Onlangs ontspon zich op Foodlog een levendige discussie over de Nutri-Score. De overheid ging in april van start met een campagne om duidelijk te maken dat de Nutri-Score categorieën met elkaar vergelijkt. De lijst met categorieën bleek alleen niet te vinden. Hoe weten consumenten dan welke producten ze met elkaar moeten vergelijken? We vroegen het na bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Stel je voor, je koopt een bakje hummus-tomaat. Wordt dit bakje dan alleen vergeleken met andere hummus-tomaat bakjes? Wordt het vergeleken met andere bakjes hummus? Of is er misschien zelfs een algemenere categorie broodbeleg? Dit voorbeeld van één van onze lezers geeft duidelijk aan waar de consument bij het gebruik van de Nutri-Score mee worstelt. Zowel Foodlog als een aantal lezers gingen op zoek naar een lijst met categorieën, maar dat bleek onvindbaar op internet.
Foodlog vroeg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hoe het zit. We kregen schriftelijk antwoord op onze vragen: “Voor de berekening van de Nutri-Score van een product zijn er grofweg 3 typen algoritme die door de producenten worden gebruikt om de juiste Nutri-Score te berekenen: voor vaste voedingsmiddelen, voor dranken en voor noten/zaden/vetten/oliën. Binnen het algoritme voor vaste voedingsmiddelen zijn er wel wat extra regels voor specifieke producten (zoals voor kaas, rood vlees). Die zijn terug te vinden in de Nutri-Score FAQ. De meeste producten vallen in het algoritme voor vaste voedingsmiddelen. De vergelijking van de Nutri-Score van verschillende producten kan in principe over alle productgroepen heen, maar is het meest zinvol voor vergelijkbare producten (bijvoorbeeld broodbeleg) en bij voorkeur voor vergelijkingen binnen één product (een hummus met een hummus). Als je voor het winkelschap met hummus staat, dan laat de Nutri-Score zien welke hummus een betere samenstelling heeft.”
Geen lijst
Er is dus helemaal geen lijst met categorieën. Bijna alle producten worden via hetzelfde algoritme berekend, dus bijna alle producten kan je met elkaar vergelijken. Je mag zelf je eigen vergelijkingen maken. Die vergelijkingen zijn dan wel het meest efficiënt binnen dezelfde productgroep. De campagne van de overheid noemt dan ook niet de term ‘categorie’. Het advies in het campagnefilmpje is: “Vergelijk wel dezelfde soort producten met elkaar, zoals twee dranken, en niet een drank met een pizza.”
De opvallende uitspraken van het ministerie legden we voor aan Serge Hercberg, de bedenker en ontwikkelaar van de Nutri-Score. Hij geeft ons een uitgebreide uitleg: “De categorieën zijn niet vooraf gedefinieerd. Het idee is dat de vergelijkingen door de consument zelf worden gemaakt wanneer hij twijfelt tussen verschillende voedingsmiddelen die hij voor hetzelfde gebruik zou kunnen kopen. Er zijn grofweg drie manieren waarop een consument zo’n vergelijking kan maken:
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besluit zijn bericht met de fraaie zin: “De kracht van het logo is de eenvoud ervan”. Dat blijkt een bondige samenvatting van wat Hercberg ons vertelt. Wie producten met elkaar vergelijkt, doet dat waarschijnlijk met vergelijkbare producten. En zelfs al stap je van een zak chips als snack toch maar over op een yoghurtje met cruesli tussendoor, dan ga je vanzelf op zoek naar een verpakking met een A of een B. Zo simpel werkt het logo.
Dat de overheid dan toch een campagne gestart is om de 'vergelijkingen' uit te leggen, is dan wel weer opvallend.
Dit artikel afdrukken
Foodlog vroeg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hoe het zit. We kregen schriftelijk antwoord op onze vragen: “Voor de berekening van de Nutri-Score van een product zijn er grofweg 3 typen algoritme die door de producenten worden gebruikt om de juiste Nutri-Score te berekenen: voor vaste voedingsmiddelen, voor dranken en voor noten/zaden/vetten/oliën. Binnen het algoritme voor vaste voedingsmiddelen zijn er wel wat extra regels voor specifieke producten (zoals voor kaas, rood vlees). Die zijn terug te vinden in de Nutri-Score FAQ. De meeste producten vallen in het algoritme voor vaste voedingsmiddelen. De vergelijking van de Nutri-Score van verschillende producten kan in principe over alle productgroepen heen, maar is het meest zinvol voor vergelijkbare producten (bijvoorbeeld broodbeleg) en bij voorkeur voor vergelijkingen binnen één product (een hummus met een hummus). Als je voor het winkelschap met hummus staat, dan laat de Nutri-Score zien welke hummus een betere samenstelling heeft.”
