Ik mocht laatst een kijkje nemen in de stal van een scharrellegkippenhouder. Een heel conscientieuze man die het gedrag van zijn kippen jarenlang met camera's heeft bestudeerd om te ontdekken hoe ze zich gedragen. Voor we de stal ingingen klopte hij 3x met 4 klopjes (tiktiktik pauze tok) op de deur.

'Doe je dat altijd?', vroeg ik. 'Ja natuurlijk', zei hij, ' zo weten de dames dat ik eraan kom. Doe ik het niet, dan schrikken ze. Mogelijk leidt het tot een paar eieren minder, maar erger is het risico op dode dieren onder de eerste leggers omdat het ei door schrik en stress verkeerd kan indalen. Kloppen is een goede en prima werkende afspraak tussen de dames en mij.'

Met zijn aanpak is hij heel succesvol geworden. Zijn gedragsstudies hebben geleid tot een diervriendelijke stal waarin de dieren geen ruzie meer maken, elkaar niet doodpikken of verwonden, en aantoonbaar minder gestressed gedrag vertonen. Ze leven er naar hun aard terwijl wij ze toch kunnen exploiteren. Een goeie deal met de dieren dus.

Maar, zei deze kippenhouder, als er een doodgaat eten de anderen het lijk helemaal leeg. 'Kippen zijn, net als wij, omnivoren. Ze hebben kennelijk echt behoefte aan dierlijk voedsel. Het mag alleen niet meer.'
Het mag niet meer vanwege Creuzfeld-Jacob. Kippen kregen vroeger door het voer beendermeel, een restproduct van de slacht van andere dieren. Maar ja, daar kun je gek van worden en dus is dat afgelopen.

Als consumenten vinden we het een aanbeveling: eieren van graankippen en vleeskippen die 'alleen met granen zijn gevoed'.

Het zet je toch aan het denken: wat doen we die beesten aan?
Dit artikel afdrukken