Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de VU Amsterdam, is een groot voorstander van voedsel dichter bij de mensen brengen. Dat kan op allerlei manieren. Breng voedsel weer in de stad, door stadslandbouw. Leer kinderen zelf groenten verbouwen, in school- of AH-moestuintjes. Maak van eten in achterstandswijken weer een feest. Hou op met het wijzende vingertje 'dat is niet goed voor je'. Kortom: “Laat voedingsvoorlichting dan ook niet door diëtisten of door mij gebeuren, maar bijvoorbeeld door de vakkenvullers van Albert Heijn. Daar nemen ze meer van aan dan van mij", zegt Seidell in EVMI.
Seidell stond de afgelopen week twee keer op het spreekgestoelte. In Museum Boerhaave (Leiden) sprak hij bij de tentoonstelling FoodTopia over zijn nieuwste boek, Het Voedsellabyrint. Bij Studium Generale in Utrecht sprak hij samen met Tessa Roseboom, hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid (AMC-UvA) over 'Je dieet, natuurlijk'. De boodschap was in beide gevallen niet mis te verstaan.
'Slechts 1% Amsterdamse kinderen eet genoeg groenten en fruit'
Het westerse dieet bulkt van de vetten, suikers en zout die onze gezondheid schaden. We worden steeds dikker. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele wereldbevolking. Seidell erkent die problematiek, maar focust op onze directe omgeving. Stadslandbouw is voor de wereld wellicht geen oplossing, ook al wonen steeds meer mensen in steden. Maar in Nederland kun je wel wat mee. "Slechts 1 procent van de kinderen in Amsterdam eet voldoende groente". Dat komt doordat ze groenten en fruit niet krijgen, kennen of lusten.
Verklein de afstand
Daar is volgens Seidell van alles aan te doen. Te beginnen in de directe omgeving. Zorg voor speelplekken in de directe buurt. Haal het voedsel de stad in. Bouw leegstaande kantoren om tot stadstuinen. Haal frisdrankautomaten weg uit scholen, maak het voedselaanbod gezonder. Stop kindermarketing, daar mag de overheid ons best een beetje meer betuttelen. Laat je het hoofd niet op hol brengen door weer een hip dieet of superfoods. Een initiatief als de moestuintjes van Albert Heijn juicht hij toe. Daarmee leren kinderen - en grote mensen - spelenderwijs weer gewoon, natuurlijk eten.
Alle maatregelen die Seidell noemt, zijn samen te vatten in één aanbeveling: maak voedsel en wat het betekent heel tastbaar in de dagelijkse praktijk. Daar is de directe winst te halen voor een gezondere bevolking.
Fotocredits: 'De Pluktuin, Zutphen', Dorine Ruter
Dit artikel afdrukken
Seidell stond de afgelopen week twee keer op het spreekgestoelte. In Museum Boerhaave (Leiden) sprak hij bij de tentoonstelling FoodTopia over zijn nieuwste boek, Het Voedsellabyrint. Bij Studium Generale in Utrecht sprak hij samen met Tessa Roseboom, hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid (AMC-UvA) over 'Je dieet, natuurlijk'. De boodschap was in beide gevallen niet mis te verstaan.
'Slechts 1% Amsterdamse kinderen eet genoeg groenten en fruit'
Het westerse dieet bulkt van de vetten, suikers en zout die onze gezondheid schaden. We worden steeds dikker. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele wereldbevolking. Seidell erkent die problematiek, maar focust op onze directe omgeving. Stadslandbouw is voor de wereld wellicht geen oplossing, ook al wonen steeds meer mensen in steden. Maar in Nederland kun je wel wat mee. "Slechts 1 procent van de kinderen in Amsterdam eet voldoende groente". Dat komt doordat ze groenten en fruit niet krijgen, kennen of lusten.
Verklein de afstand
Daar is volgens Seidell van alles aan te doen. Te beginnen in de directe omgeving. Zorg voor speelplekken in de directe buurt. Haal het voedsel de stad in. Bouw leegstaande kantoren om tot stadstuinen. Haal frisdrankautomaten weg uit scholen, maak het voedselaanbod gezonder. Stop kindermarketing, daar mag de overheid ons best een beetje meer betuttelen. Laat je het hoofd niet op hol brengen door weer een hip dieet of superfoods. Een initiatief als de moestuintjes van Albert Heijn juicht hij toe. Daarmee leren kinderen - en grote mensen - spelenderwijs weer gewoon, natuurlijk eten.