Geen lijst
Er is dus helemaal geen lijst met categorieën. Bijna alle producten worden via hetzelfde algoritme berekend, dus bijna alle producten kan je met elkaar vergelijken. Je mag zelf je eigen vergelijkingen maken. Die vergelijkingen zijn dan wel het meest efficiënt binnen dezelfde productgroep. De campagne van de overheid noemt dan ook niet de term ‘categorie’. Het advies in het campagnefilmpje is: “Vergelijk wel dezelfde soort producten met elkaar, zoals twee dranken, en niet een drank met een pizza.”
De opvallende uitspraken van het ministerie legden we voor aan Serge Hercberg, de bedenker en ontwikkelaar van de Nutri-Score. Hij geeft ons een uitgebreide uitleg: “De categorieën zijn niet vooraf gedefinieerd. Het idee is dat de vergelijkingen door de consument zelf worden gemaakt wanneer hij twijfelt tussen verschillende voedingsmiddelen die hij voor hetzelfde gebruik zou kunnen kopen. Er zijn grofweg drie manieren waarop een consument zo’n vergelijking kan maken:
- De consument vergelijkt voedingsmiddelen die tot verschillende productgroepen behoren, maar voor hetzelfde doeleinde worden geconsumeerd, zoals bijvoorbeeld voedingsmiddelen die men kan kiezen voor het ontbijt (brood vs. beschuit, ontbijtgranen vs. gebak, koekjes vs. cakes, enz.)
- De consument vergelijkt voedingsmiddelen die tot dezelfde productgroep behoren, zoals bijvoorbeeld ontbijtgranen (muesli vs. chocoladeontbijtgranen, of droge koekjes vs. fruitkoekjes)
- De consument vergelijkt hetzelfde product aangeboden door verschillende merken (chocoladeontbijtgranen van het ene merk vs het 'equivalent' van een ander merk).”
Een consument zal zich bijvoorbeeld niet afvragen: ‘Zal ik gerookte zalm of ontbijtgranen kopen?’Hercberg benadrukt dat uit de praktijk blijkt dat consumenten dit duidelijk snappen: “Een consument zal zich bijvoorbeeld niet afvragen: ‘Zal ik gerookte zalm of ontbijtgranen kopen?’, of ‘Zal ik olijfolie of light frisdrank kopen?’ De tegenstanders van de Nutri-Score zeggen dat consumenten het logo verwarrend vinden, maar dat is op geen enkel wetenschappelijk bewijs gebaseerd. Integendeel, er zijn veel gepubliceerde wetenschappelijke studies die aantonen dat de Nutri-Score goed begrepen en goed gebruikt wordt door consumenten en daarnaast een positieve invloed heeft op hun voedingskeuzes en de voedingskwaliteit van hun aankopen.”
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besluit zijn bericht met de fraaie zin: “De kracht van het logo is de eenvoud ervan”. Dat blijkt een bondige samenvatting van wat Hercberg ons vertelt. Wie producten met elkaar vergelijkt, doet dat waarschijnlijk met vergelijkbare producten. En zelfs al stap je van een zak chips als snack toch maar over op een yoghurtje met cruesli tussendoor, dan ga je vanzelf op zoek naar een verpakking met een A of een B. Zo simpel werkt het logo.
Dat de overheid dan toch een campagne gestart is om de 'vergelijkingen' uit te leggen, is dan wel weer opvallend.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het is zover ik het kan overzien vrij hopeloos allemaal.
Als je als kind tijdens je opvoeding geen kennis over ecologie, biologie, gezonde voeding en de werking van marketing meekrijgt , dan zal de marketing van de voedingsindustrie je de rest van je leven alle hoeken van de kamer laten zien. Nutri scores zullen daar vrees ik niet heel veel aan veranderen. Overheidsingrijpen is onmisbaar om een enorme volksgezondheidscrisis te voorkomen. Het bewustzijn hierover is gelukkig wel aan het toenemen, maar leidt nog steeds niet tot een echte omslag. Wat nodig is, is dat mensen overal als burger en consument verantwoordelijkheid nemen.
