Wereldwijd worden veel milieuproblemen toegeschreven aan de productie van vlees, melk en eieren. Maar hoe belastend is die productie nou werkelijk? En wat kan men doen om het milieubeslag te verminderen? Een goed begin zou zijn om slachtafval weer toe te staan bij de productie van veevoer, ontdekte Emiel Elferink. Elferink promoveert 25 september 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Ten gevolge van de affaire met BSE, de ‘gekke koeienziekte’, waardoor besmette mensen zijn overleden aan de ziekte van Creutzfeldt-Jacob, is slachtafval uit de veevoederstroom gehaald. Slachtafval wordt tegenwoordig meegestookt in energiecentrales. Elferink: ‘Terwijl juist dat slachtafval een goede eiwitbron was. Sindsdien is dit vervangen door sojaschroot, met name uit Brazilië, en als gevolg daarvan is de productie van soja gigantisch gestegen. Omdat men in Europa terughoudend is in het verbouwen van genetisch gemodificeerde soja, is de import naar de EU sinds het weren van slachtafval enorm gestegen. Zo’n 16 miljoen ton aan diermeel is vervangen door zo’n 23 miljoen ton sojabonen. Als je daar een landbeslagberekening van maakt, blijkt dat we, alleen al ter vervanging van slachtafval, tien procent van de EU landbouwgronden nodig zouden hebben.’
Hoge temperatuur
Om het milieubeslag van de agrarische dierhouderij te verminderen oppert Elferink de volgende oplossing: ‘sta slachtafval weer toe in veevoer.’ Hij legt uit: ‘BSE is destijds ontstaan door een fout in Engeland. Slachtafval wordt op hoge temperaturen verwerkt tot diermeel. In Engeland was de temperatuur die in de richtlijnen werd voorgeschreven destijds echter niet hoog genoeg. Als je dan koeien het slachtafval van hun eigen soort voert, krijgen ze BSE. Verwerk je het slachtafval wel op de juiste hoge temperatuur en zorg je ervoor dat diermeel van koeien niet aan koeien, maar bijvoorbeeld aan varkens en kippen wordt gevoerd, dan kunnen de reststromen veilig binnen het systeem blijven. Dat is een heel wat efficiënter systeem dan wanneer je die eiwitten door een ander product moet vervangen.’
Milieubeslag
Om de milieu-impact van de vlees-, melk- en eierenproductie te kunnen bepalen is Elferink uitgegaan van de mate waarin de natuurlijke hulpbronnen energie, water en land worden belast.
Bijzondere uikomst
Een bijzondere uitkomst van het onderzoek is de niet-lineaire relatie tussen consumptie van dierlijke voedselproducten en het milieubeslag. Elferink: ‘De trend is nu dat consumenten steeds meer vlees gaan consumeren. In 2050 zitten we volgens de laatste voorspellingen al op 150 procent van de huidige hoeveelheid. De milieu-impact van die vermeerdering is echter niet evenredig, maar stijgt harder. Als de vleesconsumptie verdubbelt, is de milieu-impact dus méér dan dubbel zo groot.’
Minder vlees
Minder vlees eten zou een stuk beter zijn voor het milieu, stelt Elferink. Hoe minder vleesconsumptie, hoe kleiner de milieubelasting. En ook hier is dat effect niet-lineair: als de vleesconsumptie bijvoorbeeld halveert, zal de belasting van het milieu veel sterker dan de helft afnemen. ‘Wat overigens niet betekent dat we met zijn allen vegetariër moeten worden,’ zegt Elferink. ‘Er moet wel een bepaald evenwicht blijven bestaan tussen landbouw en veeteelt.’
Curriculum Vitae
Emiel Elferink (Enschede,1975) studeerde in 2001 af als bioloog aan de RUG en deed zijn promotieonderzoek bij het Centrum voor Energie en Milieuwetenschappen IVEM. Hij promoveert in de wiskunde en natuurwetenschappen bij prof.dr. H.C. Moll. prof.dr. A.J.M. Schoot Uiterkamp. Co-promotor is mw.dr.ir. S. Nonhebel. De titel van het proefschrift is “Meat, Milk and Eggs: Analysis of the animal food environment relations”. Momenteel werkt Elferink als onderzoeker/adviseur Klimaat en energie bij het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) in Culemborg.
