Een grote groep vooraanstaande wetenschappers erkent dat de klimaatdoelen onhaalbaar zijn. Met dat bericht zetten de NOS en Nieuwsuur de toon: het beperken van de opwarming gaat mislukken. Extra inspanningen zijn nodig, maar politici van over de hele wereld komen maar niet in actie. Jelmer Mommers zet zich in De Correspondent af tegen de toonsoort van mislukking en de apathie die dat oproept.
Volgens Jelmer Mommers trok de NOS precies de verkeerde gevolgtrekking uit de opmerkingen van de klimaatwetenschappers. Namelijk, dat het beperken van de opwarming tot 2 graden gaat 'mislukken'. Nee, zegt Mommers, "klimaatverandering staat niet aan of uit. Het is al 1,1 graad warmer dan vóór de industriële revolutie, en met onze uitstoot bepalen we hoeveel warmer het nog wordt. [..] Het is een kwestie van gradaties: het probleem wordt groter als we meer uitstoten, en minder groot als we daarmee stoppen.
Het is geen kwestie van winnen of verliezen, van alles of niets."

Mommers vergelijkt de situatie met een treinreis: ook al mis je een aansluiting, je komt uiteindelijk toch op je bestemming aan. Niet meer op de gewenste aankomsttijd, maar "er zitten een hoop gradaties tussen gewenst en onmogelijk," een heel spectrum tussen heel leefbaar en onleefbaar. En precies over die gradaties gaat het, ook bij het beperken van de opwarming: als we de 1,5 graad Celsius passeren (en daar stevenen we onvermijdelijk op af), dan gaan we streven naar een opwarming van minder dan 2 graden. Met de techniek, kennis en decennia die we daarvoor hebben. "Er valt altijd iets te redden", aldus Mommers.

Wel moeten we ons realiseren dat iedere graad opwarming de wereld 'onleefbaarder' maakt. De beweging richting duurzaamheid "die ons wegvoert van zulke rampscenario's" (opwarming van 4, 5 of 6 graden) wint aan kracht en snelheid, denkt Mommers. Het is geen tijd voor pessimisme, benadrukt hij. Dat leidt maar tot moedeloosheid en doemdenken. Het is tijd voor hoop: het kán beter. Wat de NOS had moeten verwoorden, was juist die hoop.