Dennis, dank voor je uitgebreide antwoord! De al jaren durende discussie die begon met Vinkje (binair: goede vs. foute producten en daarom stukgelopen, want voeding is een patroon en geen product) en zich inmiddels al weer een dikke 5 jaar toespitst op de Nutri-Score, zal - verwacht ik - nog heel veel jaren duren.
Waarom?
Omdat het uiteindelijk draait om de vraag: in wat voor voedingsomgeving willen we wonen?
Maar die maken we niet expliciet.
Wat Hercberg en zijn team hebben gedaan is de consensus over de macronutriënten vet, suikers en eiwit + zout + vezels nemen als rekenkundige basis voor een streng algoritme om het publiek zijn voeding (en dus niet producten) zo groen (A/B) mogelijk te laten kopen. Dat vanuit de gedachte dat de consensus leidt tot een hogere volksgezondheid. En met als doel iets te doen in plaats van maar te blijven praten.
Hercberg zelf is overigens net als Jaap Seidell een activist; zie zijn - alleen in het Frans beschikbare - boek over de levensmiddelenindustrie (in mijn vertaling van de titel): Eet en zeur niet, een voedingsexpert tegenover de levensmiddelenindustrie.
Je schrijft: 'alsof mensen zo denken'. Soms wel, soms niet, vermoed ik. Je kunt steeds het groenste kopen binnen jouw overwegingsreeks overigens, en soms ook bewust niet. Wat wringt is de traditie: groente was goed en nu is pizza dat ook. Daar wees al heel lang geleden Martijn Katan op toen de Gezondheidsraad besloot over te gaan van een stofjesdenken (Katans favoriet omdat je dan duizenden confounders zogenaamd kunt uitsluiten, maar hij heeft een punt) naar een levensmiddelendenken. Hij sprak destijds de gedenkwaardige woorden dat brood vroeger goed was voor de poeperij maar in de nieuwe denkwereld helpt tegen hartinfarcten. Tsja .... Dat is natuurlijk ook cabaret, want er zijn weinig mensen die snappen dat ze in beide werelden in een fantasie van onze eigen geest wonen.
Alweer jaren geleden sprak ik met Mike Rayner van Oxford University die de basis legde voor de Nutri-Score met een algoritme gericht tegen kindermarketing. Hij vertelde me in essentie dit: als je een front-of-pack label wilt, kan ik geen beter verzinnen dan Nutri-Score. Overheden - en bedrijven - willen een Front of Pack logo en de keuze bij consumenten laten. Dan krijg je dit.
We moeten ons realiseren dat het een antwoord is op de vraag die ik stelde, maar beantwoord is op een impliciete manier (we hebben een harde basis nodig om in ieder geval iets te doen tegen slechte voeding, in de zin van het Engelse woord 'malnutrition').
Kennelijk bestaat over het antwoord 'voer de Nutri-Score in' onvoldoende draagvlak onder mensen die er over nadenken. Dan moeten zij komen met wat anders en kijken of daar draagvlak voor te vinden is. De Italianen zijn gekomen met Nutrinform, ook gebaseerd op de macronutriënten-consensus maar niet sturend met een kleurenverloop van 'goed' (groen) naar 'fout'.
Dick #8,
M.b.t. NB2, wat Nutri-score doet is dat het alle producten (enkele uitzonderingen daargelaten) tegen dezelfde absolute maatlat legt (absoluut in de zin dat het een harde, onwrikbare waarde oplevert) om vervolgens te stellen dat het niet gezien kan worden als een absolute waarde. Dat strookt niet met elkaar.
En let wel, de consument ziet enkel die harde waarde, en moet het vervolgens uit gezond verstand halen om te bedenken dat die waarde enkel relevant is als je vergelijkbare producten met elkaar vergelijkt. In plaats van zoiets kroms op te tuigen, zou ik ervoor pleiten om dat gezond verstand in het algemeen beter toe te rusten met inzicht over voeding.
M.b.t NB1, m.i. lees je mijn laatste alinea in #2 verkeerd. Het klopt weliswaar dat het hele verhaal rondom vet, zout, suiker, etc óók een ongetoetste aanname is waar ik bezwaar tegen maak, maar daar gaat mijn punt in #2 niet over.
