Tijdens een ommetje valt je oog op een dier in - naar jouw mening - nood. Boeren van natuurbegrazers hebben het gevoel dit steeds meer voorkomt, schrijft Vilt. Een groot deel van de klachten van bezorgde burgers over het welzijn van natuurgrazers zou komen door onwetendheid van de burger. Een schaap kan echt wel tegen de vrieskou.
"Van elke mug wordt een olifant gemaakt." De Vlaamse schapenhouder Marc Van Ransbeke vertelt over zijn ervaringen en ziet sinds corona een duidelijke en sterke stijging van het aantal meldingen door passanten. Voor zijn gevoel bellen mensen over - voor hem - onnozele zaken, zoals dat schapen op een hellend vlak zouden leiden tot dierenmishandeling, of over een verondersteld eenzaam schaap dat buiten de kudde loopt. Ook andere schapenhouders merken een toename, vooral in de winter wanneer schapen op grasland lopen. Mensen veronderstellen dat de dieren het te koud of te nat hebben of dat er geen beschutting is.

Van Ransbeke krijgt er letterlijk en figuurlijk slapeloze nachten van. Midden in de nacht worden brandweer, politie en een veearts gebeld voor een lam met twee gebroken poten, dat even later gewoon in het veld rondloopt. Maar ook beelden op sociale media, gefilmd door omstanders met aantijgingen van dierenmishandeling, houden hem wakker. "Je hebt het beste voor met je dieren, en je wordt zo neergezet door mensen die van niets weten." Hij schat dat hij gemiddeld één melding per dag krijgt; op sommige dagen loopt dat op tot wel vijf. Naast dit soort gevallen zijn er ook zaken van activisten van dierenrechtenorganisaties, zelfs met rechtszaken over een 'verwaarloosde' kudde.

Verloren kennis en band met landbouwdieren
Een verklaring zou kunnen liggen in het feit dat er steeds meer kanalen zijn waar mensen terecht kunnen met hun klachten en zorgen. In plaats van dat klachten op een grote stapel papierwerk belanden bij gemeenten en politiekorpsen, worden ze nu vaker opgepakt door de aanstelling van bevoegde personen. Daarnaast, stelt ethicus en landbouwingenieur Stef Aerts, is de afgelopen jaren de band – en daarmee de kennis – met en over landbouw bij een groot deel van de mensen verloren gegaan. Mensen zijn wel begaan met dieren, en het medelijden en de identificatie met dieren zijn vermoedelijk juist wel gestegen. Vanuit die onwetendheid over landbouwdieren maken passanten zich vaak zorgen. “Mensen weten oprecht niet dat een schaap tegen de vrieskou kan.”

Informatieborden
Informatievoorziening zou volgens de ethicus een goed instrument zijn om de onwetendheid te bestrijden. Denk aan informatieborden bij natuurgebieden waarop vermeld staat welke dieren er grazen en hoe deze vanuit hun natuurlijke gestel gewend zijn aan verschillende omstandigheden. Daarnaast suggereert Aerts het vermelden van het nummer van de boer/herder, met de mededeling deze in geval van problemen te contacteren. Van Ransbeke is daar juist minder scheutig op. In samenspraak met de politie heeft hij zijn nummer op sommige locaties verwijderd omdat het aantal telefoontjes de spuigaten uitliep.

Net als in Vlaanderen lijkt ook in Nederland de kennis over het natuurlijke gedrag en de aanpassingsmechanismen van dieren te zijn afgenomen, terwijl de zorgen over dierenwelzijn onder het publiek zijn toegenomen. Staatsbosbeheer en andere organisaties zetten in op voorlichting van het publiek met informatieborden en campagnes. Ook hier leiden buitenlopende dieren tot controverse, vooral tijdens de koudere maanden. Borden in natuurgebieden moeten mensen bewust maken van het natuurlijke gedrag en de veerkracht van dieren.