Alle maatregelen die Seidell noemt, zijn samen te vatten in één aanbeveling: maak voedsel en wat het betekent heel tastbaar in de dagelijkse praktijk. Daar is de directe winst te halen voor een gezondere bevolking.
Fotocredits: 'De Pluktuin, Zutphen', Dorine Ruter
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
@Theo. Het is niet mijn ei van Columbus maar een bestaand plan. Het verwijt dat ik niet nadacht voor ik dit 'wereldkundig maakte' is nogal wat. Een journalist van het Leids Dagblad heeft het aan de hand van één powerpoint plaatje bij een lezing opgetekend. Mijn punt daar was en blijft nu dat het een (bewezen) goed idee is om de doelgroep (in dit geval tieners) mee te laten denken over oplossingen en ze bij de uitvoering te betrekken in plaats van goedbedoelde maar ineffectieve overheidscampagnes over ze uit te storten.
Jaap zegt op 22: “(opgeleide) vakkenvullers informatie gaven aan leeftijdsgenoten over bijvoorbeeld enz. etc.” EN: “Het inzetten van (daartoe getrainde) leeftijdsgenoten bij voorlichting aan tieners is een wetenschappelijk zeer goed onderbouwde strategie etc. enz.”
Goed bedoeld en het mag dan allemaal waar zijn, en zelfs succesvol, maar dit is van een geheel andere orde. Voordat je dit wereldkundig maakte had je even beter moeten nadenken.
Je hebt het over TIENERS en het voorlichten van LEEFTIJDSGENOTEN. Vakkenvullende TIENERS zijn meestal part time scholieren/studentjes en dan vooral in het weekeinde. De boodschappen-halenden zijn niet alleen maar op energiedrankjes beluste LEEFTIJDSGENOTEN maar volwassenen die andere waren kopen en de oren beslist niet laten hangen naar een betwetertje die hun kind of kleinkind kon zijn...
Tieners in ‘vaste’ dienst vullen totdat het minimum jeugdloon eindigt en dan komt er in 95% der gevallen een van een nieuwe tienerlichting.
Je ei van Columbus plannetje is dus al bij voorbaat mislukt.
Zolang de superkruidenier het TIENERpersoneel niet eens het verschil aan het verstand kan (of wil) brengen tussen een knolselderij en een koolraap en tussen een grapefruit en en navelsinaasappel heb ik er een hard hoofd in.
Ze houden het liever op hun demonstratrices met Becel besmeurde toastjes of een keur aan andere borrelhapjes. Dat laat de schoorsteen pas echt roken.
Eens Veronia, wat Jaap vertelde kwam niet in het stuk hierboven naar voren, iedereen die het leest zal denken dat die 'snotneuzen' hun(de klant) even gaan vertellen dat ze geen chips en koeken, maar bloemkool en sinaasappels moeten kopen.
Fijn dat Jaap nu zelf ook wat dingen verheldert. Er is denk ik wel een verschil tussen het communiceren van vrij simpele info, zoals energiedrankje versus water of een klassevoordracht over je eigen ervaringen uit de drankkeet en de complexere voedings- en leefstijlinformatie. Dit soort acties hebben inderdaad hun doel bewezen, want als er één doelgroep is die gevoelig is voor peer-pressure dan zijn het wel tieners. Maar de voorlichting die de tiener geeft is in dat geval beperkt tot één onderwerp en duidelijk. In tegenstelling tot het verstrekken van uitgebreide en complexere info. Daarin hebben wij (en ook de heren journalisten, vermoed ik) Jaap's intentie niet begrepen.
Martijn, rare vraag misschien: hoeveel deskundigheid heb je nodig om goede voeding aan te bevelen?
Ik vrees dat ik het erg met Veronica eens ben: geniet, met mate, dan kun je alles eten. Neem vooral vers en doe weer als opa en oma: een glaasje prik alleen op zaterdagavond. Tegenwoordig kun je snacken van een honingtomaat. Eens in de 3 maanden neem je een Magnum. Denk je echt dat het veel ingewikkelder is?