Met alle discussie over categorieën, realiseerde ik me dat de onuitgesproken aanname (misschien zelfs vooronderstelling) achter nutri-score is dat het logo werkt (lees: de gezondheid verbetert) als het leidt tot vervanging van producten door varianten met betere score. Dat is wat anders dan bijvoorbeeld dat het logo zou moeten helpen om te komen tot een voedingspatroon met meer groen scorende producten. Dat klinkt misschien als voor de hand liggend, maar doordat deze aanname zo impliciet blijft en ook geen onderdeel is van het algoritme (zie NB2) en simpelweg alle producten hetzelfde logo krijgen, wordt de basis onder nutri-score wankel (nog los van het vet, zout, etc verhaal). Het rekent voor alle producten op dezelfde manier, het staat op alle producten, maar het wordt verondersteld te werken als de consument een product uit een categorie vervangt door een ander product uit die categorie. Alsof mensen zo denken.
Laat ik een voorbeeld geven om de idioterie te schetsen van zowel NB2 als NB1. Een andere parameter die elk product heeft is de prijs. Een econoom die nog klassiek denkt zou kunnen stellen dat de prijs ervoor zorgt dat consumenten alleen verschillende soorten pindakaas met elkaar vergelijken. En dat gebeurt ongetwijfeld óók. Maar de consument kijkt ook naar de prijs van de hele winkelwagen en maakt op basis daarvan keuzes. Je kunt niet stellen dat de prijs dan ineens geen relevante parameter meer is. Dat is precies wat Hercberg doet: zijn algoritme berekent van alles de 'prijs', en hij vooronderstelt dat consumenten alleen pindakaas met pindakaas zullen gaan vergelijken.
#3 en #4 Kaas scoort een D vanwege zout en verzadigd vet. En dat laat meteen zien dat het door Dick genoemde (#8) uitgangspunt van de Nutriscore nogal discutabel is: 'dat het logo gebaseerd is op de in de voedings- en gezondheidswetenschappen geldende gedachte dat minder vet, minder suiker, minder zout, meer vezels (groenten) en wat meer eiwit tot een hogere volksgezondheid leidt.'
Dat wordt door de huidige voedingswetenschap door steeds meer wetenschappers ter discussie gesteld. Met stipt op 1 'minder vet'. Dat is sowieso achterhaald. Zelfs door het Voedingscentrum. De nadruk ligt natuurlijk op de soort vet waarbij er inmiddels twee kampen zijn: de oude garde die bang is voor verzadigd vet en de wetenschappers die met name de zwaar bewerkte zaadoliën vrezen. Het laatste is niet terug te vinden in de Nutriscore. Overigens is in 2015 al door de Gezondheidsraad gesteld dat volle zuivel, waaronder kaas het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten niet verhoogt. De Nutriscore volgt de oude garde....
Meer vezels staat niet gelijk aan meer groenten. En in de huidige voedingswetenschap is men in oude en nieuwe kampen het er in ieder geval over eens dat we meer onbewerkt en plantaardig mogen gaan eten. Behalve dat een deel van de consumenten met het vinkje misschien een net wat gezonder koekje koopt, maakt het dat fabrikanten nog meer gaan knutselen met wat extra eiwit en vezels om een groenere score te krijgen.
Lukte dat maar met de Nutriscore: dat het consumenten stimuleert om meer groente te gaan eten, en minder van het 80 procent-knutselvoer met dat vinkje....
Wouter, #5, ik weet nog zo net niet of Serge Hercberg de doelpalen verschuift.
Misschien ken ik hem inmiddels persoonlijk te goed en snap ik te goed wat zijn doelen en denkwegen zijn. Hij weet dat eten volgens de Schijf van Vijf morgen en zelfs overmorgen niet haalbaar is omdat 80% van het aanbod daar niet in valt. Hij probeerde iets te maken dat de levensmiddelenindustrie volstrekt Cartesiaans (als een onontkoombare logica) op één beoordelingnoemer zou brengen: zit ergens meer of minder vet, suiker, eiwit en vezel in dan in een vergelijkbaar product?
En zelfs al stap je van een zak chips als snack toch maar over op een yoghurtje met cruesli tussendoor, dan ga je vanzelf op zoek naar een verpakking met een A of een B. Zo simpel werkt het logo.
Dat zijn de laatste uitdagende zinnen van het bovenstaande stuk die het Cartesiaanse nog verder doorduwen. Wie wil dat vergelijkbaarheid in voorgedefinieerde categorieën valt, geeft Hercberg dan ongelijk. Volgens hem werkt ‘eet groene A-tjee’, volgens zijn critici komen de schappen vol ongezonde A-tjes en laten we de gezonde vetten staan.