Bron: persbericht RUG
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 3 augustus krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wout, we komen zo terecht bij de samenstelling van het mengvoer. Diervoerfabrikanten hebben hierbij een grote verantwoording, evenals de boer die vakman moet zijn. Het is ongewenst om voersamenstellingen voortdurend te wijzigen (optimaliseren) want het vergt van de dieren steeds weer een gewenningsproces. Omdat er nogal wat reststromen van wisselende kwaliteit gebruikt worden is er risico op verstoring, het is topsport. Zelf heb ik aan de varkens een vaste samenstelling gevoerd met extra toevoeging van zuren om het verteringsproces optimaal te laten verlopen. Dit voer is uiteraard iets duurder maar de voordelen t.a.v. gezondheid en groei brengen meer op. En dat werkt een stuk prettiger als wanneer je met antibiotica of terugschakelen op ander voer moet corrigeren.
Voorop gesteld dat ik een grote voorstander ben van het herintroduceren van dierlijk eiwit in veevoer. De discussie gestart op 25 maart op Foodlog is zeer informatief en behoeft wat mij betreft geen toevoeging. Waar ik wel een vraagteken bij wil zetten is het dierwelzijns argument uit deze draad. We hebben decennia lang ervaring met het voeren van kip en varken met gebruik van dierlijke eiwitten terwijl we nog maar een paar jaar vegetarisch voeren. Het is dus logisch dat we dat laatste nog niet zo goed in de vingers hebben. Hierdoor zouden tekorten kunnen ontstaan van nutrienten die leiden tot verteringskwalen of onwenselijk gedrag zoals het pikken bij leghennen. Dit is echter een kwestie van onderzoek en mijnsinziens geen blijvend argument om dierlijk eiwit weer toe te staan.
Voer en leeftijd maken verschil. Maar omdat zelfs biologische kippenhouders voer niet de gelegenheid kunnen geven om het veel verschil te laten maken, proeven we het niet. Onze foodlog-kippenproeverij toonde zelfs dat we helemaal geen verschil proeven, behalve de stevigere structuur van een oudere kip. Kenners die ernaar op zoek gaan omdat ze weten dat ze daarop moeten letten, halen ze er soms uit. Nog somser ook niet.
Guillaume, wie zegt dat jouw kippen geen wurmpjes, vliegjes, torren, vlinders en weet ik wat bijsnacken? En wie verbiedt het voeren van jouw geliefde granen bij je geliefde kiekens die de vleeskleur hebben van een wild varken? Zo'n kleur heeft geen enkel commercieel gefokt dier. Het zou schreeuwend duur worden. Is er geen markt voor? Dat hoor je mij niet zeggen. Ik denk het wel, al heb je veel geld nodig om de tijd uit te zingen om die te maken.
Dick: "..een stel dwazen doet alsof 'graankip' en 'graanvarken' (die veel voer vergen en uiterst onduurzaam zijn) een aanbeveling zijn"
- deze dwaas is honderd procent er van overtuigd dat mais en graan bij hoenders smaakverbetering geeft. we kweken ze zelf, en al proeven sommigen het verschil bij blinde testen niet tussen een biohokkipje en een zelfgekweekt kieken, dat verschil is er, en is de reden dat we zelf kweken.. niet 'uut zuunigheid', want een C1000 kipje is velke malen goedkoper dan eigen kweek.
Ik heb hier bij herhaling links naar foto's geplaatst, waar ook te zien is dat het vlees sterk afwijkt, hier bijvoorbeeld.
- wel een oud gebruik, om gekookt/gebraden vleesafval (botjes, afgekloven karkassen etc) in de kippenren te gooien. rauw vleesafval wordt niet aan de hoenders en varkens gegeven.
verder volledig eens met wat in de topic gesteld is.
ps.
mag eiwitrijk visafval ook meedoen ? ook zo'n duurzame smaak- en geurverbeteraar ;-)
Wat is er eigenlijk op tegen als de dieren die wij willen eten voedsel krijgen dat zij van nature gewend zijn te eten?