumzuur rond de conceptie overeind. Het slikken van multivitaminesupplementen die ijzer en foliumzuur bevatten tijdens de zwangerschap laat een gunstig effect zien op vroeggeboorte en geboortegewicht. Maar hier wordt bij aangetekend dat die studies gedaan zijn in landen met lage- en middeninkomens en daarom niet zomaar naar de Nederlandse situatie vertaald mogen worden. Extra vitamine D doet weinig goeds.
Zwangere vrouwen die weinig calcium uit voeding krijgen, zijn gebaat bij extra calcium, maar vooral om hun eigen bloeddruk te verlagen. Meer ijzer, jodium en magnesium slikken heeft ook amper effect. Omega 3-vetten in supplementen hebben hetzelfde gunstige effect als die uit vette vis en verlagen de kans op vroeggeboorte.
Het derde achtergronddocument behandelt de gevolgen van schommelingen in het lichaamsgewicht van de moeder. De commissie merkt op dat het moeilijk is daar uitspraken over te doen omdat er pas achteraf, als de moeder bevallen is, te zien is wat de verandering in haar lichaamsgewicht voor gevolgen zou kunnen hebben gehad. Wat wel uit de verzamelde studies komt is dat gezond eten èn lichaamsbeweging een gunstige invloed hebben op het gewicht van de moeder, maar niet veel positiefs voor de baby hoeft te betekenen. De ‘wijsheid’ dat dikke moeders dikke baby’s krijgen, blijkt niet te zijn aangetoond.
De voorlopige uitkomst van de omvangrijke en methodische studie van de Gezondheidsraad is dat zwangere vrouwen gezond en gevarieerd moeten eten en dat beweging ook goed is. Daarnaast zijn extra foliumzuur en omega 3-vetten aan te raden. Grote veranderingen ten opzichte van het bestaande advies lijken niet te verwachten in de nieuwe aanbevelingen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Afzeiken van supplementen blijft willens-en-wetens een medisch academische volkssport. Ik kan me herinneren dat het alternatieve circuit – gekscherend door de beoefenaren der goedgekeurde orthodoxe geneeskunst kwakzalvers genoemd – al in 1965 (!) kond deed dat vitamine B-11 (foliumzuur) gesuppleerd diende te worden aan zwangeren ter voorkoming van open ruggetjes bij hun kinderen.
Pas in 1995 kon die fijne Gezondheidsraad er niet langer omheen en kwam schoorvoetend het advies tijdens de zwangerschap te suppleren met vitamine B-11. Ook de ‘Vereniging Tegen De Kwakzalverij’ prijst (alsof ze het zelf hebben uitgevonden) foliumzuur de hemel in als HET middel tegen neurale buiseffecten.
Extra bemerkenswaardig omdat ze intussen met hun flinterdunne Schijf van Vijf adagium blijven volhouden dat ‘iedereen een afwisselend dieet alles in voldoende mate binnen krijgt’. Dat hierboven genoemde TWEEDE BORD eten als je zwanger bent is dus kennelijk toch niet toereikend.
De EFSA deed er vervolgens nog tot 2013 (!!!) over om het foliumzuur advies over te nemen. Geen wonder als men begrijpt hoe sterk de invloed van de farmaceutische industrie vooral op dit orgaan is. Bijna 50 jaar lang wegkijken, ontkennen, traineren met als resultaat duizenden kinderen met ernstige aandoeningen, invaliditeit en vroegtijdige dood en ontelbaar leed leed en onnodige miljoenen aan ziektekosten.
Extra vitamine D is na een hoopvolle periode ook weer neergesabeld met ‘dat het weinig goeds doet’. Gelukkig zien zij die zich niet laten ringeloren door farma invloeden het heel anders. In het VK bijvoorbeeld: ‘The most conclusive evidence is in the role of maternal vitamin D supplementation in the prevention of neonatal hypocalcaemia; as a consequence the UK department of health recommends that pregnant women take 400 IU vitamin D daily.’
Waar onze Gezondheidsraad niets over zegt.
Terwijl we in ons land meestal praten over voedingsadviezen en supplementen, ligt de focus elders vaak op ongewenste stoffen in ons voedsel, wat ook niet normaal is. Ook de verpakking van vers, nagenoeg onbewerkt voedsel, onze kleding, meubels, speelgoed, servies, sanitaire producten en cosmetica bevatten tal van endocriene verstorende stoffen. Natuurlijk betreft het kleine hoeveelheden, maar alles bij elkaar over een lange periode van generatie op generatie is niet getest.
Even een berichtje tussendoor van de Endocrine Society:
'Endocrine disruptors, hormone-altering chemicals that are widespread in our environment, can shape the brain through four generations, altering offspring’s maternal behavior, sexual development and reproduction, according to a new animal study. The results of this study will be presented Monday at the Endocrine Society’s annual meeting in New Orleans, La.'
Lees hier de rest.
- In 2012 heeft de Endocrine Society 562 'endocrine disrupting chemicals' (edc) in kaart gebracht.
- In 2018 heeft 'The Endocrine Disruption Exchange' inmiddels een lijst samengesteld met 1484 potentiële edc's.
LE MONDE (sep 2019):
'Bisphénols, phtalates, parabens, éthers de glycol, retardateurs de flamme bromés, composés perfluorés (PFC)… Pour la première fois, Santé publique France a mesuré la présence de ces polluants dits « du quotidien » dans l’organisme des enfants et des adultes, auprès d’un large échantillon (1 104 enfants et 2 503 adultes) représentatif de la population française.'
...Oftewel: De Franse Volksgezondheid heeft voor het eerst bij 1104 kinderen en 2503 volwassenen deze dagelijkse verontreinigingen gemeten.
Les résultats sont aussi édifiants qu’alarmants : ces substances omniprésentes dans les objets de la vie courante et qui sont souvent des perturbateurs endocriniens ou des cancérigènes, avérés ou suspectés, sont « présents dans l’organisme de tous les Français » et « des niveaux d’imprégnation plus élevés sont retrouvés chez les enfants ».
...Oftewel: De resultaten zijn verontrustend: deze dikwijls hormoonverstorende stoffen of verdacht van kankerverwekkende eigenschappen zijn inmiddels vertegenwoordigd bij alle Fransen, en nog sterker bij kinderen.
Bijgaand illustratie.
Bron: Le Monde (sep 2019)