Maar Hercberg zegt juist dat een 'vergelijkbaar product' zo fluïde is als de veranderende keuze van een consument - onder druk van het aanbod en omgevingsprikkels - en dat hij niet wil oordelen over de intrinsieke gezondheid van een type product (omdat dat het gaat om je voeding als totaal).
Wat hem steekt is dat hij zowel Hollandse betweters die eigenlijk een product 'gezond(er)' willen kunnen noemen, als Italianen die eigenlijk hun levensmiddelenindustrie (met veel suiker en vet in een aantal iconische producten) willen beschermen tegenover zich krijgt. Er is twijfel of het logo wel zo simpel werkt als het bedoeld is. Volgens Hercberg begrijpen consumenten de bedoeling; zijn tegenstanders halen er cases bij die de lachers gemakkelijk op hun hand krijgen.
5 NB's over de kift (ik hoop zo neutraal en duidelijk mogelijk):
NB1
Dennis #2 heeft gelijk: in de tekst van Hercberg uit 2019 die we hier vertaalden gebruikt hij 18 keer het woord 'categorie'. Hij heeft ook gelijk (zie zijn laatste paragraaf) dat het logo gebaseerd is op de in de voedings- en gezondheidswetenschappen geldende gedachte dat minder vet, minder suiker, minder zout, meer vezels (groenten) en wat meer eiwit tot een hogere volksgezondheid leidt.
NB2
Dennis heeft in diezelfde reactie ongelijk als hij een tegenstelling ziet in een vergelijking over alle producten heen en Hercbergs afwijzing van een binair logo dat goede producten versus slechte zet. Hercberg noemt zo'n logo 'volstrekt discutabel'.
Zo'n binair logo was het blauwe Vinkje (dat daarom ook is verdwenen). Dat deed alsof er gezonde chips zijn. Nutri-Score pretendeert je naar een minder ongezond voedingspatroon te leiden binnen de productkeuzen (waaronder de nodige ongezonde) die je maakt in je huidige eet- en levensstijl. Het probeert je niet gezonde chips te laten kopen of te laten denken dat die er zijn. Athans, zo is het niet bedoeld: het wil je helpen om minder ongezonde chips te kopen als je die dan toch koopt.
NB3
De eerste technische communicatiekift over Nutri-Score gaat over de vraag of ik als consument een zak chips vergelijk met andere zakken chips of met een yoghurtje met cruesli en dan vergeet naar andere potjes te kijken. Kennelijk wil de campagne van VWS dat duidelijk maken, maar daar raak ook ik van in de war.
De tweede technische communicatiekift gaat over de vraag of ik uiteindelijk niet alles met alles vergelijk omdat ik in de moderne voedingsjungle altijd en overal veel keuze heb en voortdurend mijn kijk op waar ik trek in heb verander. Dan zou een groene zak chips uitwisselbaar worden met een bakje voorgesneden appelpartjes als ik vergeet die laatste te vergelijken 'binnen hun productgroep'. Volgens Hercberg zijn consumenten niet gek en hanteren ze intuïtieve 'productgroepen' en 'categorieën'. Volgens zijn tegenstanders zijn ze zo vervreemd van hun voedsel dat ze dat gaan doen aan de hand van de Nutri-Score kleuren.
NB4
De technische gezondheidskift gaat over de in NB1 genoemde aanname dat minder vet, suiker en zout en wat meer vezels en eiwitten in een fout voedingspatroon het verschil maken om de volksgezondheid te verbeteren, cq. met enige significantie bij te dragen aan verhoging daarvan.
NB5
De ideologische gezondheids- én communicatiekift gaat over de vraag of de aanname in NB1 en de massale communicatie daarover op verpakkingen niet juist zullen leiden tot een verwrongen idee van wat gezonde voeding dat ons juist verder afhoudt van wat een gezondere voeding en leefstijl zouden moeten zijn (zie NB3, de tweede technische communicatiekift). Nutri-Score is voor Hercberg een hulpmiddel om minder ongezond te eten naast een noodzakelijke leefstijl-verandering. Voor zijn critici (zoals Dennis) bestendigt het logo juist het bestaande ongezonde menu waar mensen dik (en meer) en op termijn ziek van worden.